[Kaart a, Tekstblok:] Caerte ende ontwerp gedaen bij mijn ondergheschreven, door ordre vande edele heeren hooge heemraeden van Delfflant, van zeeckere ackeren ghelegen aende lantscheijdinghe tusschen Delfflant ende Schijelant, beginnende ten westen vande Doenkaede, oostewaertop totaenden drijesprongh van Rijnlandt, welcke voors. ackeren ick de breete gemeten hebbe suijver lant tusschen de sloot ghelegen buijten de caede vande lantscheijdinghe ende de dobbens ofte de naeste slooten aende caedesloot comende. Ende alsoo de ackers op diversse breete zijn door 't affdelven ofte turven, soo hebbe ick meest op alle de naeuste ende smalste plaetssen gemeten ende alle de uuijtsteeckende bouchten verbijgegaen. Ende daer geen sloot langens de caede en is hebbe hetselve tot aende tee vande caede gemeeten ende oock totaende aengevolde ofte aengewassen, sussens nijettegenstaende op eenijge plaetssen daer hout ofte rijssen op stonden. Ende is soo naegedaen als 't doendelijcken was, overmits den baggert, turff ende eenijge rijssen op verscheijden ackers stonden. Maer de lenckten vande ackers zijn nijet gemeten maer uuijt het caertbouckgen van Jan Janssen Stampijoen meest genomen ende noch eenijge bouchten bij 't ooch aengeteijckent, sonder proportije ende meestalle de naemen daerbij gestelt vande eijgenaers dijen de ackers ofte landen toebehooren. Oock de wijte gemeten van alle de oelen comende tegens de voors. lantscheijdinghe in Schijelant. Ende dit alles volgens de aenwijsinghe vande schout ende secretaris van Berckel. Ten orconden desen geteijckent in junij 1659 [Kaart a, ondertekend:] Pieter Floris vander Sallem, gheswooren lantmeter [Kaart a, losse tekst:] Schijeveensewecht, de Sestijenhovensekade, Jan Arentssen Tempel, oel, ontrent een roe, Jan Tempel 1, lant 2, water, Jan Tempel 3, oel, Roosgen 4, oel, Arij Gerritssen, oel, Roosgen 5, Roosgen 6, Huijbrecht Lenaertssen Post 7, Cornelis Claessen 8, Cornelis Claessen 9, Arij Gerritssen, Abraham Cornelis Hooren, nota dese breet

Tekst achterzijde: Caerte vande Oostcade 1619 onder de handt vande penningmeester Adriaen van Berckhoven Tekstblok: De Oostcade es lang vande Segwaertsewech tot anden Hildam Vc LXV roeden, ende es hooch onder de lijn rechtop uuijte gront gemeeten drie voeten, boven 't toeleggens opte cruijn VIII ende IX voeten, toeleggens tusschen een XVI ende XVIII voeten Tekstblok: Segwaertschewech, bevonden de Segwaertschewech op't Rijnlantsche water hooch gepeijlt te sijn III, IIII, V, VI duijm tot verscheijden plaetsen, Segwaertschewech Benthuijsen, Rijnlant, Hempolder, inbraeck, Heemlaen, Binnenwegse polder uuijtwaterende met Schielant, lantscheijdinge achter Berckel, Hildam, Houffsewech

[Titel:] Nader concept tot droogmaakinge van een gedeelte der Schieveense polder. Geleegen onder den ambachte van Overschie. Aldus gekaarteerd door de geadmitt[eerde]n landmeeter Cornelis de Graat 1783 [Losse tekst:] Noord-Ketelsepolder, Poldervaart, Oost Abtspolder, de Schie, Zwetheul, Zwetkade onder Akkersdijk, Zwet, Zwetkade, Berkelse verlaat, Schieveense landen buiten de droogmaakinge, de Hofweg, nieuw te maaken watermolen, Schieveense watermolen, verlaatsloot, ringdijk, ringdijk van de droogmaakinge, tweede blok, de Gaag, provisioneele aanrollinge, nieuw te maaken vijzelmolen, Schierust, Tempel, Roodenrijs, Schieveense Wipwatermole[n], eerste blok, de watering, te maaken Notweg of gemeen uitpad, Doenkade en ringdijk, gedeelte van de droog te maakene Zestinhovense polder, aanrollige tegen de Rijskade dienende tot een ringdijk der droogmaakinge, ringdijk van de droogmaakinge van Berkel, Berkelse polder, weg naar Berkel, Droogmaking van Berkel, landscheidinge, Droogmaking van Schiebroek [In cartouche:] Begrootinge van de bovenstaande droogmaakinge [Achterzijde:] Concept droogmaking van Schieveen 1783

