Wij, schepenen, gezworenen en raadsmannen van Oirschot machtigen herbij Sijmen Goijaers Verhoeven onze medeschepen, Joorden Hermen Stockelmans en Niclaes Jacobs onze gezworenen, verder Niclaes Schepens als raadsman, om namens ons als schepenen proces te voeren dat we genoodzaakt zijn te doen tegen Aert Rutgers de Leest, Jan Peter Gerits en Goijaert Eijmberts als huidige achtmannen en tegen andere inwoners van Oirschot. om welke reden dan ook we dat proces moeten voeren en wel voor alle gerechtshoven etc, waar nodig, zowel in aanleggers als verweerders rol, verder dat proces tot het eind toe te volbrengen etc. (032) De gemachtigden mogen ook weer andere machtigen met de zelfde bevoegdheden. (033) De gemachtigden daarin alles te doen wat wij zelf voor ogen zouden hebben gehad. Wij keuren daarin alles goed wat de gemachtigenden namens ons zullen besluiten etc. en zullen hen voor alles vrijwaren. Als oorkonde opgemaakt en voorzien van ons schependomszegel. Datum 8 en 12 januari 1645., 1645

Onder de volgende voorwaardes verhuurt Adriaen Jan Anthonis Sgraets aan Aert Lenaerts zijn stede gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest. De huur loopt voor 6 jaar en kan door elk der partijen tussentijds na 3 jaar worden beeindigd maar men dient dat elkaar met Kerstmis vooraf op te zeggen. Als voorlijf zal de huurder jaarlijks 30 gulden betalen en van elk lopenzaad land 5 lopen rogge, maar in plaats van rog mag een zak gerst worden gelever en een zak boekweit en het restant ervan in goede kwaliteit rog. De pachter zal verder de helft van het fruit krijgen en de andere helft is voor de verpachter. Het korenland per a.s.oogsttijd te aanvaarden en de beemd in de Broekstraat en de tuin en dries met half maart en het huis met Pinksteren alles anno 1645. De pachter moet elk jaar op het huis 3 vijmen dakstroo leggen, elke bussel van 35 pond en de verpachter moet zorgen voor de lattenm legroedes, nagels etc. De pachter moet ook de dakdekker de kost geven en de verpachter zal de daghuur betalen etc. De pachter zal verder zorgen voor de brant en als er schade ontstaat door zijn fout is dat voor rekening van de pachter. (035) Verder moet de pachter zorgen voor onderhoud van het huis etc. Datum 16 januari 1645, getuigen Evert Ekerschoth en Anthonis Henricks van Esch als schepenen die het aandroegen., 1645

Jan zoon wijlen Peter Cornelis van den Molengracht en Niclaes zoon van Henrick Dielis Haencop als man van Enneken dochter wijlen Peter Cornelis van den Molengracht, hebben verklaard met elkaar een deling te hebben gemaakt inzake het bezit dat deze Jan en Enneken onlangs van de gemeijnte hebben gekocht. Genoemde Jan krijgt het huis de hofstad en aanliggend erf zoals is afgepaald, gelegen te Oirschot in herdgang Verrenbest ter plaatse genoemd in de Vleut, belendend Huijbert Peters van de Molengracht dat er eerder van is afgedeeld, de gemeijnte, Niclaes Henrick Henricks dat ervan is afgedeeld,. Hieruit jaarlijks de grondchijns te betalen. (038-039) Genoemde Niclaes vanwege zijn vrouw krijgt een stuk land dat is afgedeeld, ter zelfder plaatse gelegen belendend Huijbert Peters van de Molengracht, de gemeijnte, Jan Peters van de Molengracht, de gemeijnte. Hieruit de grondchijns te voldoen. De delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars bezit. Datum 21 januari 1645, getuigen Everaert Ekerschot en Anthonis Henricx van Esch als schepenen., 1645

In de naam van de heer Jezus Amen. Vandaag zijn voor ons schepenen en secretaris verschnen Henrick zoon wijlen Henrick Peters de Coninck, ziek van de kinderpokken, maar wel in bezit van zijn verstand en geheugen, verder Enneken dochter van wijlen Jan Dircx van Berse gezond van lijf en leden, zijnde diens vrouw en beiden inwoners vn Oirschot. Ze overdenken de broosheid van het menselijk bestaan en willen daarom hun testament opmaken. (040-041) Ze bevelen hun ziel na hun overlijden aan bij de almachtige God en willen in gewijde aarde worden begraven. Ze vermaken elkaar over en weer al hun na te laten bezit, voor zover de laatslevende niet hertrouwt, en de laatstelevend kan daarmee naar eigen keuze handelen. Al het bezit dat overblijft na dood van de laatstlevende is bestemd voor de vrienden en familie van de kant van de familie waar het bezit vandaan komt, dat betekent het beit te Spoordonck gaat naar de familie van Enneken en het bezit onder Straten naar de familie de testateur, te weten aan de kinderen van Bartel en Quireijn zijnde diens broers. Die erfgenamen moeten aan Peter als broer van de testateur elk 6 gulden geven en die moet daarmee tevreden zijn. Verder zal na dood van de laatstlevende het overblijvende bezit worden verdeeld waarbij de dode hand met de levende etc. Als de laatstlevende komt te hertrouuen, zal die zich moeten houden aan het daarover bestaande landrecht en gebruik in Oirschot. (042-043) De testateurs willen dat dit testament zo wordt uitgevoerd. Datum 22 januari 1645, opgemaakt ten huize van de testateur in herdgang Straten, ter plaatse genoemd het Pieckenvelt. ten overstaan van Peter Martens van Collenberch en Anthonis Henriks van Esch als schepenen. Ondertekend door schepenen omdat de testateurs niet kunnen schrijven. te me presente G. Goossens, secretaris., 1645