Uw zoekacties: Kranten (gescand)

Kranten (gescand) ( Gemeentearchief Zaanstad )

Zoeken in Kranten

beacon
429.168  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
ZWB-1840 Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad, 1840-02-06; p. 1
Naam krant:
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Datum:
1840-02-06
Jaar:
1840
Pagina:
1
;cn leger van 20,000 man en gelijk doorgaans, niets berigt, ;en Hongaarschen pianospelei ijne moedertaal verleerd' jaarschcn adel te worde n de laatste’ dagen niei wccu uiu . .aucm<uiu ^ mcuw «cru ’ene school omvergeworpen en meester en leerlingen gekwetst,, ja ieljs een der laatsten gedood) magr ook vele 'plaatsen in H'wHcn-
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Gemeentearchief Zaanstad
laatste wijziging 04-10-2016
1 gedigitaliseerd
 
 
 
 
 
ZWB-1840 Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad, 1840-02-20; p. 3
Naam krant:
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Datum:
1840-02-20
Jaar:
1840
Pagina:
3
èlijk; als gij het beveelt vertrekken wij. i) Strack gij zult de bevelen van mijnheer volgen. » Goed mijn heer de Graaf. En een' lakei, in tien rouwlivrei vertoonde zich; zijne houding kentéekende. dat hij van goeden huize was. Hij wachtte op de bevelen, die men hem zoude geven. >, Maar mijn heer de Graat , ik bezweer u, dat gij mij door uwe vriendelijkheid verlegen maakt. » Misschien betaalt gij mij dezelve wel ieens. Indien gij wilt zullen wij ons dadelijk aan tafel zetten; de weg is lang, wij zulten laat aankomen. Neemt gij het aan om met mij te ontbijten? » Zeer gaarne, daar gij het zoo vriendenlijk aanbiedt. » Zeer wel! Strack om twaalf ure de paarden voor. Dit voorval had plaats in dë entreézaal van het hotel du Lion Cauronné te Etampes. Van de twee personen, van welke wij hier spreken, was de een dcnzelfden dag, de andere den vorigen avond De gene, welken men met den naam van mijn heer den Graaf bestempelde, was een man van vijf en zestig of zeventig jaren; groot, vrolijk, levendig, praataehtig. Zijne trekken, die door den ouderdom eenigzins veranderd waren, gaven aan zijn gelaat een waardig voorkomen. Hij liep regt op; zijne stem w,1s krachtig en beschaafd. Zijn equipage was naar den laatsten smaak; hem scheen sedert- langen tijd de toon eigen te zijn om te gebieden. De persoon, in wien de Graaf zulk eene levendige belangstelling stelde, was een jong mensch van een goed uiterlijk, ongeveer acht en twintig jaren oud. Hij reisde met eerie postchais , en scheen zeer verlegen te zijn wegens liet breken van zijn rijtuig bij het bin-nenrijden ( binnenrijden ) te Etampes. Aan zijne manieren zag men, dat hij een militair was; zijn gelaat was bleek en hij scheen smart te lijden. Beiden droegen een rood lintje in het knoopsgat, en als ik mij wel herinner, was het in 1813, dat deze reis geschiedde. Het ontbijt werd een weinig overhaast gebruikt. De twee gasten onderhielden elkander over het hand, waar door zij reisden en Toén zij in het
» Zij zal wel toegaan, hoop ik f » Dat moet een geduchte sabelhouw geweest zijti. De jongman grimlachte: » ja mijn heer de Graaf. » En welk een knaap heeft u zoo beet gehad. » Een pruisisch huzaar. » Wij kenden die Heeren nog niet te Fontenoi. » Ik heb alle middelen van genezing beproefd, maar nu geef ik den moed op. » Gij hebt ongelijk mijn waarde heer, ik verzeker u, dat men van erger kwaal kan genezen. Z.ie! en de grijsaard opende zijn vest en deed een diep lidteeken zien van eene wond in de borst. » Lieve Hemel, riep het jonge mensch hebt gij die wond in den oorlog gekregen. » Ja, mijn vriend, te Fontenoi. » Té Fontenoi! » Ik diende onder de Iigte dragonders van den Hertog van Chaul- nes, o, dat was eene heerlijke bataille. » Gij waart te Fontenoi”, viel de jonge man hem met levendig-heid ( levendigheid ) in de rede. » Met den Graaf van Saxen, helaas! ja, mijn heer! En hoe oud waart gij dan toen! n In de maand Mei dertig jaar. ■u Ik verzeker u mijn heer, dat ik u niet voor zoo oud hield. » Waarom dan? .. w ■
» Maar, verschoon mij, ik bid u; ik zoude aan uw gelaat, aan uwe houding aan uwen persoon niet gezegd hebben, dat gij slechts eenigzins ouder zijt, dan ik. » Ach! zeidede Graaf met eene uitdrukking van smart, dat komt omdat gij niet zoo als ik, zoovele gedaanteverwisselingen hebt onder-gaan; ( ondergaan; ) liet komt omdat de natuur voor u wijs en terughoudend is geweest; het komt, omdat een booze geest u niet naar de andere zijde van het stoffelijk leven heeft gevoerd; eindelijk mijn waarde heer, wanneer men u in het graf zal leggen, zult gij uw stof niet weder in beweging brengen, zoo als ik gedaan heb en gij zult niet weder ontwaken, nadat gij bijna eene eeuw znlt gesfcj- pen hebben. >» Inderdaad, dat geloof ik onk niet, antwoordde de jonge man, die zich op zijn gemak in den hoek van het rijtuig plaatste, oiu opmerkzaam naar dit zonderling verhaal te luisteren. » Den 15 mei 1720 gaf mijne moeder mij het leven. Ik herinner mij volkomen mijne moeder: het was eene schoone vrouw, groot, edel en waardig, goed, zacht en echter streng. Haar hart bezat, eenen onuitputtelijke schat van moederlijke liefde. Ik beminde haar zoo, dat zij trotseh op mijne ltefde was. Mijn vader had eene bediening aan het koninklijke hof. Bij was een edelman en eenigzins hoveling, maar hij deel! groote eer aan zijne familie zoo wel als aan het hof. Van mijne vroegste jeugd volgde ik zijne schreden.
Gevonden alinea's: 3
Organisatie: Gemeentearchief Zaanstad
laatste wijziging 04-10-2016
1 gedigitaliseerd
 
