Uw zoekacties: Kranten

Kranten ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Oude kranten zijn bij uitstek geschikt om informatie te vinden over grote en kleine gebeurtenissen uit het verleden, maar ook vind je er veel gegevens in over personen, advertenties van bedrijven, verslagen van sportwedstrijden enz.

Hier kun je op ieder willekeurig woord zoeken in tienduizenden krantenpagina's van voornamelijk lokale kranten uit Noordoost-Brabant:

- Boxmeers Weekblad, 1868-1945 (Boxmeer en omstreken)
- De Echo, 1881-1945 (Cuijk en omstreken, Gennep en Zuid-Gelderland)
- Graafsche Courant, 1852-1949 (Grave tot Boxmeer en omstreken)
- Udensche Courant, 1910-1970 (Uden, Veghel, Erp, Boekel, Gemert en omstreken)
- Krantenknipsels Bende van Oss

De jaargangen t/m 1945 zijn online te doorzoeken en bekijken, de jaargangen vanaf 1946 vanwege auteursrecht alleen op onze studiezaal.

Let op: alle teksten zijn via ocr (optical character recognition, automatische tekenherkenning door de computer) toegankelijk gemaakt. De ocr-software maakt daarbij veel fouten. Een i of l wordt dan bijvoorbeeld als een 1 herkend. Houd hier rekening mee bij het zoeken.

