Uw zoekacties: Kranten

Kranten ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Oude kranten zijn bij uitstek geschikt om informatie te vinden over grote en kleine gebeurtenissen uit het verleden, maar ook vind je er veel gegevens in over personen, advertenties van bedrijven, verslagen van sportwedstrijden enz.

Hier kun je op ieder willekeurig woord zoeken in tienduizenden krantenpagina's van voornamelijk lokale kranten uit Noordoost-Brabant:

- Boxmeers Weekblad, 1868-1945 (Boxmeer en omstreken)
- De Echo, 1881-1945 (Cuijk en omstreken, Gennep en Zuid-Gelderland)
- Graafsche Courant, 1852-1949 (Grave tot Boxmeer en omstreken)
- Udensche Courant, 1910-1970 (Uden, Veghel, Erp, Boekel, Gemert en omstreken)
- Krantenknipsels Bende van Oss

De jaargangen t/m 1945 zijn online te doorzoeken en bekijken, de jaargangen vanaf 1946 vanwege auteursrecht alleen op onze studiezaal.

Let op: alle teksten zijn via ocr (optical character recognition, automatische tekenherkenning door de computer) toegankelijk gemaakt. De ocr-software maakt daarbij veel fouten. Een i of l wordt dan bijvoorbeeld als een 1 herkend. Houd hier rekening mee bij het zoeken.

