43 Johanna Everdina Vosch van Avesaet, huisvrouw van Pierre Michiel Serwier, ontvanger der onbeschreven middelen over Ravenstein, etc., stelt zich borg voor haar man ten behoeve van het Rijk. Gepasseerd voor Cornelis Hermanus Werner, openbaar notaris te Ravenstein en de getuigen Arnoldus Mosk en Pieter Hobbelman.

19 Maria Sonnemans, wonende te Deursen, geassisteerd door de heer A. Mosk, machtigt haar schoonbroer Hendrik Reijnier Coole, wonende te Rotterdam, om namens haar op te treden in de afhandeling van de nalatenschap van wijlen haar ouders Hendrik Sonnemans en Maria Geertruda Grunsven (of Griensven), gewoond hebbend en overleden te Rotterdam. Executeuren zijn Ludovicus Vincentius Ledeboel en Wouterus Geerling, wonende te Rotterdam. En ook om namens haar een obligatie van 1480 gulden te liquideren, die zij ten laste van de genoemde boedel heeft. Gepasseerd voor Cornelis Hermanus Werner, openbaar notaris te Ravenstein en de getuigen Stephanus Kuijper en Jan Hermanus Volmer.

18 Arnoldus Mosk en zijn vrouw Johanna Margaretha van Ratinge, wonende te Ravenstein, machtigen Jacobus Franciscus Lamberts, wonende te Rotterdam, om namens hen hun huis en erf in de Peperstraat te Rotterdam te beheren en te verhuren. Gepasseerd voor Cornelis Hermanus Werner, openbaar notaris te Ravenstein en de getuigen Hendrik van Alphen en Stephanus Kuijper.

7 Hendrik van de Wetering, oud circa 36 jaren, gepatenteerd stalhouder, wonende te Amersfoort, legt op verzoek van J. van Wilick, fungerende drossaard van stad en land van Ravenstein, een verklaring af. Comparant is op zondag 17 mei 1807 met de heer Guillaume Timmermans in Ravenstein aangekomen met een fourgon en 2 paarden. Hij heeft ze gestald bij kastelein A. Mosk te Ravenstein. Hij moest van Timmermans op 19 mei weer vertrekken en was om 11.30 uur in de stal om zijn paarden gereed te maken. Daar was ook de heer Timmermans. Er kwam een zekere man de stal binnen en die vroeg op een brutale manier aan Timmermans of hij zijn papieren terug kon krijgen. Toen die weigerde kreeg Timmermans van hem een “zware slag in het aangezicht” en de man liep weg. Volgens Timmermans zou de man Anthoon Pallada zijn, wonende te Ravenstein. Verder waren twee wasvrouwen en de keukenmeid, genaamd Dien, als getuigen aanwezig. Gepasseerd voor Cornelis Hermanus Werner, openbaar notaris te Ravenstein en de getuigen mr. L.F.W. van Cooth en J.M. Bodenstaff.