189 notaris-, schepen- en andere akten
sorteren op:
220.37 Index Beurzenstichtingen (220.37)
183a [VERVOLG AKTE] heeft de voors. testatuer tot executuers gestelt ende geordineert d’eerwerdige ende discrte mannen Heer Arnout (?) van Bern priester ende Henrick van Cuenen (?) met mijn ondergeschreven notaris over dese testatuers uijtersten wille versocht ende geroepen gevende den selven ende elck van hen volcomen macht ende autoriteijt tot volbrenginge ende uytvueringe deses testaments ende de legaten daer inne verhaelt te mogen vercoopen ende alinieren de goederen des testateurs ende alle actien credieten uytstaende schulden waer ende tot wat plaetschen gelegen te mogen ….eijschen bueren ende ontfangen quitantien vanden ontfanck te geven ende daer van voor alle richteren soe geestelijck als wereltlijck te compareren en soo in aenleggers als verwerders plaetese te geven ende met allen de schuldenaers te mogen accoderen tranfigereren soo tselve den voors. executuers profijtelijck sall verduncken voor alle welcke moeijten deses testaments heeft die voors. testatuer aen elck der voors. drije executuersgemaeckt ende gelageert twelff rijnsgulden tot twintich [668r] stuijvers elcken rijnsgulden in deen gerekent, reserverende nijettemin die voors. testatuer sijne vrije macht voors. testament lesten ende uytersten wille te moghen herroepen veranderen ofte meerderen nae sijn believen soo dickwils hem dat sal goetduncken van allen tghene voors. heeft die voors. testatuer van mij notario versocht nae sijn doot een oft meer instrument in behoorlijcke forme geexpediteert te worden tot behoef der geïnteresseerde –
Vervolg:
Aldus gedaen ten jaere maende ende dage voors. ten woonhuijse des voors. testatuers gestaen in de Verwerstrate ter presentie van de eerbare ende discrete mannen ende heeren Aernt van Eijndhouts pastoor der kercke van Oisterwijck ende Heer en Mr. Jan Gossens canonick van Beeck als getuygen hier toe geroepen ende gebeden – onder stont geschreven aldus ende ick Frans Goossens van der Borcht priester des bisdoms van sHertogenbossche openbaer notaris want ick bijde voors. testamentaire dispositie doen die in vuegen ende manieren voors. geschieden tegenwordich ben geweest ende de selve heb alsoo sien ende hooren geschieden, soo heb ick met mijn eijgen hant daer uyt geschreven ende onder mijn gewoonlijcke hantteken ende name ondertekent in oorconde der waerheijt tot allen tgene voors. [669] versocht ende gebeden op den rugge stont geschreven aldus – Gethoont dit voors. testament van de Heer en Mr. Adriaen Appels laetst rector in sijn leven des altaers van St.Jacops en St. Huijbert in de kercke van Oisterwijck ende van St. Lambert inde capelle van Udenhout is gebleken vande ….te hebben moghen testament maken int… ons Heeren duijsent vijffhondert tweeendetachtentich opden sevenden dach junij dwelcke ick attestere ende was onderteckent Hog Kelders – onder stont d’accorde van dese getranslateerde copije tegens sijn ander authenticque Latijnsche attestatie – Ick onderges. openbaer notarius tsHertogenbossche residerende – Oirconde etc. ende was ondert. Henric van Berchem – collata concordat quod attestor H. … van Duersen notarius.
Persoon in schepenakte:
Datering:
27.3.1582
Pagina:
664-669
Soort akte:
Testament
Plaats:
Oisterwijk / 's-Hertogenbosch / Berkel / Kaathoven / Heukelom / Udenhout / Gestel
Toegangsnummer:
220
Inventarisnummer:
Bron:
