Behalve op de hieronder vermelde tentoonstellingen is het kazuifel ook geëxposeerd op een tentoonstelling te Cuyk in 1948 (dossier Elsen)

Behalve op de hieronder vermelde tentoonstellingen werd het kelkvelum ook geëxposeerd op tentoonstellingen te 's-Hertogenbosch in 1949 en in 1953 (cat.nr.131), op tentoonstellingen te Cuyk in 1948 en 1952, op een tentoonstelling te Nieuwkuijk in 1954 (cat. nr. Ag.0071), op een te Roosendaal in 1954 (cat. nr. Ag.0040) en op een te Düsseldorf in 1972 (dossier Elsen).
Een afbeelding van Maria met Kind (vóór de restauratie) werd door B. Leisenheimer afgedrukt als 'Meditationsbild' in W. Kettner, Tut was er sagt, Lentesdorf am Rhein, 1979 (dossier Elsen)

Het velum bestaat uit twee delen die aan elkaar zijn bevestigd met het gevolg dat de motieven niet geheel op elkaar aansluiten

De voorstelling op het velum van de engel Michael in gevecht met Lucifer kan in verband worden gebracht met het feit dat het voormalige altaar aan de noordzijde in de Kruisherenkapel was gewijd aan de H. Michael. Het velum werd, evenals het kelkvelum beschreven onder inv.nr. Ag/0310, geëxposeerd op een tentoonstelling te Düsseldorf in 1972

Volgens dossier Elsen is het velum geëxposeerd op de tentoonstelling te 's-Hertogenbosch in 1963. In de daar- bij uitgegeven catalogus echter staat het velum niet met name vermeld

Koorkap: Aan de voorzijde langs de zoom twee banen van gele zijde, bestikt met gekleurde florale motieven. In elke baan een gotische nis met respectievelijk 1. Odilia, ten voeten uit, met palmtak en pijl in de rechterhand, een staf met vaandel waarop een Kruisherenkruis tegen zich aangedrukt; 2. Helena, eveneens ten voeten uit, gekleed in een met hermelijn gevoerde mantel, een kruis in de handen. Beiden met nimbus en kroon. Schild van gele zijde met centraal, onder neogotische architectuur, Agatha in rood en groen geweven, ten driekwart lijve, met zeer lang haar, in de beide handen een nijptang en een palmtak. Buitenrand van florale motieven, identiek aan die van de banen aan de voorzijde. Aan het schild een franje van gouddraad vermengd met rode draad. Koorkap aan de onderzijde afgezet met goudfranje. Gespen van imitatie-emaille op een koperkleurig, ruitvormig plaatje. Schoudervelum: Centraal, binnen een medaillon met vierpas, het H. Hart van Christus als halffiguur, wijzend op het traditioneel weergegeven hart. De voorstelling is omgeven door een vierpasvormige sierrand met architectuurelementen in de hoeken, waarop bloem- en bladwerk. Het vijfstel werd geschonken door de inwoners van St. Agatha aan Mgr. H. Hollmann bij gelegenheid van zijn zilveren priesterfeest op 15 augustus 1900. Geleverd door "J. W." van den Wyenbergh te Kevelaer. Blijkens een rekening, d.d. 7 augustus 1900, bedroegen de kosten ƒ 1350,- (dossier Elsen). Bij dezelfde gelegenheid werd hem door de parochianen van Oeffelt een ampullenschaal (met ampullen) aangeboden, zie onder inv.nr.255. Voorts is het klooster in bezit van een brillendoos met de inscriptie "1875-1900", die ongetwijfeld ook bij gelegenheid van het zilveren priesterfeest van Hollmann werd geschonken (inv.nr. Ag/0696). Bij dezelfde gelegenheid werd ook een gedenkbord vervaardigd (inv.nr. Ag/0665). In het vermelde jaar liet Hollmann zich ook portretteren door Fr. Grips (inv.nr. Ag/0151)

Volgens dossier Elsen werd in 1871 door J. Thoonen "eene witte stoolt", ter waarde van ƒ 80,- geschonken geschonken aan pater J. de Vlam osc Mogelijk is deze te identificeren met het hier beschreven exemplaar

De voorstelling van Odilia en Johannes van Eppa gaat terug op een gravure van Löffler Jr. naar een tekening van Jo Schott van vóór 1665. Zie voorts onder inv. nr. Ag/0116 (schilderij met dezelfde voorstelling)

In het klooster te Uden bevindt zich een identieke stola