262 Henrick Bungeler en Willem Guerts schepenen der stadt Grave tuigen dat gecompareert zijn de weledele en voorsienige Hans Willem van Randwijck, lieutenant-collonel en captein over een compagnie voetknechten en heer Maximilaen van Beringen, hen voorts sterk makende voor henne andere absenten (erfge)namen en hebben geconstitueert, machtig gemaakt en in haer stede gestelt, constitueert maken machtig en stellen in hare stede mits desen de eerentachtbare en vrome Willem Goseman burgemeester tot Gennep, hem gevend volcomen macht, last en authoriteit en sonderlingh bevel om in henne name en van harentwege te regeren, te administreren en gade te slaen alle haer goederen en gronden en erven hen tegenwoordigh toebehorende daar in mede sijn begrepen degheene die op hen duer het affsterven van wijlen haeren oom Cliffert van Beringen zijn gesuccedeert en gecomen en die op hen nog sullen mogen succederen en versterven gelegen ontrent Gennep en de heerlijkheid Heijen, voorts daar sij constituanten hen Willem Goseman geconstitueerde sullen emploijeren, deselve the verhueren verpachten het jaarlicx innecomen daarvan mitsgaders van alle andere hare schulden, actien, crediten, pachten, chijnsen en renten die men hen mettertijt schuldich en ten achteren is en noch sal schuldich worden te manen, eijschen, innen en ontfangen, quitancie daeraff te geven en verlijden en daertoe met recht te bedingen, alle processen en ansderssints daer vuijt spruitende, te vervolgen sustineren en de defenderen, zoo wel int aenleggen als verweren voor alle heeren hoven, wetten en gerechten, ten alle plaetssen daar ’t sal mogen gebueren en van node wesen, litens te contesteren, eede de calumnia te sweeren, daaromme alle termijnen van rechte te observeren, eenen of meer procureurs ad lites tantum, in zijne plaetse te substitueren. En voorts etc. Gelovede etc., Mits dat de voorschreven geconstitueerde gehouden sal sijn van zijn ontfanck te doen behoorlijcke rekening, bewijs en reliqua. Zonder argelist.

61 Johan de Meijer notaris en procureur, volmacht hebbend van Peeter de Baij en dezelve in qualiteit als voogd en momboir van jonker Thomas Annoil en dat in qualiteit als erfgenamen van juffrouw Annoil heeft een aangerichte panding gedaan aan de goederen van de welgeboren heer captein Everaert Du Pijn, zo op Hall als tot Escharen, om daaraan te verhalen een som van 180 gulden, over verlopen van een jaar intrest over een capitaal van 3000 gulden 26-7-1666 en de kosten al gedaan en nog te doen, waarvan aan Captein Du Pien behoorlijk kondt en weet is gedaan. Aldus geschiedt ten overstaan van Arien Hendricx en Hendrick Peeters schepenen tot Escharen.

11 Juffrouw Johanna Catharina Paedzie weduwe mr Aelbert Cremer met heer advocaat Arnoldus Verheijen als in deze haar gekoren momboir heeft gevest heer Johan Loefs, captein van de borgerij, president van de Esschaerse en Gasselsche polder en ontvanger van de Maastol, van t haer hoogh Graevinne vanden Berch [zaliger], zeker 4e part van een bouwhof hercomende van Peter Loeffs zaliger, met huis, schuur en alle bestiaelen op de voors. hof wesende, soo groot en klein als deselve aan de Vogelhoeck onder deze gerichte gelegen is, met alle zijden en einden op en tusschen de voors. heere Johan Loeffts erve. Verkocht voor 2450 carolusguldens.

12 Compareeren Peter van Niftrik, Peeter Quak, Hendrien Kreijnen weduwe wijlen Bastiaan van Vugt, wonend alhier; Martinus Osewoldt, wonend te Rosmalen, lijfknecht van de Heer Captein Hoogenhuijzen, verklaren op verzoek van RA Wierdsma. Peter van Niftrik verklaart op maandag 9 mei, de marktdag te Nuland, op het marktveld staande heeft gezien dat Jan Dozy, alias Jan Biesen, uit de herberg en huijs van Tomas van Dieten, zag komen, evenlater gevolgd door Laurens van Dinter, en hoorde dat Jan Dozy zei tegen van Dinter: "ik doe u immers geen leed, wat zou je mij slaan?", en dat Van Dinter vervolgens zonder woordewisseling Jan Dozy tegen de grond sloeg, en op de grond liggende nog enkele slagen gegeven heeft, zodat het bloed langs zijn hoofd liep. Hij verklaart verder dat evenlater de Drosssard en zijn zoon PE Wierdsma en zag gaan in het huijs van Ermert van Nuland, en evenlater met Laurens van Dinter daar uijt zag komen, tot over het bruggetje leggende aan de groote laan van den elsbosch en daar zag dat Laurens van Dinter zijn mes trok tegen de drossaard en diens zoon, waarbij de drossaard terug wijkende (van het snijden) is gevallen, waarop van Dinter met het mes naar hem liep en zijn zoon van Dinter vastpakte en in de sloot gestooten heeft, waarna drossaard en zijn zoon zijn gaan lopen en gevlucht in het nabijgelegen huijs van de weduwe Bastiaan van Vugt, Van Dinther klom uit de sloot en ging de beiden achterna met het mes in de hand. Peter Quak verklaart het zelfde en pakte van Dinther vast toen hij bij het huijs aankwam en zei" Jonge wat doelde ". Zonder te weten wat hij antwoorde. Waarna Quak hem op geroep van zijn zuster heeft losgalaten, en van hem afgegaan , zonder verder iets meer van dit voorval te kunnen zeggen.