Beurzenstichtingen
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 29-03-2024
1 gedigitaliseerd
220.37 Index Beurzenstichtingen (220.37)
183 In den name ons Heeren Amen.
De tiende indictie van het pausdom van paus Gregorius de 18e paus en toen is verschenen voor de openbare notaris en getuigen Meester Adriaen Appels priester en beneficiaat in de parochiekerk van Oisterwijk wonende binnen ’s-Hertogenbosch welke testateur ziek op bed ligt en zijn testament wil laten opmaken via de gebruikelijke formulering etc. [665] waarna de legaten volgen: aan de Sint Jan te ’s-Hertogenbosch 4 st. eens; aan de kerkfabriek te Oisterwijk voor reparatie en onderhoud een jaarlijkse en erfelijke rente van 9 gl. per jaar en een pacht van 17 lopensen rogge die hij geldende is aan Pauwels Hessels te Berkel volgens een Oisterwijkse schepenbrief; idem aan genoemde kerk van Oisterwijk 50 Rijnsgl. volgens een Oisterwijkse schepenschuldbrief die Adriaen Blocx en zijn zoon Cornelis aan de testateur schuldig waren; aan de H.Geesttafel van Oisterwijk een erfcijns van 13 Rijnsgl. die de H.Geesttafel hem schuldig was [665r] waarbij worden genoemd de altaardienaars in de kerk van Oisterwijk en dat de altarissen of altaardienaren gebonden zullen zijn aan de feestdagen van de transfiguratie [gedaanteverandering] des Heren, Sint Antonius, de H.Kruisvinding, de onthoofding van St. Johan Baptist om als dan te zingen de gehele getijden of horas canonicas; idem aan het Convent van de zuster ter Borcht van Sint Maria geheten den Ulenborch binnen ’s-Hertogenbosch een erfcijns van 6 gl. die Jenneken, de zus van de testateur, zal ontvangen; idem aan de Joffrouwen nonnen in het Groot Gasthuis van ’s-Hertogenbosch een erfcijns van 6 gl. die Henrick de zoon van Lambert van Hees dient te betalen ‘behoudelijck dat Barbara des testateurs nicht haer leven lanck de voors. rente ontfangen sall ende dat met consent van haer overste’; [666] een legaat van 6 gl. aan de ‘Susterkens des Convents van Oisterwijck’ welke bedrag een zekere Jan van Boxtel c.s. moest betalen volgens een Oisterwijkse schepenbrief;
De tiende indictie van het pausdom van paus Gregorius de 18e paus en toen is verschenen voor de openbare notaris en getuigen Meester Adriaen Appels priester en beneficiaat in de parochiekerk van Oisterwijk wonende binnen ’s-Hertogenbosch welke testateur ziek op bed ligt en zijn testament wil laten opmaken via de gebruikelijke formulering etc. [665] waarna de legaten volgen: aan de Sint Jan te ’s-Hertogenbosch 4 st. eens; aan de kerkfabriek te Oisterwijk voor reparatie en onderhoud een jaarlijkse en erfelijke rente van 9 gl. per jaar en een pacht van 17 lopensen rogge die hij geldende is aan Pauwels Hessels te Berkel volgens een Oisterwijkse schepenbrief; idem aan genoemde kerk van Oisterwijk 50 Rijnsgl. volgens een Oisterwijkse schepenschuldbrief die Adriaen Blocx en zijn zoon Cornelis aan de testateur schuldig waren; aan de H.Geesttafel van Oisterwijk een erfcijns van 13 Rijnsgl. die de H.Geesttafel hem schuldig was [665r] waarbij worden genoemd de altaardienaars in de kerk van Oisterwijk en dat de altarissen of altaardienaren gebonden zullen zijn aan de feestdagen van de transfiguratie [gedaanteverandering] des Heren, Sint Antonius, de H.Kruisvinding, de onthoofding van St. Johan Baptist om als dan te zingen de gehele getijden of horas canonicas; idem aan het Convent van de zuster ter Borcht van Sint Maria geheten den Ulenborch binnen ’s-Hertogenbosch een erfcijns van 6 gl. die Jenneken, de zus van de testateur, zal ontvangen; idem aan de Joffrouwen nonnen in het Groot Gasthuis van ’s-Hertogenbosch een erfcijns van 6 gl. die Henrick de zoon van Lambert van Hees dient te betalen ‘behoudelijck dat Barbara des testateurs nicht haer leven lanck de voors. rente ontfangen sall ende dat met consent van haer overste’; [666] een legaat van 6 gl. aan de ‘Susterkens des Convents van Oisterwijck’ welke bedrag een zekere Jan van Boxtel c.s. moest betalen volgens een Oisterwijkse schepenbrief;
