Uw zoekacties: Kranten (gescand)

Kranten (gescand) ( Gemeentearchief Zaanstad )

Zoeken in Kranten

beacon
687  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Zaanlander, 1941-05-06; p. 5
Naam krant:
De Zaanlander
Datum:
1941-05-06
Jaar:
1941
Pagina:
5
Muziekuitvoering Harmonie „De Dageraad” wvr— De harmonie „De Dageraad” moet in 1941 10 jaar bestaan en de muzikale weg, welke zij in die jaren heelt af gelegd strekt zich uit van Marie Henriëtte tot de Egmont Een respectable programma-evolutie mag dit wel genoemd worden en hoewel men inden be-ginne ( beginne ) aanspraak moest maken op menschen, welke in dit muziekcentrum hun instrument beheerschten, toch heeft zij zich een eigen weg gebaand en met de uitvoering van Zaterdag-avond ( Zaterdagavond ) inde „Jonge Prins” wel bewezen met zooveel jonge leden haar plaats waardig te zijn. Want er was veel te waardeeren in dit met goede smaak opgezette programma. Wèl moest de voorzitter, de heer M. Krom, de clementie van- het niet-talrijke publiek inroepen, voor het feit, dat „De Dageraad” in het bijzonder met veel moeilijkheden te kampen' had gehad, maar ondanks dit is men zeer behoorlijk voor den dag gekomen. De inzet van de Egmont Ouverture was niet geheel .gelijk, even zich nog hierop cohcentree-ren. ( cohcentreeren. ) Men biies (gelukkig) niet het arrange-ment ( arrangement ) van Carlier, dat inde 2e maat een „sono-rité ( „sonorité ) douce” voorschrijft, de trombones dus rust gevende. Neen, dit moet een onheilspellende aanvoering zijn. In het daarop volgende teere gedeelte is de hobo te hoog en omdat deze klankkleur zelfs in het pianissimo direct domi-neert, ( domineert, ) wordt het hinderlijk. Het verdere verloop kan voldoening geven, zelfs, als men een „con-coursmaatstaf” ( „concoursmaatstaf” ) zou aanleggen, dan kunnen er
wel gerechtigde opmerkingen worden gemaakt, maar deze zouden zich bepalen tot een wat beter letten op de nuanceering (p.p. vooral) en de waarde der noten. (In het arr„ van Carlier gesproken b.v. 5e maat van G en vervolgens steeds de laatste noot als achtste). Maarde hoofdzaak mag daarom niet uit ’t oog worden verloren en dit is, dat deze moeilijke Ouver-ture" ( Ouverture" ) toch goed werd voorgedragen. Dreissen’s Landelijke Suite kon ik voor ’t eerst eens goed beluisteren en dan kan niet anders dan déze componist-uitgever een com-pliment ( compliment ) gemaakt worden voor de eerste 2 dee-len. ( deelen. ) De inzet van het Adagietto wekt zelfs groote verwachtingen, maar het Tranquillo wordt 'onrustig gemaakt door de bovenste balk, hobo en clarinet. De dans klinkt wel bevallig en zelfs de inzet der vlinderwals is echt Fransch, het trompet-signaal ( trompetsignaal ) doet vreemd aan. De fluit is inde lage C ontstemd en het slot technisch wankel. Het derde deel voldoet allerminst een hymne aan de natuur en dan zóó breedsprakerig, dat kan slechts een averechtsche uitwerking hebben. Het schoone werk „Le Roi d’lJs” van Labo is terecht een aantrekkelijk' studiewerk voor dilet-tanten, ( dilettanten, ) want deze eenvoudige structuur gehuld in wondere harmoniën moet voor een ieder toegankelijk zijn. Met alle respect voor hét technisch kunnen moet er echter nog wel ge-constateerd ( geconstateerd ) worden, dat deze bezetting toch nog wel onvoldoende is. Als men vertolkingen van gerenommerde har_ monie’s van deze Ouverture zich voor den geest haalt, dan schiet men nog te kort in orkestraal-vereischte ( orkestraalvereischte ) effecten. Als het slot wat ontstui-miger ( ontstuimiger ) zou worden genomen, dan zou de opvat-ting ( opvatting ) van den dirigent geheel traditioneel ge-weest ( geweest ) zijn. De Medley marsch van Macher klonk frisch en hetzelfde kon gezegd worden van de pittige Süppé Ouverture „D
Gevonden alinea's: 2