 
 
 
 
ZWB-1840 Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad, 1840-02-27; p. 4
Naam krant:
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Datum:
1840-02-27
Jaar:
1840
Pagina:
4
» , Is hij ziek 7 » Ja, mijn heer! » Eene rede te meer, om hem te zien. )> Hij neemt geen bezoek aan, mijn heer, maar ga naar boven -en meld u aan”. In eene zijkamer gekomen, werd hij ontvangen door een bevallig jong ïuensch, die hem zeide: » Zonder u gezien te hebben, ken ik u, mijn heer; mijn vader heeft van u gespro-ken; ( gesproken; ) hij is thans in gesprek met zijnen geneesheer. » Is hem iets overgekomen? » Hoe, mijn heer, hebt gij zijnen ongelukkigen toestand met ge-merkt. ( gemerkt. ) » Ik heb in uwen vader eenen aangenamen reisgenoot leeren kennen; ik heb dit slechts opgenierkt. . ... Helaas, mijn heer, mijn arme vader is krankzinnig. Heelt hij u geene lange geschiedenis verhaald. » Mijn Hemel, mijn lieer, ik kwam hemde ontknooping der- zelve verzoeken. . . . „ Ik zal dit voor hem doen, mijn heer, en ziedaar in weinige woorden deze rampzalige geschiedenis, » In 1745 toen het berigt van den slag van Fontenoi in de sa-lons ( salons ) van / ersailles bekend werd, vernam eene ongelukkige vrouw, dat haar man, haar broeder en twee van hare kinderen gedood waren Deze vrouw behoorde tot eene magtige en rijke familie; haar man commandeerde het regement ligte ruiters van den hertog van Chaulnes, en hare twee kinderen waren kadets in hetzelfde Corps. De moeder werd krankzinnig en bragt een knal ter we-reld, ( wereld, ) welke deze verschrikkelijke ziekte van hare moeder erven Deze dochter, mijn heer, is die, welke mijn vader u waar-schijnlijk ( waarschijnlijk ) genoemd heeft als mejufvrouw B”> ik ben haar zoon. Het fortuin van mejufvrouw B*% de eerbied, diei men voor hare droefheid had, de zorgen, waarmede hare bedienden haar behan-
ng weder bestaat. » Gaat hem zien, hij zal u met meer kenne, & twee jonge lieden traden bij den Grijsaard binnen die zip isgenoot als een vreemdeling ontving, en toen h.j wilde be; nen aan zijne geschiedenis van Fontenoi stond de jonge man °™, GKriS mijn heer, dat ik mij niet bedrogen had. ,, Helaas! mijn heer, ik beklaag u hartelijk, want gij zult ze, "? S, heb een beeld,, die mijeodeloo. m. » lloofdpijn?
Gevonden alinea's: 2
Organisatie: Gemeentearchief Zaanstad
laatste wijziging 04-10-2016
1 gedigitaliseerd
 
