Uw zoekacties: Kranten (gescand)
beacon
8.732  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad, 1840-06-06; p. 3
Naam krant:
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Datum:
1840-06-06
Jaar:
1840
Pagina:
3
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad, 1840-07-11; p. 4
Naam krant:
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Datum:
1840-07-11
Jaar:
1840
Pagina:
4
De naam van dezen Heer was Meijer; hij was geneesheer in het leger van Buonaparte geweest, en door zonderlinge omstandighe-den ( omstandigheden ) was hij in Egypte gebleven, toen het Fransche leger van daar vertrok; toen de Grootvizier en zijn leger Groot Cairo binnen trok, stelde zich Meijer onder de bescherming van denzelven; hij was een man van groot verstand en bekwaamheid. Hij werd dik-wijls ( dikwijls ) wegens zijn beroep door Turksche eikeieren bezocht. Hoewel hij bestendig eene wacht in zijn huis had, was ik toch bevreesd, dat hij wegens mij onaangenaamheid met de Turksche ofljeieren zou kunnen krijgen, waarom ik hem verlof verzocht, om naar Uaza of Ghizeh te mogen vertrekken, waar zieh Engelschen be-vonden, ( bevonden, ) wijl ik daar zonder vrees voor de Turken zijn zoude. Hij vroeg mij, of het mijn voornemen was, om weder naar Euro-pa ( Europa ) terug'te keeren. Ik antwoordde, dat indien het mogelijk was, ik zulks hoopte. Toen gaf hij mij een getuigschrift, waarin hij schreef, dat ik van de Oltomannen bevrijd was geworden , schonk mij eene beurs, die eenige Yenetiaansche dueaten bevatte, en liet mij vermomd door een klein kanaal naar de rivier de Nijt vertrekken, van waar ik naar Gaza of Ghizeh kwam. Bij mijne aankomst daar, begaf ik mij dadelijk naar den opper-bevelhebber ( opperbevelhebber ) (*) van het Engelsehe leger, dien ik vernam, dat uit Indie gekomen was, en maakte hem met mijne ongelukken be-kend, ( bekend, ) daar ik hem te gelijker tijd hot getuigschrift, dat Mijnheer Meijer nnj gegeven had, liet zien, en verzocht eene pas, om naar Rozctta te gaan, welke hij mij beloofde. Gedurende mijn verblijf alhier vergezelde ik verscheidene officieren van het I0 e , 80 s en 88r regiment om dc pyramiden van Gaza te beschouwen, daar ik met de^laats bekend was, en ook de Arabische taal verslond. Wij namen eene boot met vier inboorlingen en zakten een ka- (*) Dit was de Majoor Generaal Sir David Baird, welke uit B
r^vriw.'n f»,:. in overvloed, en zoo goedkoop als in eenig deel van Egypte. ; hebben verschillende soorten van viseh, die voornamelijk gevang wordt in een meer, dat tusschen Rosetta en Bequier ligt, zest. mijlen van Alexandrie. In Rosetta wordt men zeer door vlier ,s en muskieten geplaagd; maar de tegenovergestelde zijde, de Delta, is bevrijd van deze insecten; dit is de fraaiste oord van geheel Egypte.' Toen ik ongeveer zes weken in Rosetta geweest was, d zich eene gelegenheid op, om met Engelsehe troepen ter zee nam Alexandrie te trekken, waar wij in vier en twintig uren aankwam _ lk bevond, dat de Engelsehe troepen twee mijlen van de stad 1 geeampeerd waren. In de stad ontmoette ik vele van mijne hmn- genooten (Italianen) welke hier langen tijd als kooplieden gewoond hadden. Ik maakte mij aan hen bekend en verhaalde hun mijn ongelukken. Zij hadden medelijden met mij en hielden eene ïnschnj vino- voor mij, om mij de middelen te verschaften, om naar Eu - pa te kunnen vertrekken; maar daar ik hoorde, dat mijn weid , ncr Meijer van Cairo aangekomen was, die ondernomen had buskruid voor de Turken te vervaardigen, vervoegde ik mij da delijk bij hem; en ik was zeer verblijd hem \e zien, en liy z verwonderd mij in het land te vinden. Ik bleef ongeveer tv maanden bij hem, toen hij mij verhaalde, dat hij weder naar Ca: terug ging, maar dat hij mij niet mede nemen kon Ik zoi zeer verheugd zijn geweest, als ik bij hem had kunnen hlyven, na welk gedeelte der wereld hij ook ging. Toen de Heer Meijer i m. Alexandrie vertrokken was, werd mij een aanbod gedaan i
Gevonden alinea's: 2