Tip: veel Brabantse kranten kun je ook doorzoeken via www.delpher.nl

> Algemene hulp en zoektips

beacon
18  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Graafsche Courant, 1870-04-30; 2
Naam krant:
Graafsche Courant
Pagina:
2
Datum:
1870-04-30
Jaargang:
1870
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Boxmeers weekblad, 1901-10-12; 1
Naam krant:
Boxmeers weekblad
Pagina:
1
Datum:
1901-10-12
Jaargang:
1901
toni met zijne lieden aan. Hij had het strenge bevel gegeven, dat niemand Borrero een haar zou krenken. Levend wilde hij hem vatten om hem dan naar zijne legerplaats te sleepen en daar onder uitgezochte folteringen te doen sterven. Aan den voet van den heuvel gekomen liet hij dezen door zijne soldaten omsingelen. De helft dersol- daten was van pekkransen voorzien. Het gebouw zelf zou in brand gestoken worden. Toen alle door hem aangewezen posten bezet waren, kroop hij met Ben Kebir voorzichtig tot aan het huis voort. Het geraas der drinkers voerde hen het eerst naar deze kamer. Men had in den sterken man nauwelijks zulk een katachtige behendigheid kunnen veronderstellen als hij bij deze verspie- ding gebruikte. Daar zat Borrero, nog harder razend en tierend dan de overigen. Gretig, als de tijger, die zijn prooi beloert, richtte Ben Kebir zijne vonkelende oogen op zijn vijand; zijne han den sidderden en hij moest zich met geweld be- dwiiigea om zijne tegenwoordigheid niet te ver- raden. Na een vluchtig onderzoek trokken zij zich terug om ook de overige deelen van het huis te bespieden. Alles stond met de grootste zorgeloos- heid open, niet alleen vele venster.s, maar ook de hoofdpoort, terwijl in den gang de portier rustig op de bank lang te slapen. Met den uit- slag zijner verkenning tevreden, sloop Buttoni weder naar de zijnen terug om de laatste beve len te geven; terstond daarop rukte de kolonne van alle kanten tegen het huis op; Borrero scheen reddeloos verloren. Of het een toeval of bijtijds ingeziene noodza- kelijkheid van voorzorgmaatregelen was, valt moeielijk te zeggen, maar kort nadat de beide verspieders zich verwijderd hadden, trad de hof meester Filippo, minder bcschonken dan de overigen, het voorhuis binnen en maakte den slapenden portier wakker. «0p, luie vlegel,» riep hij, terwijl hij hem by
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Boxmeers weekblad, 1901-10-19; 1
Naam krant:
Boxmeers weekblad
Pagina:
1
Datum:
1901-10-19
Jaargang:
1901
In het volgende oogenblik vlogen de brandende massa's door zekere handen geslingerd, door de open vensters der eerste verdieping naar binnen en spoedig sloegen aan alle kanten de vlammen uit. Terzelfder tijd stormde Buttoni met de zijnen naar de poort. Met een vreeselijken vloek schudde hij haar, om ze te openen maar tervergeefs. Da- delijk trekt hij zijn strijdbijl van heup; krakend beukt het ijzer op de planken; de soldaten hel- pen hem; rechts en links vliegen de spaanders onder de woedende houwen weg; nog eene laatste inspanning, de paneelen breken vaneen en met een luiden krijgskreet storten de soldaten. met Buttoni aan hun hoofd, het huis binnen. Daar heerschte intusschen eene grenzenlooze verwarring. Bij het eerste alarmgeroep van Filippo waren de slapende dienaars weder opgesprongen; bleek van scluik hoorden zij het geschreeuw van den aan- stormenden vijand en stoven in het volgende oogenblik met angst vervuld, zonder te weten waarheen, uit elkander. Eenige loopen naar de huisdeur om daardoor naar buiten te komen; de donderende bijlslagen aan den buitenkant drijven hen echter terug; zij ijlen naar de vensters; blin- kende lanspunten grijzen hen tegen; ook hier geene redding. Jammerend loopen zlj door het huis rond; de meest bevreesden verschuilen zich in de hoeken, de moedigsten grijpen naar de wa- penen en beginnen met de aanrukkende soldaten, man tegen man, strijd op leven en dood. Intusschen was de Saraceen, door wraaklust aangezet en vreezend dat Borrero hem zou ont- ^appen, naar een der vensters gesneld van het
vertrek, waar deze 'zich bevond, om daar de wacht te houden en, als de soldaten het huis zouden binnengedrongen zijn, bij de gevangenneming van den woesteling behulpzaam te zijn. Bij zijn aan- komst zat het gezelschap nog onbezorgd bijeen. Het eerste geroep van den hofmeester was in het woeste gedruis verloren gegaan. Spoedig echter veranderde het tooneel; Filippo wierp plotseling de deur open en riep zoo hard hij kon: «Te wapen, heeren! Het huis is door den vijand om- singeld Is De bijslagen die op de deur vielen, het ge schreeuw van Buttoni's manschappen, het angst- geschrei der dienaars bevestigden zijne woorden; ontzet stonden de drinkebroers op. Gedurende een oogenblik heerschte er groote verwarring, toen echter grepen de meesten naar dewapenen en namen zoo goed als zij konden deel aan den strijd. Maar Borrero, die het ergste beschonken was en zich bij het plotseling rumoer terstond de raad- selachtige verdwijning van Fatima's lijk herin- nerde, geraakte bijna buiten zich zelven van schrik. Doodsbleek ijlde hij naar een venster om daar langs de vlucht te nemen. Hij opent het raam, ziet naar buiten en deinst met een doordringen- den angstkreet terug: vlak voor hem staat met een door woede verwrongen gelaat, het ilikke- rende mes in de vuist, als een duivel uit de hel — Ben Kebir. Doodsangst ^ijpt den woesteling aan; als waan- zinnig loopt hij onder luide jammerkreten van het vertrek naar den anderen; steeds luider wordt het geschreeuw der strijdenden in de gangen; steeds heviger het geknetter der vlammen; het dak is reeds op het punt van in te storten. Thans stormt Buttoni, nadat de laatste tegenstander on der zijne slagen gevallen is, naar binnen. Met een gillend hoongelach spring op hetzelfde oogen blik Ben Kebir door het venster; te zamen stor-
