Notaris-, schepen- en andere akten ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
Filter: Gerichtsprotocolx
276 notaris-, schepen- en andere akten
sorteren op:
7618.39 Index schepenprotocol Stad en Land van Ravenstein (7618.39)
276 le present registre le 12 juillet 1811.
(getekend) de Villert.
(getekend) de Villert.
Datering:
12-07-1811
Pagina:
scan 276
Soort akte:
Gerichtsprotocol
Plaats:
Ravenstein
Toegangsnummer:
7618
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 08-12-2023
1 gedigitaliseerd
7618.39 Index schepenprotocol Stad en Land van Ravenstein (7618.39)
275 Ordinairen regtdag gehouden den 10e junij 1811. J. van Wielick baljuw spand de bank in naam des Keizers.
In zake van Emond Barend Fremerij Kalff voor deszelfs firma in compagnie, kooplieden wonende te Rotterdam, eisschers en aanleggers ter eene, tegens, G. Timmermans, wonende te Ravenstein, ter andere zijde:
Mr. H. van Goten? als vervangende den procureur P.L. Muller, namens den eisser wagt op heden den gedaagde om te dienen van reproches en salvatien op zodanige producten als bij inventaris ter rolle van 26 november 1810 door den eisser zijn geëxhibeerd, of om daar van te renuntieeren op paene van versteek cum expensis.
Den gedaagde, visie en communicatie bekomen hebbende van zulkdanige volumineuze, edoch niets beduijdende stukken van thoon, als wel door den eisser alhier aan den Edel agtbare gerigte zijn overgelgd, versoekt alsnu om te zullen mogen gemunieerd worden bij uitspraak of decisie van U Edelagtbare binne eene termijn door dezen gerigte te prefigeeren te zullen mogen dienen van reproches, daartoe versoekende de decisie van deze gerechte.
Scheepenen ordonneeren den gedaagde om ten naaste te dienen van reproches op paene van verstek.
Arrête le
In zake van Emond Barend Fremerij Kalff voor deszelfs firma in compagnie, kooplieden wonende te Rotterdam, eisschers en aanleggers ter eene, tegens, G. Timmermans, wonende te Ravenstein, ter andere zijde:
Mr. H. van Goten? als vervangende den procureur P.L. Muller, namens den eisser wagt op heden den gedaagde om te dienen van reproches en salvatien op zodanige producten als bij inventaris ter rolle van 26 november 1810 door den eisser zijn geëxhibeerd, of om daar van te renuntieeren op paene van versteek cum expensis.
Den gedaagde, visie en communicatie bekomen hebbende van zulkdanige volumineuze, edoch niets beduijdende stukken van thoon, als wel door den eisser alhier aan den Edel agtbare gerigte zijn overgelgd, versoekt alsnu om te zullen mogen gemunieerd worden bij uitspraak of decisie van U Edelagtbare binne eene termijn door dezen gerigte te prefigeeren te zullen mogen dienen van reproches, daartoe versoekende de decisie van deze gerechte.
Scheepenen ordonneeren den gedaagde om ten naaste te dienen van reproches op paene van verstek.
Arrête le
Persoon in schepenakte:
Datering:
18-03-1811
Pagina:
scan 275
Soort akte:
Gerichtsprotocol
Plaats:
Ravenstein
Toegangsnummer:
7618
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 08-12-2023
1 gedigitaliseerd
7618.39 Index schepenprotocol Stad en Land van Ravenstein (7618.39)
274 Ordinairen regtdag gehouden den 29e april 1811. J. van Wielick fungeerend bailluw spand de bank in naam des Keisers.
In zake van Fredrik Mourits Rohne nomine uxoris en W.W. Nolting q.q. eissers en aanleggers ter eenre, contra, de heer Guillaume Timmermans te Ravenstein gedaagde.
P.E. Wierdsma, procureur voor de eissers en aanleggers diend van schrifture van deductie en versoekt U Lieder vonnis. En legt over twee procuratien, de origineele acceptatie met behoorlijk zegel omllagen als mede extract uit de rol.
Guillaume Timmermans, gedaagde, legt over deductie ter voldoening van U Achtbare laatste decreet en twee origineele brieven, eene van wijlen de heer J.P. Krul en de andere van de heer Rohne en versoekt verder vonnis zo als regt is.
