Notaris-, schepen- en andere akten ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
42 zoekresultaten
sorteren op:
7603.5 Index schepenprotocol Dinther (7603.5)
155 Willem Meussen oud ca. 85 jaar, legt een verklaring af ten behoeve van Ambrosius Claessen van Berckel. Toen hij jong was, was hij knecht bij een zekere Peter Janssen en diens vrouw Anneken. Na dood van Peter hertrouwde Anneken met Willem Theunis Welten en daarna met Jan Joost Pennincx en woonde ze in een huis dat nu eigendom is van de requirant (Ambrosius) en dat bezit waas eerder afkomstig van Hendrick Boogaerts. Hij deponent weet echter niet dat de rente die door de requirant wordt geeist, door Hendrick leenderts ooit eerder in rogge betaald zou zijn, gedurende de tijd dat de requirant daar woonde, hij weet alleen dat de rente altijd in geld werd betaald zonder te weten hoeveel. Hij heeft voor ca. 33 jaar bij genoemde Anneken en haar echtgenotes gewoond en heeft er daarom goede wetenschap van. Actum 24 mei 1653, getuigen Matheus Jan Suijskens en Elias Janse van Laerschot, schepenen Dinther 1653. W. Potter, secretaris Dinther 1653
Joost ... oud ca... (valt weg door beschadiging... Marten Jans Spìerincx,
Joost ... oud ca... (valt weg door beschadiging... Marten Jans Spìerincx,
Persoon in schepenakte:
Datering:
1653
Pagina:
scan 247
Plaats:
Dinther
Toegangsnummer:
7603
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 21-12-2023
1 gedigitaliseerd
7637.41 Index Notarieel protocol Sint-Oedenrode (7637.41)
21 Transport Peter van Woensel wieldraaier en Martina Waas zijn huisvrouw te Schijndel. Verkopen aan Hendrik Roovers Lambertszoon strooidekker te Sint Oedenrode, o.a. een huis te Sint Oedenrode onder Olland en Houtum op het Hoogeinde. Hebbende aan eene einde de gemeente, andere zijde de weduwe Reinier Joosten en Antoon Verhagen, andere einde de erven Catharina van de Laar. Hun aangekomen bij koop den op 30 juni 1827.
Persoon in schepenakte:
Datering:
6-2-1833
Soort akte:
Transport
Plaats:
Sint-Oedenrode
Brevet of minuut:
minuut
Akte aanwezig:
Ja
Toegangsnummer:
7637
Inventarisnummer:
Bron:
Notarissen
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 06-12-2023
1 gedigitaliseerd
7636.98 Index schepenprotocol Sint-Oedenrode (7636.98)
15 Compareerde Jacobus Johannes van de Laar notaris bij den Edel Mogende Rade en Leenhove van Brabant en landen van Overmaze, geadmitteert binnen Breda residerende ende de getuijgen naar genoemt, juffrouw Eva Quirijns weduwe wijlen Pieter van Waas woonende alhier, in qualiteijt als universele erffgenaam van de heer Johannes van Schoonhoven in sijn leeven drossaart van de heerlijkheijt en Baronnie van Lishout. Verklaarde te constitueeren volkomen last en procuratie te geven aan Christiaan Rijken, speciaal omme uijt de naem ende van wegens de comparante te laten taxeeren allen de goederen, schepenen schultbrieven, renten en andere erffecten, dewelke de comaparante in qualitijt als voor is aangekomen, en den voorschreven heere van Schoonhoven toebehoort. Getuijgen Daniel Brem en Cornelis Snelder.
Persoon in schepenakte:
Datering:
1741
Pagina:
437
Plaats:
Sint-Oedenrode
Toegangsnummer:
7636
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 27-09-2023
1 gedigitaliseerd
7700.104 Index schepenprotocol Veghel (7700.104)
35 Voor schepenen in Veghel verschenen Jenneke Fredrix van Boxtel, vrouw van Aert Claessen van Geffen, Maria Aert van Heeswyk, weduwe van Jan Jacobs Willems, en Hendrik Klerx, schutter alhier, oud ongeveer 44 jaren, inwoners van Veghel, "lieden van eere, staende ter goeder naem en faem," om op vezoek van de heer Paukus Eckringa, stadhouder van het kwartier Peelland, een verklaring af te leggen. Jenneke Fredrix van Boxtel verklaart "dat sy op donderdag synde geweest den vyffentwintigste der gepasseerde maendt junij deeses jaers 1700 eenentsestig, des morgens met haer kar van Uden afcomende, en comende teynden den hoff van de huijsinge van de we(du)e Jan Jacobs Peete, liggende tegen over en digt by huysinge van Jan Hendrix van den Else, en welcke Jan Hendrix van den Else zy ook sag staan, in de handt hebbende een vlagseyse, kijvende en rasende sonder te konnen seggen wat hy seyde. Dat sy deponente haeren weg vervorderende gemelte Jan Hendrix van den Elsen al rasende blijvende, en sy dep(onen)te vermeende dat denselve nae haer toequam, hij haer moste spreeken, haer paerdt stil hielt, dat geseijde Jan Hendrix aen haer kar komende, alwaer sy dep(onen)te op sat, seyde: "Uw jonge weijt hier op de Hintelt met de schaepen alles aff, daer sal ik voor sijn." Dat sij dep(onen)te daer op antwoorde: "Bent gij daer baas af?" Waer op den selve antwoorde: "Jan Kanalie," tegelijk met sijn vlagseyse haer dep(onen)te een swaeren slag op haer arm toebragt, dat sij dep(onen)te vresende voor meerder onheijlen, en hy niet als tierende en vloekende haer niet als "Canalie" en "hex" noemende, met haer kar schielyk is voortgereden en hem dus ontvlugt. De tweede in ordine dep(onen)te (Maria Aert van Heeswyk) verklaert dat sij op voors(creven) dag in haer hoff sittende, hoorde de stemme van Jan Hendix van den Else, die al tierende en rasende waas, en ook hoorende de stemme van de eerste dep(onen)te, die met haer kar quam gevaeren, haer ook hoorende spreeken en tegen malcanderen kijvende,
Vervolg:
sonder juijst te konnen seggen, wat woorden er passeerde, maer van schapen hoorende spreeken. Dat zy deponente immediaet daer op hoorde dat de eerste deponent hulp riep, seggende: "Hij slaet mij." Dat sij deponente in haer selve denkende, wat scheelt mij die rusie, stil bleeff sitten, sonder haer een van beijde te sien. Den derde in ordine deponent (Hendrik Klerx, schutter) verklaert dat op dage (na syn best onthout) by de eerste deponente gestiponeert hy deponent de berken op den gemeentens dijck hadde weesen aenspitten, en komende ontrent de huijsinge van Jan Hendrix van den Else, door hem wiert aengeroepen, en by hem komende, tegen hem dep(onen)t seyde: "Gij moet de schaepen van Aert Deenen schutten, want die weyen hier alles af. Ik heb rusie gehadt van de morgen (ofwel gisteren morgen, sonder dit juyst direct te konnen bepaelen) met het wyff van Aert Deenen, (synde de eerste deponente). Ik hebbe met de vlagseyse terug gedouwt, en nu wil se my gaan beklaegen."
Persoon in schepenakte:
Datering:
9-7-1761
Pagina:
249
Soort akte:
Attestatie
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 18-05-2023
1 gedigitaliseerd