 
 
 
 
ZWB-1840 Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad, 1840-03-05; p. 1
Naam krant:
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Datum:
1840-03-05
Jaar:
1840
Pagina:
1
^(aotfeunbig ^ocrsigt. Z i a n d a m 2 Maart. Gelijk te verwachten was, heeft de onver-achte ( onverachte ) afstemming van de dotatie-wet ten behoeve van den Her- ' j de Nemours buitenslands eenen levendige» indruk te weeg ge- agt Het komt toch hier niet zoo zeer op deze afstemming zelve, s wel op het beginsel aan, waaruit zij is voortgevloeid. Dat be- asel is gedeeltelijk de, bij dezen meer bij genen minder, ingewor- ide haat tegen het Koningschap, nog door de woelingen der ’ publikeiuen en legitimisten in kracht versterkt. Het gebeurde jrt wederom, wat er onder een minder krachtig en energiek *• stuur, als dat van Bodewijk Philips van en uit Frankrijk zoude wachten zijn, eij wie weet wat die geest der woelingen, der godsdienstigheid en zedeloosheid nog brouwt. Teu gevolge der rwerping heeft., het ministerie zijn ontslag ingediend , en zijn de oegere kuiperijen van 7’Az'cr» en, de zijnen weder begonnen. ' eds schijnt deze man der intrigucs den Jast tot zamenstelling van u nieuw bewind bekomen te hebben, waarbij de Heer Gm'sot < et meer in aanmerking komt, terwijl de Héitug van Broglio bij ortduring alle deelneming aan het bestuur weigert. Wat de aanscbe zaken betreft, zoude de verheffing . van Thiers thans mier moeijlijk zijn, dan in bet vorige jaar, tijdens de beruchte abtie, toen nog Don Carlos niet overwonnen en bet verdrag van < xroto geteekend was.— In Madrid zijn de Cortes door de Ko- igiu onder luide toejuichingen en bewijzen van geestdrift geo- ad. De aanspraak schilderde den toestand van het land als ;t ongunstig, met goede hoop voor de toekomst, en gewaagde nvel van de erkenning der tegenwoordige orde van zaken door n koning der Nederlanden , als van de goede uitwerkselen der insch-Engelsche alliantie. In Engeland gaven de. nieuwe . atregelen tegen de Sheriffs nieuwe verbittering;, het bestuur gjnt evenwel met het huis der Gemeenten in dezen te willen houden. Op last van het laatste is eene vergadering der She- s met geweld verstoord.— Eene aanvra
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Gemeentearchief Zaanstad
laatste wijziging 04-10-2016
1 gedigitaliseerd