Uw zoekacties: Maatschappij van Weldadigheid, afdeling Deventer

0915 Maatschappij van Weldadigheid, afdeling Deventer ( Collectie Overijssel locatie Deventer )

beacon
 
 
Inleiding
De Maatschappij van Weldadigheid werd opgericht 6 maart 1818 door Johannes van den Bosch, na toestemming van koning Willem I. Met de mede-oprichters Faber van Riemsdijk en van Hemert vormde hij het bestuur of de 'Commissie'. Hoofddoel was armoedebestrijding, nevendoel zedelijke verbetering. Vlak na de oprichting begon de fondsenwerving met een schrijven van prins Frederik aan alle burgemeesters van gemeenten met een 'rechtbank in eerste aanleg' [vredegerecht] om binnen hun kanton initiatieven te nemen, wat in de zomer van 1818 al ruim 14000 leden had opgeleverd. Bij de arrondissementssteden werd bovendien aangedrongen op de oprichting van een zgn 'Subcommissie', die onder meer de ledenadministratie en inning van contributies moest verzorgen. Van de Subcommissie Deventer en rechtsopvolgers stamt het archief van de afd Deventer van de Maatschappij van Weldadigheid. De Maatschappij had kolonies in Westerslootdijk (Steenwijk), Veenhuizen, Frederiksoord, Wilhelminaoord en de bedelaarskolonie Ommerschans. Om zich aan de armoede te kunnen ontworstelen werden in heel het land door de plaatselijke overheid ongelukkige gezinnen aangewezen voor plaatsing in een der kolonies. De mannen en jongens werkten daar werkzaamheden in land-, tuin- of bosbouw; de vrouwen en meisjes sponnen.
Na 1860 kwamen daar een mattenmakerij, juteweverij, strovlechterij en twee touwtwijnbanen bij. Een afwijkende plaats nam Ommerschans in als strafkolonie, bedoeld ter zedelijke verbetering van alleenstaanden. De kolonies werden gefinancierd met lidmaatschapsgeld en donaties van particulieren, aangevuld met opbrengsten uit agrarische en industriele aktiviteiten. Een aantal geplaatsten wist een landbouwbedrijfje van de Maatschappij van Weldadigheid, afdeling Deventer te kopen. Niettemin waren in de tweede helft van de 19e eeuw landelijke collecten nodig om de kolonies in stand te houden. In 1894 kwam een financiele crisis binnen de Maatschappij aan het licht, die vergezeld ging van felle kritiek in de pers op het beleid in de kolonien. Met de verkoop van veel onroerend goed kwam in 1923 aan de activiteiten van de Maatschappij feitelijk een eind. Tegelijk werden veel kolonisten uit de registers van de Maatschappij geschrapt. Formeel bleef de Maatschappij bestaan.
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1818-1894
Openbaar:

Omvang:
1 m
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Voorwaarden voor reproductie:
De voorwaarden voor reproductie bij Collectie Overijssel locatie Deventer zijn van toepassing.
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
NL-DvCO, Collectie Overijssel locatie Deventer, ID 0915, Maatschappij van Weldadigheid, afdeling Deventer, inv.nr. …
VERKORT:
NL-DvCO, ID 0915, inv.nr. ….