Scheepenen ordonneeren partijen om binne 8 dagen te fourneeren ieder 25 gulden voor sportelpenningen, zullende het overschietende worden gerenboerseerd, terwijl het te kort komende zal worden gesuppleerd.
In zake van Fredrik Mourits Rohne nomine uxoris en W.W. Nolting q.q. eissers en aanleggers ter eenre, contra, de heer Guillaume Timmermans te Ravenstein gedaagde.
P.E. Wierdsma, procureur voor de eissers en aanleggers diend van schrifture van deductie en versoekt U Lieder vonnis. En legt over twee procuratien, de origineele acceptatie met behoorlijk zegel omllagen als mede extract uit de rol.
Guillaume Timmermans, gedaagde, legt over deductie ter voldoening van U Achtbare laatste decreet en twee origineele brieven, eene van wijlen de heer J.P. Krul en de andere van de heer Rohne en versoekt verder vonnis zo als regt is.
Scheepenen ordonneeren partijen om binne 8 dagen te fourneeren ieder 25 gulden voor sportelpenningen, zullende het overschietende worden gerenboerseerd, terwijl het te kort komende zal worden gesuppleerd.
Persoon in schepenakte:
Datering:
18-03-1811
Pagina:
scan 274
Soort akte:
Gerichtsprotocol
Plaats:
Ravenstein
Toegangsnummer:
7618
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 08-12-2023
1 gedigitaliseerd
7618.39 Index schepenprotocol Stad en Land van Ravenstein (7618.39)
273 Scheepenen ordonneeren partijen over en weder om heden over vijf weeken te dienen van deductie op paene van verstek, wordende den secretaris gelast hiervan bij opene missive kennis te geeven aan den gedaagde om zig daarna de gedragen.
Ordinairen Rechtdag gehouden den 1e april 1811. J. van Wielick, fungerend baljuw spand de bank in naam des Keizers.
Den baljuw van Wielick en meester van Cooth in qualiteit als curators in de nalatene goederen van den overledene Arnoldus Schonenberg deede zeggen, dat er na gedane en 3 herhaalde reijzen bekendmakingen in het journaal geene pand crediteuren zig hebben opgedaan, dan eene obligatie scabinaal ten behoeve van het clooster Soeterbeek en eene dito ten behoeve van de onmondige kinderen van J.J. van Willigen, ieder groot 250 guldens.
Versoekende derhalven geauthoriseerd te mogen worden omme die twee obligatien uit te betalen, aangezien de intressen als dan geene voortgang hebben.
Scheepenen op alles wel gelet hebbende accordeeren het versoek aan zijde van curators gedaan, en authoriseren dezelve tot de uitbetaling van bovenstaande twee obligatien cum intressen mits binne agt dagen blijke dat dezelve dat dezelve ten prothocolle worde geroijeert.
Ordinairen Rechtdag gehouden den 1e april 1811. J. van Wielick, fungerend baljuw spand de bank in naam des Keizers.
Den baljuw van Wielick en meester van Cooth in qualiteit als curators in de nalatene goederen van den overledene Arnoldus Schonenberg deede zeggen, dat er na gedane en 3 herhaalde reijzen bekendmakingen in het journaal geene pand crediteuren zig hebben opgedaan, dan eene obligatie scabinaal ten behoeve van het clooster Soeterbeek en eene dito ten behoeve van de onmondige kinderen van J.J. van Willigen, ieder groot 250 guldens.
Versoekende derhalven geauthoriseerd te mogen worden omme die twee obligatien uit te betalen, aangezien de intressen als dan geene voortgang hebben.
Scheepenen op alles wel gelet hebbende accordeeren het versoek aan zijde van curators gedaan, en authoriseren dezelve tot de uitbetaling van bovenstaande twee obligatien cum intressen mits binne agt dagen blijke dat dezelve dat dezelve ten prothocolle worde geroijeert.
Datering:
18-03-1811
Pagina:
scan 273
Soort akte:
Gerichtsprotocol
Plaats:
Ravenstein
Toegangsnummer:
7618
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 08-12-2023
1 gedigitaliseerd