Tip: veel Brabantse kranten kun je ook doorzoeken via www.delpher.nl

> Algemene hulp en zoektips

beacon
274  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Krantenknipsels Oss, criminaliteit Oss en omgeving; 138
Naam krant:
Krantenknipsels Oss
Pagina:
138
Jaargang:
08-04-1938 / 23-04-1938
Het ,,Hbld." schrijft over deze affaire het volgende, dat geheel met onze informaties klopt: „Zoo is het — volgens onze zegslieden — herhaaldelijk voorgekomen, dat personen in verhoor werden genomen en getuigen opge- roepen over zaken, die zeker niet tot de be- voegdheid van den opsporingsambtenaar be- hooren. Dezelfde personen richten tot de marechaussee het verwijt, dat zij bij het hoo- ren van getuigen niet met de dringend nood- zakelijke omzichtigheid te werk zijn gegaan. Als voorbeeld wer dons genoemd een onder zoek, dat door de marechaussee werd inge steld naar de gedragingen van twee geeste lijken. Dit zou zijn geschied op aanwijzing van een man, die reeds herhaaldelijk met den strafrechter in aanraking is geweest en wiens handel en wandel ook overigens zeer te laken is. Een persoonlijke veete tegen een der priesters zou hier een groote rol heb ben gespeeld en daarom — aldus oordeelde men — was voor de marechaussee dubbele omzichtigheid geboden. Behalve dat de be trokken geestelijken werden gehoord, heeft de marechaussee ook een groot aantal jeug- dige personen in de kazerne ontboden en daarbij vragen gesteld, die men als zeer on- tactisch, zelfs onkiesch kenschetste. Ons is gebleken, dat omtrent deze aangelegenheid inderdaad bij de justitie klachten zijn inge- diend, zoodat dit een onderdeel van het on derzoek heeft uitgemaakt." D'G vrees is reeds bij voorbaat uitgespro- ken, dat door het ingrijpen van Den Haag de in gang zijnde onderzoeken niet zouden worden doorgezet. Voor hen, die dit vrees- den mag de verklaring van minister Gose- ling in antwoord op de vragen des heeren Wijnkoop een gerustelling zijn. Men kan er daarenboven gerust 6p zijn, dat den marechaussees, over ieder belang door deze departementen wordt gewaakt, geen onrecht zal geschieden. Een interpellatie in de Tweede Kamer. Bij den aanvang hedenmiddag van de z It- ting der Tweede Kamer heeft de heer Drop (S.D.) verlof gevraagd, den minister van Justitie vragen te mogen stellen over de voorloop
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Krantenknipsels Oss, criminaliteit Oss en omgeving; 59
Naam krant:
Krantenknipsels Oss
Pagina:
59
Jaargang:
1933-1934
NAUWELIJKS had ik den klopper in zijn smeedijzeren holte laten vallen, of Pierre Laborel kwam mij zelf open- doen. Ik vond hem bleeker dan vorige jaren, met een leelijken rimpel onder de oogen, en het Bcheen me dat zijn haren bij de slapen grgs waren geworden. Hij had het sigarenpijpje, dat hij tusschen zijn dikke lippen geklemd had, uit den mond genomen en opende wijd zijn armen bij wijze yan begroeting. Pierre Laborel was jagermeester en kende maar twee hartstochten: de jacht en het op- zetten van dieren. Ik versta daaronder, dat hij er plezier in had om zelf het grove wild, dat hij in de bergen schoot, op te zetten: vossen, Wilde zwijnen, gemzen, enzoovoort. De hall van zijn buitenhuis leek daardoor veel op het hoi van een pelsjager. Er hing een doordrin- gende geur van buitgemaakte dierenhuiden. Dadelijk trok mijn vriend mij mee naar den reusachtigen schoorsteen, waar de takken- bossen gereed lagen voor het eerste Septem- ber-vuurtje. „Nou, wat zeg je ervan?" Midden tusschen de takken zag ik een ge- weldig nest met drie magere vogels er in; drie opgezette en mooi geverniste jonge arenden eperden hun gulzige bekken open naar een denkbeeldige prooi. Hun glazen oogen waren groot van inspan- ning, een licht dons bedekte de magere lichaampjes en men kon zich voorstellen dat ij zich met hun nog zwakke klauwen vast- itlemden aan het binnenste van het nest, dat de jager op een van de bergtoppen in den omtrek van de rotsen had losgemaakt. ,,Wat,heb je met de oude dieren gedaan?" Vroeg ik aan Laborel. ,,Het wijfje heb ik doodgeschoten, maar het piannetje wist te ontkomen." „De jongen zijn niet gewond...." Laborel antwoordde met een glimlach; ,,Dat epreekt vanzelf! Om ze niet te beschadigen heb ik ze gesmoord, net als duiven." Hij stroopte zijn fluweelen mouw op en liet me zijn onderarm zien, vol litteekens. ,,Zelfs zoo jong zijn hun bekken al scherp als scheer- jnessen!" Het begon donker te worden in de hall, en met een instinctieve beweging richtte ik mijn blik naar het
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Krantenknipsels Oss, criminaliteit Oss en omgeving; 45
Naam krant:
Krantenknipsels Oss
Pagina:
45
Jaargang:
1933-1934
„Belachelijk om zich op te winden over een hospita," dacht zij in haar kleedkamer. „Wat weet deze vrouw van mij en van mijn Zij legde blauw poeder op en tipter luchtig met een groote dons'oyer haar strak gezicht. Maar toen zij in den spiegel keek, wist zij plotseling dat zij nooit over zichzelf tevreden was. Opeens herinnerde zij zich de manier en de wijze, waarop de hospita zich altijd uit- driikte: „Zoo! zoo! spoken danst zij, dat win- keljuffie! Nu danst zij spoken en doet wau- hopig. Wonderlijk, zooals spoken er bovenop kunnen komen. Maar zij k6men er bovenop. Zij moet zich uitspreken, natuurlijk, ze moeten zich alien uitspreken, wie zou anders een spookachtigen dans dansen? Ben eerlijke ziel? Wat? Ik ben nieuwsgierig wat zij nu danst! 0, zoo, Narcose! Natuurlijk, zij danst Nar- ,cose, dacht ik het niet." Dit hoorde de danseres in haar kleedkamer en zij hoorde het nog op de planken, toen zij haar derden dans danste. Een narcose-dans, een blauwe schemering, een blauw noodlot, een vergif. Maar het gif van de derde rij rechts maakte haar bewegingen slepend, het verlamt haar leden.... „Zoo, zoo, dit danst zij. Het is wel aardig! En zoo iets wordt beroemd...." Steeds hoorde de danseres deze woorden die zij haar vroegere hospita in den mond legde. lets zwaars, iets verlammends kwam in haar bewegingen, zij sleepte .kettingen.... Dat scheen echter precies te zijn zooals het moest, want toen :.ij aan het slot tusschen de gor- dijnen verdween en bevend op den eersten fluittoon wachtte, brak een donderend applaus los De danseres zat in haar kleedkamer. Het was pauze. Zij herinnerde zich een gesprek met de hospita. Duidelijk hoorde zij den ge- ringschattenden toon. „Nu, en hoe zit bet met de kunst?" op een manier alsof de vrouw wilde zeggen: „Nu, hoe is het met je verlorea ziel?" Het antwoord van de danseres was een klacht. de klacht van elken echten kunstenaar, het eeuwige ongeloof aan zichzelf. En op 'jenmaal nam dit ongeloof geheel en al bezit van haar. zij was totaal le
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Krantenknipsels Oss, criminaliteit Oss en omgeving; 7
Naam krant:
Krantenknipsels Oss
Pagina:
7
Jaargang:
1933-1934
Het moet me van het hart.... de heeren van „De Joodsche Invalide" zijn vreeselijke men schen. Het is eenige jaren geleden dat Ik, vaa den Prins geen kwaad wetend, in Parijs voor het cafe de la Paix zat te suffen en met een lodderoog naar de film keek die onafgebroken voorbij stroomde. Amsterdam en zijn lief en leed waren verre van mij en de wereld scheen op dien milden lente-ochtend niet heelemaal onbehagelijk. De film stroomde en stroomde en ik nam een teug cafe-au-lait en zou net weder verder droomen toen naast mijn tafeltje een mij wel- bekend gezicht oprees en ik schouwde in een paar vriendelijke oogen. En ineens was ik niet meer in Parijs maar zat weer in Amsterdam, zag mij in gezelschap van directeur Gans in het nieuwe gebouw der „Joodsche Invalide" dat toen alwegr te klein was en dat tien-, hon- derdmaal zoo groot zou moeten zijn om al het leed van den Joodschen invalide in lief en rust om te zetten. De naast mij opgedoken heer was een be- stuurder van de J.I. en ik begreep het al; hij wilde een klein aanmoedigingswoord in de S.O.S. hebbe-n voor de toen op touw gezette loterij. En weiger dan maar eens! Ook al zoudt gij het willen, het zou u niet glad zitten. Een veertien dagen geleden lag ik te bakken in het Noordzeebad Zeezonbad en weer dacht ik aan niets. De hemelkoepel was van een teer blauw, de zee had de kleur van een parel- moeren oorschelp en het zand was als dons. Weer draaide zich voor mijn oogen een film af, nu een strand-film en weer waren Amsterdam met zijn li?f en leed verre en ik wilde juist d« oogen sluiten voor een innerlijke overpeinzing toen er, net als te Parijs, een hoofd naast me opdook en twee vriendelijke oogen mij aan- keken en voordat de heer Gans, want nu was het de directeur in eigen persoon, iets kon zeg gen, had ik al uit mijn zwempak mijn vulpen te voorschijn gehaald — zelfs in zee gaat een behoorlijk journalist niet zonder vulpen want je kunt nooit weten wie er te interviewen is — en begon te schrijven en ik schreef dat je wel e
Gevonden alinea's: 1