Uw zoekacties: Films en geluidsopnames

Films en geluidsopnames ( Fries Film en Audio Archief )

beacon
56  films en geluidopnames
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Datering:
1994
Titel:
De Vuurtoren
Maker:
Pieter Verhoeff
Producent:
Hans de Weers, Hans de Wolf
Samenvatting inhoud:
`Romantiek op de schaats en een scheet onder het bidden` noemde Hans Beerekamp in NRC Handelsblad deze driedelige serie, een poging tot het maken van een soort Nederlandse HEIMAT (1984 van Edgar Reitz). Het eerste deel begint in het Friese Lemmer, anno 1949. Heerschop leeft er met zijn familie in een gesloten gemeenschap aan de Zuiderzee. De dromen, fantasieën en ontwakende seksualiteit van de veertien-jarige botsen met de dagelijkse realiteit. Als de dood (van een verre grootvader en een lief buurmeisje) zich voor het eerst in zijn leven aandient zoekt hij troost in de afgedankte vuurtoren van het dorp, de geheime plek waar tieners mijmeren over het leven. In het tweede deel wordt Heerschop verliefd op de onbereikbare notarisdochter en componeert hij voor haar een serenade op zijn trompet. Tuinman, zijn vader, die sleepbootkapitein hoopte te worden, wordt gepasseerd door het gekonkel van de dominee en de ouderlingen. In het derde en laatste deel doet het `echte` leven zijn intrede met de terugkeer van zijn broer uit Nederlands- Indië. Heerschops eerste bezoek aan Amsterdam confronteert hem met zijn roeping, de klassieke muziek. De invloed van Federico Fellini`s AMARCORD (1973) zal niemand ontkennen, ook Verhoeff niet die zijn jeugdherinneringen zelf opschreef zonder er meteen een autobiografie van te maken. Het melodramatische wordt door de ironiserende toon weggeveegd. Knap vakwerk, door en door Hollands, maar vaak ontroerend en steeds oprecht menselijk. Het scenario is van regisseur Verhoeff. Het camerawerk is van Paul van den Bos.

Bron: VPRO (https://www.vpro.nl/cinema/films/film~486327~de-vuurtoren~.html)
Bronformaat:
Film digitaal
Kleur:
Kleur
Geluid:
Ja
Duur:
59+59+55 minuten
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Datering:
20 juni 2004
Titel:
Yn dat sykjen sûnder finen (rûch materiaal)
Maker:
Pieter Verhoeff
Samenvatting inhoud:
Earst wurdt der kofjedronken, Tsjêbbe syn frou en Teake Oppewal binne dêr ek by. Oer de priis, de gongelstok fan Hans Berghuis, wurdt sein dat it yn bysûndere literêre priis is, om’t it ek oan bûtenlanners útrikt wurde kin. De stok komt út de erfenis fan Hans Berghuis. Dêrnei sitte Tsjêbbe, frou en beide bern yn it teater. Earst wurdt de gong fan saken útlein en mear fan sokke tarieding. Dan folget in stikje sûnder lûd, mei opnamen fan benammen it publyk. Dan wurdt der yn in taspraak ferteld oer it ûntstean fan de Hans Berghuis-priis. De gongelstok kin sjoen wurde as in symboal fan ûnderstiping, mar as priis sjogge se it leaver as in symboal fan krêft. Ferfolgens komt Teake Oppewal op it toaniel en hâldt in lofrede foar Tsjêbbe, mei dêryn wat anekdoates ferwurke. Dan komt it oan de útrikking fan de Hans Berghuis-priis ta. Neitiid wurdt Tsjêbbe lokwinske troch û.o. de bern. Syn soan sprekt him oan mei ‘Tsjêbbe’. Yn it skoft tanket Tsjêbbe Teake foar syn lofrede. Nei it skoft draacht Tsjêbbe it gedicht Fan oer see en fierder foar.
Vervolg samenvatting inhoud:
Tijdens het koffie drinken, in aanwezigheid van Tsjêbbe’s vrouw Tsjikke en Teake Oppewal, praten ze over de prijs. De wandelstok, afkomstig uit een erfenis van Hans Berghuis, is een bijzondere literaire prijs, omdat hij ook aan buitenlandse dichters kan worden uitgereikt. Opnamen waarin Tsjêbbe, zijn vrouw en twee kinderen in het theater zitten. Eerst wordt de gang van zaken uitgelegd en andere dingen. Dan volgt een stukje filmband zonder geluid, met voornamelijk opnamen van het publiek. In een toespraak wordt iets verteld over het ontstaan van de Hans Berghuis-prijs. De wandelstok kan worden gezien als een symbool van ondersteuning, maar is als prijs een symbool van kracht. Vervolgens betreedt Teake Oppewal het toneel. Hij houdt een lofrede op Tsjêbbe en vertelt een paar anekdotes. Opname van de uitreiking van de Hans Berghuis-prijs. Na afloop wordt Tsjêbbe door onder andere zijn kinderen gefeliciteerd. Zijn zoon spreekt hem aan bij zijn voornaam. In de pauze bedankt Tsjêbbe Teake voor zijn lofrede. Na de pauze draagt Tsjêbbe het gedicht ‘Fan oer see en fierder’ voor.
Bronformaat:
Film digitaal
Kleur:
Kleur
Geluid:
Ja
Duur:
57:32 minuten
Collectie:
Literatuer yn Fryslân
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Datering:
1987
Titel:
Van geluk gesproken
Maker:
Pieter Verhoeff
Producent:
Rob Houwer
Samenvatting inhoud:
Van geluk gesproken is een Nederlandse film uit 1987 van Pieter Verhoeff, met als internationale titel Count your Blessings. De hoofdrollen worden gespeeld door Peter Tuinman, Olga Zuiderhoek en Gerard Thoolen.

