Silvester Lintermans heeft verklaard dat hij de ruil van hiervoor heeft gedaan ren behoeve van diens dochter Maria en wil dat zulks in de geschreven ruil ook als zodanig wordt vermeld en bijgevoegd. Datum 12 december 1643, getuigen Willem Niclaes Schepens en Joorden Verhoeven als schepenen., 1643

Johan de oude en Johan de jonge als zoons van wijlen Dirck Jan Wouters van Cuijck, verder Dielis zoon van Dirck Laurens als man van Catharina dochter van Willem Willem Goossens door Willem verwekt bij diens vrouw Catharaihna dochterv van Jan Wouters van Cuijck, daarin voor de eerste staak (van 6 totaal), verder Peter Henrick Jacops , mede voor Henrick en Jan Arien Damen, ook namens hun oom Frans Dirck Huijskens als man van Eerken dochter van Arien Damen, verder Adriaen Henrick Jacops en Merijen als broer en zuster van Peter Henrick Jacops, verder voor Arien, Jan en Gerirt Dircks Verhoeven, nog Henrick Bartholomeussen als man van Elisabeth dochter van Gerit Dirck Verhoeven samen allen voor een zesde deel (staak nummer 2), verder Jan Daniels van Cuijck als man van Elisabeth dochter van Nicolaes van der Vleuthen, voor hemzelf en nog voor zijn zwager Adriaen Niclaessen van der Vleuthen, samen voor een zesde part (staak nummer 3),verder Jan Wouters van Cuijck voor hemnzlf handelend en voor Dielis Henrick Francken als man van Catharina, verder voor Jan Gerit Snellaerts als man van Iken, nog voor Herman N.N. als man van Elizabeth zijnde allen zusters en dochters van Wouter van Cuijck, deze samen, 1643

Eerder hebben Peter Hendricx van Berendonck en Henrick (180) Peter Gijsbert Hoppenbrouwers steeds aan Huijbert Jacob Huijberts van Ravesteijn, zijnde kramer in Den Bosch, een jaarlijkse rente betaald van 4 gulden 10 stuivers op onderpand van een huis, tuin en aanliggend land, gelegen te Oirschot in herdgang Straten waar Hendrick Peter Gijsbert Hoppenbrouwers thans woont, verder op onderpand van bezit van genoemde Peter (van Berendonck, JT). Verschenen is nu deze Henrick Peter Hoppenbrouwers en belooft dat hij voortaan die rente alleen zal betalen zodanig dat Peter van Berendonck daarvoor is gevrijwaard. Actum als voor., 1643

Heijlken weduwe van Jan Staessen met haar voogd verkoopt de rente van 2 gulden per jaar die Dirck Jan Castermans die men ook noemt van Cuijck, had beloofd aan Gerart Henricks van Best, steeds te voldoen op Maria Lichtmisdag, op onderpand van een huis etc. groot ca. een mudzaad, gelegen te Oirschot in herdgang de Kerkhof aan de Heuvel, belendend Natael Vos, de rectoir van het O.L.Vrouwenaltaar in de O.L. Vrouwekerk hier, de gemeijnte, alles volgens brief Oirschot d.d. 6 februari 1542. Deze rente is in de deling tussen de kinderen van Geraert van Best toebedeeld aan Henricvk Geraerts en aan de 3 kinderen van Willem Gerits op 6 mei 1670 en de comparente verkoopt de rente nu aan Gerard van Kelst zoon van wijlen Hieronimus van Kelst en ze belooft alle lasten van haar kant afd te handelen. Datum 16 februari 1643, getuigen Stockelmans en Verhoeven., 1643