Uw zoekacties: Kranten

Kranten ( Regionaal Archief Dordrecht )

beacon
7.730  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
DC_1899 De Dordrechtsche Courant, 1899
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Dordrechtsche Courant, 1899-01-14; p. 5
Naam krant:
De Dordrechtsche Courant
Datum:
1899-01-14
Jaargang:
1899
Pagina:
5
Een lid van het centrum in de Fransche Kamer, de heer Rose, heeft thans bij het bureau
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Regionaal Archief Dordrecht
laatste wijziging 21-05-2015
1 gedigitaliseerd
 
 
 
 
 
DC_1899 De Dordrechtsche Courant, 1899
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Dordrechtsche Courant, 1899-01-18; p. 5
Naam krant:
De Dordrechtsche Courant
Datum:
1899-01-18
Jaargang:
1899
Pagina:
5
De heer Rose blijft bij zijn voornemen om aan de Kamer voor te stellen, aan de strafka- mer van het Hof van Cassatie, krachtens art. 1 der wet op de contradictoire instructie van 8 December 1897, de. bevoegdheit te ontzeggen ‘vonnis te wijzen in het verzoek om revisie van
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Regionaal Archief Dordrecht
laatste wijziging 21-05-2015
1 gedigitaliseerd
 
 
 
 
 
DC_1899 De Dordrechtsche Courant, 1899
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Dordrechtsche Courant, 1899-01-31; p. 1
Naam krant:
De Dordrechtsche Courant
Datum:
1899-01-31
Jaargang:
1899
Pagina:
1
te willen laten op het zuiver justitieel terrein, waar zij thuis behoort, brengt het kabinet haar thans zelf weer op politiek terrein en dat wel door eene gelegenheidswet, welke, gesteld dat zij door de Kamer wordt aangenomen, bijna zeker door den Senaat zal worden verworpen, in welk geval dus een conflict dreigt tusschen de beide Kamers, dat wel ‘eens op den val van het ministerie kon uitloopen. Wel ontkent het ministerie, dat men hier met eene gelegenheids- wet te doen heeft, maar de erkenning door zijn president Dupuy aan de commissie uit de Aamzr voor het onderzoek van het soortgelijk voorstel van den heer Rose, dat het ministerie tot zijn besluit is gekomen door de conclusie van den eersten president van het Hof van Cassatie Mazeau in zijn rapport over de aantijgingen van Quesnay de Beaurepaire, „dat het, zonder in eenig opzicht de volkomen achtenswaardigheid van de leden der strafkamer te verdenken, verstandig zal zijn, in de buiten- - gewone omstandigheden, waarin wij thans ver- keeren, niet aan de st afkamir alleen de ver- antwoordelijkheid te laten voor het te wijzen von- nis”, zegt in deze genoeg. Blijkbaar heeft die couclu ie de regeering z lve verrast, althans de Soír beweert dat de minister van justitie Lebret nog getracht heeft president Mazeau te bewegen haar te wijzigen, maar dat Mazeau da rop slechts geantwoord heelt, dat het verzoek daa toe hem
Maar op welke gronden beru-t die conclusie dan? Reeds in de vergadering der commissie voor het vomstel-Rose vroeg het Kamerlid Renault-Molière Zaterdag den minister-president of er in Mazeiu’s rapport namen worden ge- noemd, want als dat niet het geval is, zal het alle lcden der strafkamer in verdenking bren- gen. Dupuy ontweek die vraag echter, door te verklaren dat de commissie niet gerechtigd was ze hem te stellen, aangezien die betrekking heeft op het in te dienen regeeringsontwerp en het nog niet bekend is naar welke commissie dat zal worden verwezen. Het schijnt echter vast te staan, dat in het rapport geen namen worden genoemd. Begrijpelijker wijs wordt van verschillende kanten aangedrongen op openbaar- - making van het rapport en de afgevaardigde Georges Berry moet dan ook reedshet voor- nemen hebben kenbaar gemaakt om hedem in de Kamer mededeeling te verzoeken van. den uitslag van het onderzoek in zake Quesnajr de Beaurepaire. Wel verwacht mtn dat de regeering zulks ‚zal weigeren, op grond dat.
Gevonden alinea's: 2
Organisatie: Regionaal Archief Dordrecht
laatste wijziging 21-05-2015
1 gedigitaliseerd