Vervolg:
een legaat aan de dekens van het ambachtsgilde van de wevers van wollen lakens te Oisterwijk 6 Rijnsgl. jaarlijks te distribueren of uit te reiken aan de armen eerlijke huisgenoten van het ambacht, waarbij genoemd worden Joost Laureijnsen tsGraten alias Bloemaerts [dubieus] in Carthoven; legaat aan de ‘arme maeghden woonende achter den toren van Oisterwijck’ van 4 Rijnsgl. die hem zijn geldende de erfgenamen van Lambert de Boict uit goederen gelegen in de Huppertingen ‘behoudelijck dat alle de cloosters ende maeghden voornoemt ten respecte van henne respectieve legaten schuldich willen sijn te biddeen tot laffenisse des testateurs siele soo well op den dach des jaergetijts als oock op andere tijden; item een legaat aan Jan en Jenneken de onmondige kinderen van wijlen Adriaen van der Elst mitsgaders aan Anneken en Catharina (?) zussen dochters van Geeraert van der Elst uit een akkerland te Hukelom ter plaatse geheten de Lange Venne welke akker plach te bezitten Geertruijt van der ….. ; idem een legaat aan Willem en Cornelis kinderen van Albert Rijsbrock een mud rogge te gelden door de erfgenamen van Peeter Jacopssen te Udenhout; idem aan dezelfde personen 2 Rijnsgl. die moet vergelden Vendix alias Ploepaert [dubieus] in Udenhout; idem een mud rogge dat Peterus Huenen moet betalen uit goederen te Heukelom; item nog 2 ½ Rijnsgl. te betalen door Jan zoon van Gijsbert van den Coen (?) wonende in ’s-Hertogenbosch; idem een legaat aan de onmondige kinderen van Cornelis Peter Appels 3 Rijnsgl. en 10 st. die moet gelden Jacop van Gilze te Gestel; idem 3 Rijnsgl. die moeten betalen de erfgenamen van Aert van de Wiel te Oisterwijk uit goederen aldaar; idem aan Cornelis zoon van Willem de Wijse man van Beatrix een dochter van Peter Appels een cijns van 6 Rijnsgl. die Peeter de Lepper uit Berkel moet betalen en nog een half mud rogge die moet vergelden Sebastiaen zoon van Aert van de Wiel; idem aan Reinier van Glabbeeck [?) man van Maergriet en aan Anna haar [667] haar zus
Vervolg 2:
dochters van Jan Timmermans en Anna Appels een zus van de testateur een rente van 20 Rijnsgl. die de testateur heffende is op de Staten van Brabant; voorts heeft de testateur gedisponeerd op zijn andere goederen die na zijn dood nagelaten zijn aan Barbara de dochter van Henrick de Beer en zijn vrouw Catharijn zus van de testateur en genoemd wordt Nicolaas de broer van Barbara welke broer in het buitenland verblijft en mochten zij kinderloos sterven [667r] dan zullen die renten strekken ten behoeve van twee arme studenten; vervolgens is sprake van twee beurzen waar van de gifters of collateurs zijn de pastoor van de kerk van Oisterwijk of zijn kapelaan ten tijde dat de pastoor absent is metde provisor van de Tafel van de H.Geest en twee ouderlingen Heer beneficiaten of altaarbedienden , welcke bursen nae dat eendrachtelijck bij voorgaenden drije vercongingen in de kercke van Oisterwijck gedaen de gisters sullen gegeven hebben begeert de voors. arme van sijnen bloede in de selve buerssen gestelt sijnde gerustelijck sonder maniere van recht oft proces daer in te blijven – ende indien egeene bequame totter studie van den bloede des testateurs en worden bevonden heeft de testatuer in dien gevalle de collatuers voors. de voors. twee burssen sullen confereren twee schanele klercken van Oisterwijck de welcke de voors. buerssen sullen houden ende besitten vier jaeren lanck duerende ten ware binnen middelen tijde eenige van den bloede des testatuers bequaem bevonden worden totter studie in welcken gevalle de schamele clercken sullen moeten wijcken ende cederen ende [668] sullen de schamele clercken alle …. jaeren de vruchten ende proffijten van de voors. buerse ontfangen – item ten eijnde dat dit tegenwoordich testament leste ende uytertse wille des testatuers ende inhouden van dijen te beter volbrocht souden worden