Het thema van de film is het langs elkaar heen leven van mensen in hun zoektocht naar geluk en het scenario volgt grotendeels de gelijknamige roman van Marijke Höweler uit 1982. De kritieken waren goed en de makers werden onderscheiden met drie Gouden Kalveren, maar in de bioscopen flopte de film. Er kwamen niet meer dan 12.000 bezoekers en de recette bedroeg ongeveer 48.000 euro.

In een Amsterdams huis wonen verschillende bewoners, verspreid over drie verdiepingen. Op de benedenverdieping woont Wouter Kalk, vrijgezel. Boven hem verblijven de kinderen van de eigenaar van het huis en verder Martijn en Martje Wilbrink. Deze studenten zijn broer en zus en afkomstig uit een welgesteld en intellectueel milieu. De bovenste verdieping ten slotte wordt ingenomen door de mislukte zangeres Karin met haar twee dochters. Ze is gescheiden en woont nu samen met de werkloze, af en toe klussende metselaar Harrie.

Vlak voor kerstmis besluit Wouter zijn moeder uit het verzorgingshuis te halen, ze is dement en hij wil haar voortaan verzorgen. Wouter komt bij de voordeur Martje tegen. Ze is net terug van college waar ze heeft geleerd over moederliefde. Volgens haar professor kent een resusaapje geen moederliefde en is ook niet in staat dergelijke liefde te geven. Net als ze naar binnen willen gaan, komt ook Karin met haar dochter aanlopen. De deur gaat open en het slecht verlichte trappenhuis wordt zichtbaar, even zijn de drie milieus van het huis met elkaar verbonden, in hun zoektocht naar een beetje geluk. In de loop van het jaar gaan de levens langzaam verder en zo nu en dan komen ze met elkaar in aanraking.
Vervolg samenvatting inhoud:
Als het jaar voorbij is en weer een kerstmis zich aandient is Martje in een crisis. Tijdens de kerstvakantie wilde ze met Martijn naar Spanje om haar vader en zijn tweede vrouw Barbara op te zoeken. Maar Martijn die had afgezien van de reis had zijn vriend Leo gevraagd met haar mee te gaan. Het blijkt dat Martje zwanger is geworden van Leo, maar die wil niets van zijn verantwoordelijkheid weten. Martje zakt steeds verder weg en lijkt haar moeder achterna te gaan, die ooit in een psychiatrische inrichting verdween en zelfmoord pleegde. Martje zit uren in de regen te huilen, totdat Karin thuiskomt en haar mee naar binnen neemt.Bij de deur van Wouter gaat het traplicht uit en Martje helpt Karin om het lichtknopje te vinden. Nu pas merken ze dat het erg stinkt bij de deur van Wouter. Een aantal maanden geleden is zijn moeder overleden en sindsdien hebben ze hem niet meer gezien. Weer zijn drie bewoners van de verschillende verdiepingen met de kerst voor de deur even met elkaar verbonden.

