63 Op 31-5-1803 verschijnt voor Matthijs Koper, notaris bij het Hof van Holland te Hoorn Meester Pieter Verloren gehuwd met Johanna Maria Nahuijs als mede-erfgename van haar ouders wijlen Gerard Johan Nahuijs en Catharina Walburg van Mansveldt, beiden overleden te Leiden in 1/6e deel in na te melden goederen zo voor haar zelf en instaande en de rato caverende voor haar broer Pieter Huijbert Nahuijs ten aanzien van het aandeel, welk zij in gemelde 1/6e competeert, wonende de comparanten te Utrecht. Zij geeft volmacht aan H. van Cranenburg, medicinae doctor te Cuijk om ten comptoir van de 40e penning van land van Cuijk aan te geven, dat de comparant mede voor zijn aandeel als mede-erfgenaam uit de hand heeft verkocht aan de rentmeester J.E. Sanders van Well en Wendelina van Bennekom echtelieden voor bedrag van Fl. 7750,-- Hollands een hooikamp Jonkerhonigerkamp genaamd; een boerenhuis, schuren, bakhuizen en aangelegen bouwlanden en houtgewassen; bouwland genaamd den Dierakker en weiland genaamd de Singsche weide; het hooiland te Linden en de rest onder Haps. Copie 1-9-1803 Cuijk.

182 Theodorus van Keijzerswerth, wonende te Hoorn, machtigt Johannes Kup, wonende te Huisseling, om te vesten aan Peter van Aar, wonende te Huisseling, een morgen bouwland te Huisseling genaamd het Hoogacker, een zijde Jan Elemans, andere zijde de pastorie van Huisseling. Bezwaard met een post Maasdijk in de Bovenpolder. Koopsom is 375 gulden.

103 Wilhelmus van Crimpen, rooms katholiek pastoor te Hoorn, en Franciscus Xavericus van Crimpen, rooms priester te Wormer, is door zijn moeder Geertruida van Dashorst, weduwe Jacobus van Crimpen per codicil op 13-09-1804 voor notaris Hendrik de Groot te Ravenstein aangesteld als executeur van haar testament. Ze machtigen A. Mosk, wonende te Ravenstein, de zaken aangaande de successie in Ravenstein te regelen. Akte opgemaakt voor Paulus Adolph van Geldrop, notaris te Hoorn.

93 Akte opgemaakt voor notaris meester Cornelis van Pomeren, notaris te Hoorn. Meester Cornelius Hubertus van Berchum en zijn vrouw Johanna Maria van Crimpen herroepen al hun eerder gemaakte testamenten en maken een testament op de langstlevende. Na het overlijden van de eerststervende krijgen de kinderen hun legitieme portie toebedeeld. De langstlevende houdt het vruchtgebruik en zal daarmee de kinderen tot staat brengen. Ze benoemen elkaar ook tot enige executeur testamentair. De moeder van testatrice, Geertruijda van Dashorst, houdt recht op haar legitieme portie.