Persoon in schepenakte:
Datering:
27.3.1582
Pagina:
664-669
Soort akte:
Testament
Plaats:
Oisterwijk / 's-Hertogenbosch / Berkel / Kaathoven / Heukelom / Udenhout / Gestel
Toegangsnummer:
220
Inventarisnummer:
Bron:
Beurzenstichtingen
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 29-03-2024
1 gedigitaliseerd
220.37 Index Beurzenstichtingen (220.37)
154 Testament opgemaakt op 9 maart 1572 volgens de stijl van Rome, de 15e indictie van het pausdom van paus Pius de 5e paus met die naam van de maagd Anna dochter van wijlen Reijners Potteye die ziek lag maar haar verstand geheugen en zinnen waren beheerste ze nog goed en die voorgaande testamenten herriep en het testament opende met de gebruikelijke termen als ‘sterfelijk lichaam, de barmhartigheid van God, een eerlijke uitvaart met 33 kaarsen, de Sint Janskerk te ’s-Hertogenbsoch, de predikheren, de minderbroeders, Heer Jan haar broer 2 gl., het Convent der Predikheren 6 gl., spijs en drank op de dag van haar uitvaart, de conventualen van de Conventen te Boxtel, Eijkendonck, Coudewater, en Sint Annaborch brood van een ½ oort stuyver; idem nog 6 gl. aan de predikheren, bidden voor haar ziel in alle sermoenen na haar sterfdag, nog eens 50 gl. aan het convent der predikheren waar elk jaar een jaargetijde wordt gehouden; aan het Convent van de Regularissen opten Wyntmolenberch 100 gl. met verzoek om twee jaargetijden nl. een voor haar vader en moeder en haar eigen sterfdag; aan de prior van de Predikheren 3 gl. als vriendschapsgebaar; 100 gl. aan de 9 huisarmenblokken in de stad ’s-Hertogenbosch; tot onderhoud en vordering van de dagelijkse communie en ontvangenis van het eerbiedwaardig Sacrament in de dom en parochiekerk van Sint Jan Evangelist in de stad ‘alle daegen byden devoten mensch geschiet’een losrente van 36 st. uit een huis in de Stoofstraat en dat onder conditie en restrictie als Jenneken de dochter van Peter van den Boedonck op 30 juni 1575 heeft vastgelegd; idem tot alimentatie en onderhoud van een eerlijke goede bekwame ijverige jongen of klerk die begeert te studeren in de goddelijke theologie of anderszins in een universiteit om priester te worden in Leuven, Keulen of elders 600 gl., als provisoren collators en toezichthouders worden genoemd de prior van het Convent der Predikheren, de pater van het Convent der Regularissen opten Wyntmolenberch
Vervolg:
en de meester in het Groot Gasthuis in de stad en details over hun rol in deze; voorts spreekt de akte over een mud rogge dat Wouter Heseackers haar jaarlijks geldende is wat na haar overlijden toekomt aan het Mannengasthuis genoemd Jan de Wertgasthuijs [dubieus] in de Orthenstraat ober de Zevensteensebrug; idem vermaakt de testatrice aan de notaris boven zijn salaris en loon nog 2 gl.; idem vermaakt of bezet ze aan haar zuster Styntken die is geprofest in het Convent der Regularissen opten Wyntmolenberch in zoverre zij haar testatrice overleeft een bedrag van 100 gl.; aan de Heer Jan Potteije priester en broeder 18 gl. die Arent van Broeckhoven of de Heer van Loon haar geldende is; idem een rente van 6 gl. aan Peeter de Lepper te Berkel onder Oisterwijk die Ariaen Jansen van Kerckwijck te Boxtel geldende in een pacht van een mud rogge als Jan Ariens te Dinter op Vorstenbosch geldende is en na haar overlijden van Heer Jan zal dit toekomen aan de kinderen van de broers en zussen; ook vermaakt ze aan Ambrosius haar broer en Heijlken haar zus en de drie kinderen van Reijnder Potteije 6 gl.; idem worden vermneld het Groot Gasthuis en ‘schaemele meechden die hen begeren te begeven tot een geestelijken staet’ en de huisarmen binnen de stad – alles wat beschreven is heeft ze mondeling toegelicht of schriftelijk bevestigd en ondertekend, waarna een uitvoerige slotformule volgt – ‘aldus gedaen ten huijse der vs. testatrice staende in ’s-Hertogenbosch met als getuigen Heer Symon Libbosch van Ytegom priester en beneficiaat van de Sint Janskerk en Joachim Aernts Smetsers cleermaecker; notaris was Mattheus van de Weghe Luiks clericus [latijnse slotzin]
