"It Boun fan Frysk-Nasjonale Jongerein - in 1936 opgericht in cafe Sobel - jowt in byld fan har simmerwurk". De film begint met beelden van een ruwe zee, het beeld van Caspar da Robles, ''het water stijgt''. Deze beelden vormen een metafoor voor de maatschappelijke ontwikkelingen zoals de bond die ervaart. De tussentitels zeggen ''sa as it wetter us jimmeroan bedrige, sa bedriget us nou de Frjemdsin''. Als bewijs daarvoor zien we een stapel Nederlandstalige tijdschriften, kranten en taalboeken. Tegen deze vreemde invloeden moet, zo zegt de film expliciet, ook een dijk opgeworpen worden. Bijvoorbeeld in de vorm van jongerenwerk (opbouw volkshogeschool), jeugdkampen (op Terschelling) en dergelijke. In de kampen leren jongeren samen te werken. Verder zien we opnamen van groepsgewijze gymnastiekoefeningen, muziek en zang en een door de "boun" georganiseerde voordrachtswedstrijd.