Uw zoekacties: Interneringskampen politieke gedetineerden, 1945 - 1950 (1955)

2018 Interneringskampen politieke gedetineerden, 1945 - 1950 (1955) ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Deze inventaris maakte oorspronkelijk als afdeling 18 deel uit van: J.J.J. Beek, J. Folkerts, H. de Raad (eindred.), Inventaris van de archieven van de instellingen van het gevangeniswezen in de provincie Groningen (1666) 1670-1961 (1978); Publikaties van het Rijksarchief in Groningen 4 (Groningen, 1988). Het betrof hier de toegang op een fonds. Daarin waren de bestanddelen voorzien van een nummering met een decimale punt. Om praktische redenen is deze toegang nu gesplitst in toegangen op de afzonderlijke archieven. Voor aanhangsel en algemene inleiding behorende bij deze archieven: zie toegangsnr. 83.
Onmiddellijk na de bevrijding op 16 april 1945 werd in de stad Groningen een begin gemaakt met de arrestatie van politiek verdachte personen. Alleen al in de provincie Groningen waren eind mei 1945 bijna 15000 personen aangehouden en in bewaring gesteld, wat het Militair Gezag voor grote problemen stelde *  . In de stad Groningen fungeerden onder meer scholen (Kapteynlaan, Parkweg), fabrieksgebouwen (Fa. Dobbelman, Eendrachtskade, Fa. Albino, Winschoterkade), een verenigingsgebouw ("Grönneger Sproak"), een café-restaurant (Huize "de Beurs"), en de Korenbeurs als voorlopige interneringskampen. Met name in de Korenbeurs heersten aanvankelijk wantoestanden: de overbezetting van het gebouw (700 geïnterneerden), de slechte hygiënische voorzieningen en het slechte voedsel zorgden voor een dysenterie-epidemie.
Ook de Strafgevangenis en het Huis van Bewaring werden bij de internering ingeschakeld. Vanaf het begin was duidelijk dat in de gebouwen aan de Hereweg vooral de meest ernstige gevallen zouden worden opgenomen. Vanwege plaatsgebrek werden in de cellen meer personen ondergebracht dan was voorgeschreven, immers ook voor de gewone "criminelen" moest voldoende celruimte aanwezig blijven. Op 16 juni 1945 verbleven in de Strafgevangenis 425 mannelijke geïnterneerden en in het Huis van Bewaring 227 *  . Dagelijks moest aan de Provinciale Militaire Commissaris in de provincie Groningen een opgave van het aantal geïnterneerden worden gezonden. Aan de gestichtsbesturen werd bericht dat voor deze om politieke redenen in bewaring gestelden voorlopig het regime zou gelden zoals dat voor de "overige onveroordeelden" in de Gevangenismaatregel was vastgesteld. De politieke gedetineerden werden net als andere gedetineerden bij de verschillende werkzaamheden in de Strafgevangenis en het Huis van Bewaring ingeschakeld. Overigens werd pas in september '46 besloten dat ook de politieke gedetineerden loon voor deze arbeid zouden krijgen.
Al gauw bleek dat bovengenoemd algemeen regime voor een bepaalde categorie geïnterneerden ontoereikend was. Personen die verdacht werden van zware misdrijven waarvoor levenslang of zelfs de doodstraf zou worden geëist, werden strenger bewaakt. Dit gold ook voor een groep SD'ers van het zogenaamde Scholtenshuis aan de Grote Markt die eind mei op Schiermonnikoog was aangehouden. Voor beide groepen gold dat zij werden ondergebracht in de meest gunstig gelegen cellen wat betrof overzichtelijkheid, efficiënte bewaking en onmogelijkheid om met elkaar in kontakt te treden. Zij kregen vaste bewakers die hen goed leerden kennen en beter in staat waren voorbereidingen voor ontvluchtingen of zelfmoordpogingen te onderkennen. Omdat het percentage intellectuelen onder de geïnterneerden groter was dan gemiddeld en het opvoedend karakter van de internering voorop stond, achtte het Ministerie van Justitie het noodzakelijk dat de gevangenen als zij dat wensten volop de beschikking kregen over boeken en tijdschriften.
Bovendien moesten gedetineerden met een enigszins gelijk ontwikkelingsniveau zoveel mogelijk bij elkaar geplaatst worden. Het aantal geïnterneerden in Huis van Bewaring en Strafgevangenis nam na 1945 snel af: veroordeelden werden overgebracht naar werkkampen in de provincie, zoals onder meer de Carel Coenraadpolder bij Finsterwolde en "De Slikken" bij Westernieland. Veroordeelde politieke gedetineerden werden echter ook wel in de Strafgevangenis geplaatst (gegevens over deze personen zijn te vinden in het archief van de directeur van de Strafgevangenis). In mei 1948 werd in principe besloten om aan de Hereweg alleen nog die politieke gedetineerden onder te brengen die tussen zeven en twaalf jaar opgesloten moesten blijven. Op 14 november 1949 verbleven in het Huis van Bewaring en de Strafgevangenis nog 18 politieke gevangenen, waarvan er nog acht op hun proces wachtten.
Blijkens de overgeleverde archivalia heeft de internering van politieke delinquenten de gevangenissen te Groningen ook voor grote administratieve problemen gesteld. Zo werden-vermoedelijk bij gebrek aan voldoende registers van gedetineerden-klappers op deze registers gebruikt voor de inschrijving van de gedetineerden. Hierin werd behalve de naam niet meer genoteerd dan het celnummer en bij vertrek naar een ander kamp datum en bestemming. Veroordeelde politieke gedetineerden in de Strafgevangenis werden ingeschreven in de reguliere registers van gedetineerden (zie het archief van de directeur van de Strafgevangenis). Aan de bewaring van de bescheiden betreffende de geïnterneerden is later nooit meer enige zorg besteed. Het grootste deel van de betreffende correspondentie werd eerst in 1968 aangetroffen in de kelders van de Van Mesdagkliniek. Kleinere delen waren al verworven in 1979 en 1980.

Kenmerken

Beschrijving:
Archief Van De Gevangenissen Te Groningen, Fungerend Als Interneringskamp Voor Politieke Gedetineerden, 1945 - 1950 (1955)
Bewerker:
J.J.J. Beek, J. Folkerts en H. de Raad
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1988
Laatste uitvoer:
14-12-2022
Omvang:
0,5 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Deze inventaris maakte oorspronkelijk als afdeling 18 deel uit van: J.J.J. Beek, J. Folkerts, H. de Raad (eindred.), Inventaris van de archieven van de instellingen van het gevangeniswezen in de provincie Groningen (1666) 1670-1961 (1978); Publikaties van het Rijksarchief in Groningen 4 (Groningen, 1988). Zie voor de inleiding, bijlagen en het algemene aanhangsel: Toegangsnummer 83.