komt overeen met het origineel P.Beerdonck
komt overeen met het origineel P.Beerdonck
Persoon in schepenakte:
Datering:
9.3.1572
Pagina:
569-573
Soort akte:
Testament
Plaats:
's-Hertogenbosch / Boxtel / Leuven / Keulen / Berkel / Oisterwijk / Dinther / Vorstenbosch
Toegangsnummer:
220
Inventarisnummer:
Bron:
Beurzenstichtingen
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 29-03-2024
1 gedigitaliseerd
220.37 Index Beurzenstichtingen (220.37)
3 Eerwaarde Heer en Mr. Arndt Swaens deken der collegiale kerk van St. Geertruijdenberch en kanunnik van het kapittel in de kapel van het Graeffschen Casteel maakt zijn testament of uiterste wil waarbij genoemd worden de kinderen of erfgenamen van zijn broer Jan, die van Margriet zijn zuster, ook de kinderen van Jenneken zijn overleden zuster, de renten die hem overgemaakt zijn door zijn broer Arnt en zijn zus Lijsken, het dorp Goorle, de Petersomhoeve onder Udenhout, een som die Lijsken had op de Staten van Brabant, een rente op de stad ’s-Hertogenbosch, een obligatie op Marijken de Hont, Jan Michielssen metselaar, verwijzend naar een testament van 4 augustus 1616 gepasseerd voor openbaar notaris de Heer Geraerd van Kempen, met de opmerking dat de vrienden en erfgenamen van de broer van de testateur en diens twee zusters verklaarden niet gediend te zijn met de aanvaarding der genoemde renten en cijnzen met opgaaf van redenen en die met naam en toenaam worden vermeld nl. de eerwaarde heer en mr. Jan Hermans licentiaat in de rechten en deken van het St. Janskapittel te ’s-Hertogenbosch, Jan Willem Bloemaerts als aangestelde executeurs testamentair.
Er is overigens een akkoord gesloten t.a.v. genoemde renten en cijnzen en daarna zijn verschenen Nicolaes sone wijlen Jans Niclaess. Starts van Goorle tevens als momboir van de kinderen van wijlen Willems zijn broeders zoon van Claessen Starts fort en sterk makende, idem Jenneken de dochter van genoemde Nicolaes nagelaten weduwe van wijlen Cornelis van den Corput en haar kinderen. Niclaes en Jenneken zijn de erfgenamen van Jan de broer van de testateur. Voorts worden genoemd Jan Peters Jansen en diens vrouw Marijken dochter van Jan Joosten en diens vrouw Margriet een dochter van Nicolaes Startz van Goorle, Peter en Willem broers en zonen van wijlen Jan Joosten en diens huisvrouw Margriet de dochter van Claes Artss. van Goorle,
Er is overigens een akkoord gesloten t.a.v. genoemde renten en cijnzen en daarna zijn verschenen Nicolaes sone wijlen Jans Niclaess. Starts van Goorle tevens als momboir van de kinderen van wijlen Willems zijn broeders zoon van Claessen Starts fort en sterk makende, idem Jenneken de dochter van genoemde Nicolaes nagelaten weduwe van wijlen Cornelis van den Corput en haar kinderen. Niclaes en Jenneken zijn de erfgenamen van Jan de broer van de testateur. Voorts worden genoemd Jan Peters Jansen en diens vrouw Marijken dochter van Jan Joosten en diens vrouw Margriet een dochter van Nicolaes Startz van Goorle, Peter en Willem broers en zonen van wijlen Jan Joosten en diens huisvrouw Margriet de dochter van Claes Artss. van Goorle,
Vervolg:
idem Henrick zoon van wijlen Claes Jans Joosten & Margriet en Peter Willemss. de man van Joostken en Jan Geerartss. man van Agnees beiden zussen en dochters van Jan & Margriet, Meussen ook een zoon van Jan Joosten.
Voort wordt genoemd Leonart Janss. van Nerven inwoner van Goirle momboir van Bertken zijn vrouw dochter van wijlen Peter Artss.; Leonart tevens vanwege Jan Henricxss. van Goorop man van Agneta Arts mede verwijzend naar een brief van de meier en schepenen van de bank en heerlijkheid van Boortmeerbeke (?) dd. 10 juni jl. en procuratiebrieven van de borgemeesters en schepenen en raad van de stad Antwerpen dd. 13 juni jl.
