401 Waterschap Hoge en Lage Inlagen, 1870 - 1890 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
401
Waterschap Hoge en Lage Inlagen, 1870 - 1890
Inleiding
Op 5 april 1870 richtten de Heeren I. van den Hoek, burgemeester van Capelle, A. den Dekker, lid der Provinciale Staten van Noordbrabant en P.J. Stael, rentmeester te Dussen aan Gedeputeerde Staten een adres, waarbij zij verzochten, aan de Staten een voorstel in te dienen tot oprichting van een waterschap genaamd de Hoge en Lage Inlagen.
De adressanten gaven te kennen, dat op een vergadering van geërfden gehouden op 12 januari 1870, waarop de helft der bedoelde landen waren vertegenwoordigd, aan hen het mandaat was verstrekt om de nodige stappen te doen om tot de oprichting van een waterschap te geraken.
De landen, waarvoor de oprichting van een waterschap gewenst werd, waren geheel buiten beheer, zo zeer, dat een in november 1869 plaats gehad hebbende inbraak der kade langs het Oude Maasje door gemis aan samenwerking nog niet was gedicht. Op advies van de Hoofdingenieur van de Waterstaat in het 6e District werd door Gedeputeerde Staten aan de Staten een ontwerp-besluit tot oprichting van een waterschap onder de benaming van de Hooge en Lage Inlagen voorgelegd.
Dit ontwerp, gesteund door de Bijzondere Commissie uit de Staten, maakte in de zomerzitting van 1870 een onderwerp van beraadslaging uit, het ontwerp-besluit werd in de vergadering van 6 juli 1870 ongewijzigd vastgesteld. (Zie Provinciaal blad 1870 nr. 25.)
Bij besluit der Staten van 16 november 1870 nr. 9 kreeg dit waterschap zijn bijzonder reglement. (Provinciaal blad 1870 nr. 53.)
Reeds in 1890 werd het waterschap weer opgeheven.
Gedeputeerde Staten boden bij brief van 12 juni 1890 Gn. 71/41 de Staten een ontwerp aan tot opheffing van het Waterschap.
Dit ontwerp was gegrond op de overweging dat het grootste gedeelte van het waterschap werd ingenomen door de werken tot verlegging van de Maasmond, terwijl de kleine gedeelten ter weerszijden buiten de onteigeningsgrens voor de Maasmond binnen het Waterschap gelegen, die voor het vervolg door de nieuwe rivier van elkander zullen gescheiden zijn, geen gemeenschappelijke waterstaatsbelangen meer hebben.
De bijzondere Commissie uit de Staten voor de waterschappen stelde een wijziging voor in de artikelen 1 en 2 van het ontwerp.
Door de Staten werd het aldus gewijzigd ontwerp in de vergadering van 8 juli 1890 vastgesteld. (Zie Provinciaal blad 1890 nr. 36.)
Ingevolge het bepaalde in artikel 4 van dit besluit werd het archief van het opgeheven waterschap ter provinciale Griffie gedeponeerd.
Rijksarchief in Noord-Brabant, 1996
Rijksarchief in Noord-Brabant, 1996
laatste wijziging 11-10-2020
6 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 11-10-2020
6 beschreven archiefstukken
Kenmerken
laatste wijziging 11-10-2020
6 beschreven archiefstukken