Gevonden alinea's: 2
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Boxmeers weekblad, 1901-12-28; 1
Naam krant:
Boxmeers weekblad
Pagina:
1
Datum:
1901-12-28
Jaargang:
1901
zuchtigen Hohenstauffer belangrijk genoeg is, om zich met zijn eigen hand tot zijn erfgenaam te maken. Laat medelijden met hem hebben, wie wil, ik houd hem slechts voor een stijfhoofdigen dwaas.9 «Ssdert wanneer leeft de keizer met hem in onmin ? Wat is er dan toch eigenlijk voorge- vallen ?» «Dat is een lange geschiedenis, waar niemand het rechte van weet. De best ingelichten, zooals don Filippo, dateeren de geheele zaak reeds se dert den dag van Lyon, of eigenlijk nog vroeger, Toen reeds zou Frederik Thddaeus van Suessa, die zooals gij weet den 11 Februari van het vo- rige jaar voor Parma gevallen is, meer genegen zijn geweest, waarom hij ook hem tot zijn gezant bij het concilie benoemde. Dat was een gevoelige slag voor den kanselier, die zelf gaarne daarheen zou gegaan zijn. Maar wat kon hij er tegen doen ? De keizer hield hem bij zich. De arme Thad- daeus was, zooals gij weet, te Lyon niet geluk- kig. Het was ook inderdaad eene onmogelijkheid Frederik va:n de misdaden, die men hem ten laste legde, vrij te pleiten. De gezant was ten einde raad en zond naar Turijn, om nieuwe instructies. Toen zou de kanselier zich aangeboden, om de geheele zaak weder in orde te brengen. Maar hij bracht het er nog slechter af en keerde onver- richter zake terug. Nu droeg hij natuurlijk van alles de schuld, te meer nog, daar hij opzettelijk den door den paus bepaalden termijn voor de uitspraak verzuimd had en te Lyon verscheen toen de afzetting reeds uitgesproken was. Daarbij rees nog een nieuw vermoeden tegen hem op, daar men den keizer medegedeeld had, dat hij tegen diens uitdrukkelijken wil in het geheim met den paus onderhandeld had. Frederik ontstak hierover in de grootste gramschap, te meer wijl de kanselier geene openlijke verklaring wilde ge ven van hetgeen hij bij den paus gedaan had.
Ten laatste gelukte het hem echter den keizer door de heiligste verzekeringen eenigszins gerust te stellen, maar de kloof bleef bestaan. Zoo iets vergeet de wantrouwende Hohenstauffer niet. Se dert dien tijd werd hij aanmerkelijk koeler tegen De Vineis. Hij verstiet hem wel niet geheel, maar schoof hem toch meer en meer op zijde. Zelf toen Thaddaeus omkwam heeft hij hem niet eens in zijne gunst hersteld.s dSinds dien tijd, antwoordde Lorenzo, is Fre derik, naar ik hoor, want ik kom slechts zelden aan het hof — buitengewoon treurig en men- schenschuw geworden. De nederlaag heeft hem diep getroffen.ji Dat is te begrijpen,!) bemerkte Luigi, want se dert dien dag gaat het met zijn geluk achteruit. Thaddaeus van Suessa leed eene vreeselijke ne derlaag. De inwoners maakten een ontzaggelijken buit. Wapenen, lastdieren, bagage en geld, den geheelen harem des keizers, vele beambten, de wagen met de vaan van Cremona, de keizerlijke diadeem, het rijkszegel, schepter en kroon, alles viel den vijand in handen en werd naar Parma gesleept. Dit ongeluk was echter nog niet genoeg. Spoedig vielen Ravenna, Forli, Cervja, Imola, Forlimpopoli, Cesena en Faenza hem sif en nu een paar dagen geleden, hebben de Bologneezen koning Enzio vreeselijk geslagen en hem zelfs gevangengenomen, ik herhaal het u, het loopt met den keizer naar het einde. De hohenstauffer is als vernietigd. De tijding van enzio's gevan- genneming heeft hem zoozeer aangegrepen, dat hij een hevigen aanval van koorts heett zooals don Fiioppo mij mededeelde, toen ik met hem hedenmorgeu vanwege den kanselier sprak. aVanwege den kanselier ? Heeft hij u dan iets opgedragen ? «Ja zeker; hij heeft mij gisteren laten roepen en mij bijna op de knieSngebeden of ik mat don Filippo wilde spreken en hooren hoe de keizer
hem gezind was, en of hij niet goed dacht, dat hij weder eens zijne opwachting aan het hof maakte, vooral nu dat zware ongeluk Frederik getroffen heeft.» sNu wat meende don Filippo ? (tjuist hetgeen ik reeds vooruit gedacht had, dat de kanselier moeielijk een ongeschikter oogen- blik dan juist dit kiezen kon. Het zal een ware donderslag voor hem zijn. Daarom ben ik ook nog niet naar hem heen gegaan, ofschoon hij waarschijnlijk reeds lang pijnlijk in hetprieelop mij zit te wachten. Thans zal ik er echter heen- gaan, want eens moet hij het toch vernemen. Nu, leef wel, Lorenzo; veel genoegen op uw wa- tertochtje.j> Daarmede geleidde hij zijn vriend naar den Arno-oever, waar deze in een bootje staple dat in het loof verborgen lag en stroomafwaarts roeide Luigi echter ging naar het huis. Terwijl de beide vrienden zoo hunne gevotlens uitten over den toestand der zaken met betrek- king tot den kanselier, zat deze in de diepste neerslachtigheid in het prieel van zijn tuir. Droe- vig staarde hij op het zilveren kruisje van Chiara dat hij in den laatsten tijd altijd bij zich droeg, wijl het hem aan zijne ruster herinnerde, die on der zulke droevige omstandigheden gestor'en was. Wie treurig gestemd is, vertoeft gaarne bij smar- telijke herinneringen. Hoe eenzaam was het in de laatste jaren om hem geworden! Zijne gade was gestorven; zijne dochter met een rijk grond- bezitler in Sicilie gehuwd, was ver v.eg getrok- ken; vernederd en in ongenade gevallen, stond hij zeif als grijsaard verlaten en alleen in de we reld, want zijn jongste zoon Federigo, die nog bij Item gebleven was, kon als kind het verdriet zijns vaders niet beseffen en hem y een troost ver- schaffen. Troost I ach, hij gevoelde zulk een bfr. aoefte aan troost I Wordt vervol^d^
Gevonden alinea's: 3