Achterzijde: Caerte vande Oostcade 1619 Losse tekst: Benthuisen, Hemlaen, Rijnlandt, Oostcade, Soetermeer, Rockenveensschewech, de Segwaertsewech, de polder van segwaert uijtwaterende in Schielant, Reijersdam, lantscheijdinge achter Berckel, den Hovensijtwinde, Pijnacker, Delff, Achter Berckelse caede, landt Berckel

[Kaart a, Tekstblok:] Caerte ende ontwerp gedaen bij mijn ondergheschreven, door ordre vande edele heeren hooge heemraeden van Delfflant, van zeeckere ackeren ghelegen aende lantscheijdinghe tusschen Delfflant ende Schijelant, beginnende ten westen vande Doenkaede, oostewaertop totaenden drijesprongh van Rijnlandt, welcke voors. ackeren ick de breete gemeten hebbe suijver lant tusschen de sloot ghelegen buijten de caede vande lantscheijdinghe ende de dobbens ofte de naeste slooten aende caedesloot comende. Ende alsoo de ackers op diversse breete zijn door 't affdelven ofte turven, soo hebbe ick meest op alle de naeuste ende smalste plaetssen gemeten ende alle de uuijtsteeckende bouchten verbijgegaen. Ende daer geen sloot langens de caede en is hebbe hetselve tot aende tee vande caede gemeeten ende oock totaende aengevolde ofte aengewassen, sussens nijettegenstaende op eenijge plaetssen daer hout ofte rijssen op stonden. Ende is soo naegedaen als 't doendelijcken was, overmits den baggert, turff ende eenijge rijssen op verscheijden ackers stonden. Maer de lenckten vande ackers zijn nijet gemeten maer uuijt het caertbouckgen van Jan Janssen Stampijoen meest genomen ende noch eenijge bouchten bij 't ooch aengeteijckent, sonder proportije ende meestalle de naemen daerbij gestelt vande eijgenaers dijen de ackers ofte landen toebehooren. Oock de wijte gemeten van alle de oelen comende tegens de voors. lantscheijdinghe in Schijelant. Ende dit alles volgens de aenwijsinghe vande schout ende secretaris van Berckel. Ten orconden desen geteijckent in junij 1659 [Kaart a, ondertekend:] Pieter Floris vander Sallem, gheswooren lantmeter [Kaart a, losse tekst:] Schijeveensewecht, de Sestijenhovensekade, Jan Arentssen Tempel, oel, ontrent een roe, Jan Tempel 1, lant 2, water, Jan Tempel 3, oel, Roosgen 4, oel, Arij Gerritssen, oel, Roosgen 5, Roosgen 6, Huijbrecht Lenaertssen Post 7, Cornelis Claessen 8, Cornelis Claessen 9, Arij Gerritssen, Abraham Cornelis Hooren, nota dese breet