De akte gaat verder met Willem Adriaenssen van Langenhoven man van Cornelia zijn vrouw, Jan Wouters van Gorop man van Catelijn zijn vrouw beiden dochters van Peter & Jenneken, Agneetken ook dochter van Peter & Jenneken, Jan Henricxss. van Gorop haar man vervangende Jan, Jenneken, Jacomijntje en Barbara alle vier de huidige kinderen van Arnt ook een zoon van Peter & Jenneken; idem Jan Peter Arts en Jan Gielis Beeckmans de momboiren en toeziende voogden over de andere zeven kinderen van Arnt voorschreven in twee huwelijken verwekt. Daarna volgt een serie renten en cijnzen met hun respectievelijke bedragen en worden de namen genoemd van Niclaes Jan Claessen te Hulsel, Leonart Beijens met onderpanden te Tilborch, de erfgenamen van Marten Wouters te Hulsel, de kinderen van Jan Jans Geeritss. uit goederen te Goirle, Jan Martens Laureijss. uit onderpanden te Goirle, Michiel Joosten uit onderpanden te Goirle, Jacob Joosten te Goirle, kinderen en erfgenamen van Jan zoon van Claes Starts van Goorle, Peter Willems te Goorl, Peter zoon van Claes Peeterss. tot Goorl, Arien Willems van Brouhees uit zijn goederen te Enschot, Jacob Cornelis Janss. met goederen onder Enschot,
Voort wordt genoemd Leonart Janss. van Nerven inwoner van Goirle momboir van Bertken zijn vrouw dochter van wijlen Peter Artss.; Leonart tevens vanwege Jan Henricxss. van Goorop man van Agneta Arts mede verwijzend naar een brief van de meier en schepenen van de bank en heerlijkheid van Boortmeerbeke (?) dd. 10 juni jl. en procuratiebrieven van de borgemeesters en schepenen en raad van de stad Antwerpen dd. 13 juni jl.
De akte gaat verder met Willem Adriaenssen van Langenhoven man van Cornelia zijn vrouw, Jan Wouters van Gorop man van Catelijn zijn vrouw beiden dochters van Peter & Jenneken, Agneetken ook dochter van Peter & Jenneken, Jan Henricxss. van Gorop haar man vervangende Jan, Jenneken, Jacomijntje en Barbara alle vier de huidige kinderen van Arnt ook een zoon van Peter & Jenneken; idem Jan Peter Arts en Jan Gielis Beeckmans de momboiren en toeziende voogden over de andere zeven kinderen van Arnt voorschreven in twee huwelijken verwekt. Daarna volgt een serie renten en cijnzen met hun respectievelijke bedragen en worden de namen genoemd van Niclaes Jan Claessen te Hulsel, Leonart Beijens met onderpanden te Tilborch, de erfgenamen van Marten Wouters te Hulsel, de kinderen van Jan Jans Geeritss. uit goederen te Goirle, Jan Martens Laureijss. uit onderpanden te Goirle, Michiel Joosten uit onderpanden te Goirle, Jacob Joosten te Goirle, kinderen en erfgenamen van Jan zoon van Claes Starts van Goorle, Peter Willems te Goorl, Peter zoon van Claes Peeterss. tot Goorl, Arien Willems van Brouhees uit zijn goederen te Enschot, Jacob Cornelis Janss. met goederen onder Enschot,
Vervolg 2:
Cornelis Jans Denis met goederen te Enschot, onderpanden van Wouter Janssen van Haeren te Enschot, goederen van Peter Corneliss. te Tilborch, Arnt zoon van Adriaen Thielens uit onderpanden te Tilborch, Peter Denis uit goederen te Berkel, Cornelis Verschueren uit onderpanden te Goirle, alle voorgaande namen worden nog ’n keer herhaald en toegevoegd zijn nog de erfgenamen van Anthonis Jacobs van Dun uit onderpanden te Goirle te vergelden door Wouter Geerits van Nerven, onderpanden te Goirle te vergelden door Cornelis zoon van Jan Anthonis, Jan zoon van Cornelis Diercxz., Jan Henricxss. van Gorop, Adriaen zoon van Jan Wouters; op de voorlaatste pagina komen diverse namen nog een keer terug en daarna volgt de slotformule ‘Getuijgen waeren hierover schepen inne ‘sHertogenbossche Hendrik Franssen van Gestel ende Gerardt van Hoirnbeeck gegeven den negenthiensten dach der maendt juny int jaer ons heeren duyssent seshondert ende vijff ende ….[onder het zegeltje] ondertekend door Ruijs secretaris.
Persoon in schepenakte:
Datering:
19.6.1625 (?)
Pagina:
11-16
Soort akte:
Testament
Plaats:
's-Hertogenbosch /Antwerpen / Berkel / Enschot / Geertruidenberg / Goirle / Oisterwijk / Tilburg / Udenhout
Toegangsnummer:
220
Inventarisnummer:
Bron:
Beurzenstichtingen
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 29-03-2024
1 gedigitaliseerd