Uw zoekacties: Kranten (gescand)
beacon
146.922  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad, 1840-01-16; p. 4
Naam krant:
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Datum:
1840-01-16
Jaar:
1840
Pagina:
4
io nadenkend is geworden; waarom zij den laatsten tijd mij drin- » gend gesmeekt heeft om eene verzoening te mogen bewerken tus » schen haren oom en mij, ten minste voor haar mijn gebod op t( » heffen, dat zij nimmer eenige gemeenschap met de Romanizowt » hebben zoude. Nu is het mij helder waarom zij verbleekte „toen zij wist dat zij mijn’ ergstevijand, in den nood had bijge-staan, ( bijgestaan, ) zij heeft mij zulks niet durven verhalen, zij’ s heeft mij „geenen bijstand durven vragen. Czerniwitz, gij zijt mijn man. „vlieg naar Romanizow en bied hem deze 200 ducaten aan; drin; » ze hem op, als kwamen ze van u,want armoede, neen! dit „mag de broeder, van mijne Anna niet lijden. )> Generaal! zeide Czerniwitz, uw geld zal Romanizow niet van » mij aannemen. Vergun mij u vrijelijk mijne gevoelens te open » baren. Gij zult zulks mij vergeven, wijl gij verklaart, dat gij » mij niet ongenegen zijt. Romanizow heeft schuld, maar denk » eens na, mijn Generaal! hebt gij de les betracht van Hem, dien » ook de krijsman erkent als zijn eenigste leermeester— niet ze- » venmaal, maar zeventig maal zevenmaal zult gij uwen broeder, » uwen natuurgenoot, vergiffenis schenken. » Generaal! uw geld, neen, dat breng ik niet, maar uw aan- » bod tot verzoening, ja, laat mij dit brengen, en dan zal de slag » van Bergen mij, hoe ongelukkig ook voor mij in hot bijzonder » uitgevallen . steeds eene troostrijke herinnering zijn. » Ik was krijgsgevangen, ik heb al het leed gevoeld, wat aan » dezen toestand eigen is. Brave, edeldenkende Hollanders heb- » ben mij, in mijnen toestand oneindig veel goeds, gedaan! Eer zij » dit goede volk! maar in Rusland wedergekeerd, heb ik anderen » bevorderd gezien, en ik ben nog, die ik was, toen gij mij te » Alkmaar met eenen hartelijken handdruk verliet. Maar dit alles » is niets, indien ik u slechts kon verzoenen met Romanizow, » dan eerst geloof ik, Powlona waardig te zullen zijn”, „ „ Dat geschiedt nooit, zeide de Generaal Hermaan ”, ik, ik bied » hem
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad, 1840-04-01; p. 2
Naam krant:
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Datum:
1840-04-01
Jaar:
1840
Pagina:
2
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad, 1840-05-09; p. 4
Naam krant:
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Datum:
1840-05-09
Jaar:
1840
Pagina:
4
burg en andere duitsebe sleden, om eenige waterwerktaigen - onderzoeken. Omtrent ‘dezen tjjd werd hij benoemd tot Com-missaris ( Commissaris ) Inspecteur van den waterstaat der departementen v den Rjjn, de Schelde en Maas. Eene Commissie uit het bestu • der republiek had in Februarij 1803 zich naar Vreeswijk begeve om den toestand in oogenschouw te nemen van een land, c door ijsgang en overstrooining bedreigd werd. De Baron Brantz w-as aan het hoofd dier Commissie, welke gaarne gebruik wilde maken, van de kennis en ondervinding van Blanken. Zij dro hem dan ook gewigtige bevelen op, die hij met die voorzigti heid uitoefende, welke den man van ondervinding kenmerkt en waardoor dan ook de bedreigde gewesten behouden bleven. 1 bekroning voor deze gewigtige diensten werd hg benoemd tot Lui tenant-Colonel. Daar de oorlog met Engeland op het onverwacl : was uit gebroken, werd hij met de Heeren Six en Jacobson t nociud, om als gevolroagtigde Commissarissen den eersten Cc . sul van Frankrijk die inlichtingen te geven, Welke hij begeerd wegens den toestand der havens en reeden der Bataafsche rep • bliek, ten einde te weten, of hij den vijand door schepen, die deze havens geëquipeerd moesten worden, zoudea kunnen aanvi i len, en of uit deze havens het transport der troepen gemakkel ji ten uitvoer zoude te brengen zijn. De Bataafsche Commissariss hadden hunne eerste audiëntie op den 15 Janij op het paleis v. ,, Saint Cloud, en den 25 werd het traetaat, hetwelk bepaalde, we een deel de Bataafsche republiek aan deze expeditie nemen zouc geteekend. Het groot belang der haven van den Helder vo de zekerheid van llolland is genoeg bekend en derzelver b -
Blanken werd belast over dit onderwerp een rapport uit te brengen, llij onderwierp zijne opmerkingen den 16 Julij i 803 aa i het bestuur; in 1810 voud hij deze zijne memorie en zijne plan-nen ( plannen ) met derzelver vertaling in het Fransch weder bij het depar-tement ( departement ) van oorlog te Parijs, hij herzag en verbeterde dezelve. Napoléon ;was er zood uiig mede ingenomen, dat hij bev I gaf, het punt van den Helder, en den post van het Nieuwe- diep naar deze beginselen te versterken, en dat wel genoegzaam op al die gronden , welke Blanken had opgegeven; slechts kregen deze fortificatiën eene grootere uitgebreidheid, dan die Welke eei-st door ouzeu bekwamen Ingenieur ontworpen waren. Napoléon, dien Blanken op zijne reize vergezelde, onderzool zelf in 1811 deze gewigtige plaats, en gaf eene zoo volkomen»- goedkeuring aan de inzigten van onzen bekwamen waterbouwkun-dige, ( waterbouwkundige, ) dat hij, na alle puntea van deze militaire positie te heb ben onderzocht, hem hevel gaf, op de plaats zelve een plan t ontwerpen van een zeemagazijn, en om eene nieuwe zeestad aa het Nieuwediep te stichten. Deze ontwerpen werden onderzocht in den winter V.m 1811 c 1812 te Parijs; zij werden eenigzins gewijzigd en goedgekeurd. Het was op den 14 Januarij 1812 in den raad der ministers, waar bij ook Blanken tegenwoordig was, dat Napoléon na lange debatte zeide: ik verkies, dat het eskader van de Helder daar aan de kaai Ham voor den aanstaanden tointer. Het bestuur werd toevertrouw aan Blanken. Alleen ondersteund door Hollandsche Ingenieur; waaronder zich zijn zoon bevond, ondernam hij dit werk. Hij moest als het ware een dijk in zee bouwer
Gevonden alinea's: 2