[Tekstblok:] Caarte ende ontworp van een te maken nieuwe vaart in 't noordteinde van Berckel opde aprobatie en toestaan vande weledele ho[ge] heemraden van Delfflandt, ten versoecke vande meeste ende voornaamste ingelanden ende inwoonderen aldaar, mitsgaders de woningen, kaden ende sloten daaraan responderende, alles gestelt opde kleine voet naar Delfflandtse maat volgens de ware ende onfeilbare konst der geometria, gedaan ende gestelt bij mijn Jacob Spoors, geadmitteert landtmeter landtmeter, residerende binnen de stadt Delft. Ten oirkonde desen bij mijn onderteickent opden XXVIIIen dagh der maant october inden jare ons Heren Jesu Christi XVIc vijffenseventigh, [Ondertekend:] J.N. Spoors, 1675. [Losse tekst:] Hase sloot, de Berckelse Noortbuijrt, Aalbrecht Aalberehsz. sloot, watering, Leendert Vranckensloot, Crotserssloot, Slobbesloot, [P]ijnakersekade, Jan Pieterz. Brogman, Cors Buitewegh, Cornelis Leendersz. Rorijs, de verbrande molen, Gerrit Huigen vander Meer, Gerrit Jorisz. Tas, Leendert Kock, Jan Leenders Rosendaal, Neeltge Jans, Cornelis van Lewen, de burgemeester Hartman, de weduwe van Claas Claasz., de stadt Delftheul, Leendert Droogh, Jacob Voorburgh, Adriaan Matroos, Matrosenheul, capitein Boreel, Dirick Cornelis Bleiswijck, Arien Cornelisz. Boer, nieu te ma[acke]n vaart, watering, Ottenwegh, Schielandt, den driesprong, gemene buijrsloot, gemene heijn- ofte buijrsloot, Berckelsekade, Rijnlandt.

[Titel:] Droogmaakinge van de Noord-, Zuid- en Westpolders in Berkel, Roodenrijs en Tempel [Cartouche middenonder:] Bovenstaande droogmaakinge geöctroieerd den 8 december 1767, waartoe de uitmaalinge is begonnen met den aanvang van october 1774, voltrokken en het eerste gewas faarvan verkogt op den 16e junij 1777. Als daarvan regenten waaren: Cornelis Schadee, schout, Paulus Kerkhof, Jan Figee, ambachtsbewaarders, H.W. Vlaardingerwoud, H.J. Cran Alderwereld, Cornelis Koot, Peije Duijvestijn, Klaas de Leeuw, Gabriël Brouwer, Mees van der Swan, Gerrit de Bruijn, agtemannen, Cornelis van der Tas, molenmeester, Pieter Rozemond, secretaris [Cartouche rechtsonder:] Register van de generaale begrootinge van de bovenstaande drooggemaakte polders, namelijk: de Noordpolder: gekaveld land, molenboezemland, dijken, togten. De Zuidpolder: gekaveld land, dijkgronden, tusschen de bermsloot en het midden van de landscheiding, togten. De Westpolder: gekaveld land, molenboezemland, dijken, togten. De geheele droogmaakinge tesame: 1034 morgen, 0 hont, 30 roeden. Aldus gemeeten, gekarteerd en bereekend door mij ondergeteekende, bij den edele Hove van Holland geadmitteerden landmeeter ten jaare 1776 en 1777, [Ondertekend:] C. de Graat '63 [Losse tekst:] Zuidpolder van Delfgaauw, Pijnakkerse polder, Zuideinde van Delfgauw, Akkerdijkseweg, Akkerdijkse polder, Oude Lee, Berkelse polder, Ruijvensekade, Meerhek, Pijnakkersekade, Strikkade, Sliksloot, Bovenwateringe, Oostwateringe, Slingersloot, Munnikkenkade, Vliegersloot, Noordeinde van Berkel, Stads heul- en togtsloot, Oude weg, Molensloot, Westmeer, Oostmeer, Kerfwateringe, kavel, Keursloot, Westpolder, Zuideinde van Berkel, Schieveensekade, Roodenrijsschekade of Zuideindscheweg, Zuidpolder, Tempel, Hoevenzijdewind ofte landscheijdinge tusschen de hooge heemraadschappen van Delf- en Schieland, dienende teffens tot een ringdijk der droogmaakingen van Berkel, Bleiswijk, Hilgersberg en Schiebroek, Pijnakker, Driemanspolder, Rijlaarsdam,

a, de plaats van de gedreijgde doorbraak, b, aangebermde kade, c, de Berkelse Zwet, d, de Zwetkade, e, gegrave slooten ingevolge 't consent van 1806, f, nieuwe agterheinsloote ingevolge 't consent van 1806, g, 't land in 't consent van 22 meij 1798 en 1806, A en B strekking van 't land ingevolge 't consent anno 1798 en 1806, Zwet, steenstorting

