3 Vrouwe Aleida van Diependaal laatst weduwe en boedelhoudster van wijlen de edele Reijnier de Haan, in zijn leven notaris en procureur mitsgaders schepen der hoofdbank van Cuijk, als moeder en voogdesse over haar kinderen, zo in 1e huwelijk bij wijlen Jannes Haksteen alsook in 2e huwelijk bij de wijlen de voornoemde Reinier de Haan wettelijk geprocureert, uit krachte van haar meesterschap ende eensmakinge van hare voor- en nakinderen met den voornoemde Reinier de Haan haar eheman zaliger gemaakt ende gepasseert voor notaris Joan de Meijer en getuigen dd 28-05-1680 ons schepenen gebleken , en door de amptman volgens zijn toestemming dd 28/18 februari 1681 geapprobeert ons schepenen gebleken; ende verder gebruickende de ... haar vrouwe comparante voornoemd met haren voornoemde eheman Reinier de Haan zaliger in hunnen besloten van 4-03-1692 voor ons schepenen schepenen voornoemd affgedragen op den 6 maart desselden jaars, ende insgelijks gebleken voorbehouden, bij hetwelcke sij gestelt werd volkomen boedelhoudster ende meestersche en voogdesse over alle hare voornoemde voor- ende naarkinderen. Ende heeft de voornoemde vrouwe comparante geadsisteert met Rutger de Haan haren soone in desen haren gekoren ende met regt toegewesene momboir. Ende den voornoemde Rutger de Haan mede voor hem selven en sig ook sterk makende voor sijnen verdere broeders ende susters aan des gesubstitueerde richters hand gestedicht ende gevest ende opgedragen aan ende ten behoeve van Mr Jan van den Aldenburg meestermetselaar ende borger des stede Nieumegen [Nijmegen] ende Aaltjen van den Reijnaart zijn huijsvrouwe en hun erven, een rente van 50 carolusguldens jaarlijks, waarvan hde eerste pachtdag zal zijn 01-08-1695 en vervolgens van jaar tot jaar tot tijde des alfossinge ende effectuele betalinge toe, alle jaren promptelijk ende vrij van alle lasten, schattinge, heerebede 40e, 50e penning of hoedanig deselve genoemt mogen sijn off namaals genoemt mochten werden geen uitgezonderd,

62 Jan de Vroom cedeert aan Jan Wellens coopman en inwoonder alhier, een hoijveltje, gelegen in den Diependaal. Item den vercooper sal den cooper door sijn ander velt daar aan gelegen moeten wegen.

Jan Peters Beek, weduwnaar van Cornelia Ermers, wonende te St. Hubert, is genoodzaakt goederen te verkopen om voor zijn vier minderjarige kinderen te kunnen zorgen. Tot momboirs worden aangesteld Jan Peters Diependaal, Jacob Peters en Jan Ermers.

37 Aleida Hacsteen weduwe van Henricus Huijbers, in leven koster te Cuijk, moeder van 4 minderjarige kinderen, genaamd Johanna, Christiaan, Reijnier en Johannes Huijbers, thans bijgestaan door Johan van Diependaal, alsmede Johan Huijbers, oom van vaderszijde en Rutger de Haen, oom van moederszijde als momboiren over de minderjarige kinderen voornoemd verklaart f 800,-- schuldig te zijn aan Cornelis Boon, schepen te Cuijk en zijn vrouw Christina van Eijbergen à 5 % rente per jaar. Zij stelt als onderpand haar boerderij, genaamd De Heij, bestaande uit een huis met schuur en enkele percelen land, genaamd het Groot Nieuw en het Klein Nieuw.