Uw zoekacties: 's-Gravenhaagsche Vereniging voor Koepokinenting

0037-01 's-Gravenhaagsche Vereniging voor Koepokinenting ( Haags Gemeentearchief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
In 1870 en 1871 werd 's-Gravenhage door een epidemie van kinderpokken geteisterd die ruim 1' % van de bevolking ten grave sleepte en bij een nog veel groter aantal misvormingen of ongeneeslijke gebreken achterliet. Op initiatief van haar bestuurslid Dr. B. Carsten besloot de afdeling 's-Gravenhage van het Nederlandse Rode Kruis een aantal artsen te interesseren tot de oprichting van een vaccininatiebureau en een zgn. parc vaccinogène (een inrichting tot voortplanting en instandhouding van oorspronkelijke koepokstof). Op 1 april van dat jaar werd opgericht de 's-Gravenhaagsche Vereniging voor Koepokinenting. De doelstelling was de bevordering van de vaccinatie en revaccinatie. Zulke bureaus bestonden al te Amsterdam en Rotterdam. Voor Den Haag was Rotterdam dichterbij. Haar bureau richtte de Vereniging in 'Het Wachtje' aan het Rijswijkseplein, dat vroeger tot wachthuis diende van de ambtenaren van de stedelijke belasting en dat door het Departement van Financiën van de gemeente gehuurd werd, doch grotendeels ongebruikt stond. Begin juni was het bureau ingericht. Op 6 juni werd te Rotterdam het eerste kalf voor de inrichting ingeënt, waarvan zondag 11 juni al een twaalftal kinderen werd gevaccineerd. Op zondag was de vaccinatie gratis, op maandag was zij voor de leden van de vereniging en voor betalenden. De 's-Gravenhaagsche Vleeschhouwerij leverde de kalveren.
De vereniging mocht zich verheugen in de belangstelling van leden van het Koninklijk Huis. Tot aan zijn overlijden in 1890 bleef Z.M. Koning Willem III begunstiger voor f 100 per jaar, daarna werd zijn plaats ingenomen door H.M. Koningin Emma. Ook buitenlanders kwamen de inrichting bezichtigen of vroegen koepokstof aan om zelf een parc vaccinogène op te richten (1875 Hamburg, 1881 Curaçao en Londen, 1883 Genève, 1887 Lissabon en Odessa, 1892 Batavia). De oprichting van een parc te Batavia maakte een einde aan de zendingen - met Rotterdam samen - van koepokstof naar de koloniën gedurende de jaren 1875-1892. In 1892 stelde de Vereniging kalveren beschikbaar voor de inenting van H.H.M.M. Koningin Emma en Koningin Wilhelmina die daarop f 200- schonken.

In 1898 ging de vereniging over tot het vermengen en afwrijven van de pokstof met een zekere hoeveelheid glycerine en water, wat een zeer goed resultaat opleverde. Men bewaarde nu de pokstof totdat het kalf bij slachting geheel gezond bevonden werd, dan entte men er een ander kalf mee in en dan pas de kinderen. Vroeger werd direct van het kalf op de arm van het kind geënt. In 1903 werden de armen van de kinderen vóór de prik gedeïnfecteerd en daarna verbonden; de kalveren kregen in 1905 een tegmineverband.
In 1906 werd een tweede gelegenheid tot vaccinatie gegeven in het gebouw van de 's-Gravenhaagsche Wijkverpleging aan de Stille Veerkade, waarvan een ruim gebruik werd gemaakt. In 1911 belastte de vereniging zich ook met de kosteloze inenting te Scheveningen, waarvoor de gemeente haar f 750- subsidie toekende. In 1917 was het gebouw op de Stille Veerkade te klein geworden voor de grote toeloop (in 1916: 2400 kosteloze inentingen) en nam men zijn toevlucht tot de Algemene Haagsche Polikliniek. In 1929 beschikte de vereniging, die - zoals de veranderde naam uitdrukt- een ruimer arbeidsveld gekozen had, over 6 ruime lokaliteiten in de gemeente. Zij gaf toen ook vaccinaties en inentingen tegen difterie en roodvonk. In 1929 gaf zij 40.058 inentingen (waarvan 701 betaalde), grotendeels revaccinatie tegen pokken, 2.716 inentingen tegen difterie en roodvonk, terwijl ook enige inentingen plaatshadden tegen tyfus, cholera, kinkhoest en dysenterie.

Het archief van de Vereniging werd in 1935 aan de gemeente geschonken.

Kenmerken

Datering:
1871-1930
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de 's-Gravenhaagsche Vereniging voor Koepokinenting, sinds 1928 's-Gravenhaagsche Vereniging voor Koepokinenting en Immunisatie
Omvang in m¹:
0,25
Auteur:
A.M.J. de Haan
Bewerker:
R.A.M. Vernooij
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Categorie: