Transport van drieachtste in een steigerschuit tusschen Maria Reynhout, zonder beroepe, huisvrouw van Hubregt Luitwieler, broodbakker, en zulks mede dezelve Hubregt Luitwieler zoo uit eigene hoofde als ter adsistentie en authorisatie zijner vrouw, Johanna Reynhout, zonder beroep, huisvrouw van Paulus Tanis, schipper op de stoomboot De Schelde, varende van deze stad op Breskens en vice versa en zulks mede dezelve Paulus Tanis zoo uit eigenen hoofde als ter adsistentie en authrisatie van genoemde zijne vrouw en Geertrui Reynhout, zonder beroep, bevorens weduwe van Jan de Smit, thans huisvrouw van Jacob Hynolf, schipper, zoo in privé als kwaliteit van moeder en voogdesse over hare met haren vooroverleden man in hweulijk verwekte en alle nog minderjarige kinderen, mitsgaders dezelve Jacob Hijnolf, zoo uit eigene hoofde als ter adsisitentie van authorisatie van genoemde zijne vrou, alle wonende te Vlissingen, verkoopers, en hunnen broeder Jacobus Reynhout, conducteur aan boord van genoemde stoomboot de Schelde, mede wonende te Vlissingen, kooper van drie achte deelen in een steigerschuit genaamd de Meeuw en gemerkt nummer zes, varende in het veer van deze stad op Breskens, en zulks met deszelfs mast, rondhoute, zeile, ankers, touwen, staand en loopende want en verdere inventairs, voor de som van driehonderd gulden