In de naam van de heer Jezus Amen. Vandaag zijn voor ons schepenen en secretaris verschnen Henrick zoon wijlen Henrick Peters de Coninck, ziek van de kinderpokken, maar wel in bezit van zijn verstand en geheugen, verder Enneken dochter van wijlen Jan Dircx van Berse gezond van lijf en leden, zijnde diens vrouw en beiden inwoners vn Oirschot. Ze overdenken de broosheid van het menselijk bestaan en willen daarom hun testament opmaken. (040-041) Ze bevelen hun ziel na hun overlijden aan bij de almachtige God en willen in gewijde aarde worden begraven. Ze vermaken elkaar over en weer al hun na te laten bezit, voor zover de laatslevende niet hertrouwt, en de laatstelevend kan daarmee naar eigen keuze handelen. Al het bezit dat overblijft na dood van de laatstlevende is bestemd voor de vrienden en familie van de kant van de familie waar het bezit vandaan komt, dat betekent het beit te Spoordonck gaat naar de familie van Enneken en het bezit onder Straten naar de familie de testateur, te weten aan de kinderen van Bartel en Quireijn zijnde diens broers. Die erfgenamen moeten aan Peter als broer van de testateur elk 6 gulden geven en die moet daarmee tevreden zijn. Verder zal na dood van de laatstlevende het overblijvende bezit worden verdeeld waarbij de dode hand met de levende etc. Als de laatstlevende komt te hertrouuen, zal die zich moeten houden aan het daarover bestaande landrecht en gebruik in Oirschot. (042-043) De testateurs willen dat dit testament zo wordt uitgevoerd. Datum 22 januari 1645, opgemaakt ten huize van de testateur in herdgang Straten, ter plaatse genoemd het Pieckenvelt. ten overstaan van Peter Martens van Collenberch en Anthonis Henriks van Esch als schepenen. Ondertekend door schepenen omdat de testateurs niet kunnen schrijven. te me presente G. Goossens, secretaris., 1645