Bron: Wikipedia (https://nl.wikipedia.org/wiki/Van_geluk_gesproken)
Bronformaat:
Film digitaal
Kleur:
Kleur
Geluid:
Ja
Duur:
98 minuten
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Datering:
5 juli 2005
Titel:
Yn dat sykjen sûnder finen (rûch materiaal)
Maker:
Pieter Verhoeff
Samenvatting inhoud:
Tsjêbbe sil te reedriden, tegearre mei Cora. Earst bûten de iishal, dan deryn, kaartsje keapje, redens ûnderbine. Verhoeff freget wat it reedriden foar Tsjêbbe betsjut. Dêr krijt er net rjocht in andert op. Tsjêbbe hat in foarm fûn om tegearre mei Cora te riden, dat hieltyd better giet. Se binne no mei it bochtewurk oan de gong. Verhoeff freget oft de sensaasje fan it reedriden no itselde is as earder, doe’t Tsjêbbe noch wol sjen koe. Tsjêbbe seit dat it no itselde fielt as earder, mar hy kin net mear allinnich ride, der moat altyd ien by. Earder wie hy in fertsjinstlik reedrider, hy hat sels yn de Fryske seleksjegroep sitten, ûnder lieding fan Jeen van den Berg. Dan geane Tsjêbbe en Cora de baan op. Nei de tiid fertelt Tsjêbbe dat hy fernimme kin dat hy jierrenlang gjin bochtewurk mear dien hat. Hy hat it swit dik op ´e holle te stean. Hy fertelt wer oer de seleksjegroep. Earst gienen se nei de iisbaan yn Dimter, mar letter waard Thialf boud. Hy hat it begjin fan Thialf meimakke. Oer it reedriden mei syn handikep, seit hy dat er it moai fynt dat er sa’n soad minsken op klapredens ride, want dan hearst se goed oankomme. Doch is Tsjêbbe mear in natueriis-rider. Verhoeff freget oft hy wolris in gedicht oer it reedriden makke hat. Dat hat er net, mar Tsjêbbe ferwiist yn de lêste rigels fan It doarp always ready wol nei it iis en de winter. Doe’t Tsjêbbe 14 jier wie (1963) waard de alvestêdetocht ferriden. Hy hie graach meidien, mar dat mocht net om’t er noch ûnder de 18 wie. Doe’t er letter hearde hoe’n swiere tocht at it west hat, spiet him dat al wat minder. Dêrnei noch in skoft opnamen fan Tsjêbbe en Cora op it iis, mar dêr is gjin lûd by.
Vervolg samenvatting inhoud:
Tsjêbbe gaat schaatsen, samen met Cora. Opnamen buiten de ijshal en binnenin, waar ze een kaartje kopen en de schaatsen onderbinden. Verhoeff vraagt wat het schaatsen voor Tsjêbbe betekent, maar krijgt daar geen duidelijk antwoord op. Tsjêbbe heeft een vorm gevonden om samen met Cora te schaatsen en dat gaat steeds beter. Ze oefenen nu met het bochtenwerk. Verhoeff vraagt of de sensatie van het schaatsen nog steeds is zoals vroeger, toen Tsjêbbe nog wel kon zien. Tsjêbbe zegt dat hij hetzelfde voelt als vroeger. Hij kan echter niet meer alleen schaatsen, er moet altijd iemand bij zijn. Tsjêbbe was in zijn jonge jaren een goede schaatser en heeft zelfs in de Friese selectiegroep gezeten, onder leiding van Jeen van den Berg. Dan gaan Tsjêbbe en Cora de baan op. Na afloop vertelt Tsjêbbe dat hij kan voelen dat hij jarenlang geen bochtenwerk meer heeft gedaan. Hij heeft het zweet op zijn voorhoofd. Hij vertelt weer over de selectiegroep. Voordat de ijsbaan in Heerenveen werd gebouwd, gingen ze naar de ijsbaan in Deventer. Tsjêbbe heeft het begin van ijsbaan Thialf meegemaakt. Over hoe het is om te schaatsen als je blind bent, zegt Tsjêbbe dat hij het fijn vindt dat er zoveel mensen op klapschaatsen rijden, omdat hij ze dan kan horen aankomen. Tsjêbbe schaatst eigenlijk liever op natuurijs. Verhoeff vraagt of hij weleens een gedicht over schaatsen heeft geschreven. Dat blijkt niet zo te zijn, maar wel verwijst in de laatste regels van ‘It doarp always ready’ naar het ijs en de winter. Tsjêbbe was veertien jaar toen er een Elfstedentocht werd gereden (1963). Tot zijn spijt mocht hij niet meedoen omdat hij nog geen achttien was. Toen hij achteraf hoorde hoe zwaar de tocht was geweest, had hij minder spijt. Ten slotte opnamen van Tsjêbbe en Cora op het ijs (zonder geluid).
Bronformaat:
Film digitaal
Kleur:
Kleur
Geluid:
Ja
Duur:
47:55 minuten
Collectie:
Literatuer yn Fryslân