Zestienhove, Schieveen, Rijskade, W. van de Velde. Gedeelte vande Doenkade. Belent ten Oosten de Rijskade, en ten Westen Willem van de Velde: zijnde ter Requisitie van den heer Abr[aham] van Rijkevorsel gg: door de Landm[ete]r C[ornelis] de Graat in aug[ustus] 1778 groot bevonden, nam[elijk] dat gedeelte welk geleegen is onder Zestienhoven 6 M[orgen] 376 R[oeden] en onder Schieveen 10 [morgen] 184 [roeden] uit het midden der Kruin gemeeten, te saamen groot 16 [morgen] 560 [roeden]. Welk eenigsints bogtig beloop der voorsz[eide] Kruin, en door zwarte stippen in de bovenstaande Afbeelding aangetoond, door de Landmeeters Heinsius en Smits, in bijzijn van voorn[oemde] C[ornelis] de Graat, onder Approbatie vande Haar Wel Edelheden Dijkgraaven ende Hoogheemraden van Delf en Schieland den 24 Nov[ember] 1779, onder een Regter is gebragt, en door Roode stippen aangeweezn: zoodaanig dat echter daardoor in de grootten der twee bovenstaande partijen, geene verandering is toegebragt geworden, R[oeden]

Met de percelen grond en hun eigenaren

Met de percelen grond en hun eigenaren

[Achterzijde:] Droogmakerij van Berkel [Losse tekst:] Pissenkade, Noordeijndscheweg, brug, te maaken verheeling, te maakenen dijk, deeze twee damme nog te maaken tot behoud der scheepwerk, te maake verheeling [Eigenaren:] A: Dirk van Eijk, B: Gerrit de Bruijn, C: Arij van Rhijn, D: Johannis Verzijde, E: Willem van Rhijn, F: de heer Martinus Drost, G: Arij Noordermeer, H: Cornelis van de Rotte, I: de heer Klink, K: de heer Klink, L: Arij van Rhijn, M: de weduwe van Pieter Verzijde, N: Arij van Rhijn, O: Leendert van Wijk, P: Frank van der Klos, Q:, R: Leendert Bon, S: Arij Noordermeer, T: Johannis Noordermeer, U: IJzak Moolenaar, V: Frank vander Burg, W: Cornelis Koot, X: Roomsche kerk, IJ: Jos van de Rotte, Z: de heer Martinus Drost, & Nicolaas de Leeuw, a: David Koevoet & Leendert Happert, b: Leendert van Wijk, c: IJzak Moolenaar, d: Willem van Rhijn, e: Willem van Rhijn, f: Arij Zijdenbos & Nicolaas de Leuw, g: de heer Abraham Penning & de heer Pieter Roosemond, h: Johannis Droog, i: Johannis Vollebreg, k: Andries Wenneker, l: Leendert Happert; m. Joris van der Elst, n: Arij Zijdenbos, o: Cornelis van Wijk, p: de weduwe van Puffelen, q: Nicolaas de Leeuw & Andries Wenneker, r: Willem van Rhijn, s: Willem van Rhijn & Franc van der Klos, t: Arij van Velsen & Cornelis Rhijneveen, w: Frank van der Klos, v: de Roomsche kerk, w: Pieter Bubbert, x: Jacob Klaase, ij: Stoffel Noordhuize

[In dors:] Noordeijnde van Berkel 1715 [Tekstblok:] Ten verzoeke van de heer Dionijs Verburg door mij ondergeschreven Leendert Swemkoop, bij den edele Hove van Holland geadmitteert landmeter, gemeten ende gekaarteert de nevenstaande woning en landerije gelegen in het Noordeinde van Berkel, strekkende van de wegt af, oost op tot de landscheidinge toe. De belenten daarnevens aangetekent. En groot bevonden als in de bovenstaande lijste werd aangewezen. De buiteslooten zijn doorgaans zes voet in 't water gemeten en de binneslooten al tesamen halversloot, Delflandse maat. De lijnie A ___ B wijst aan dat van de wegt af tot daar is gelegen agt morgen en van daar af tot de landscheidinge zestien morge. Actum Voorschoten den 30 novemb[ris] 1715, L. Swemkoop [Losse tekst:] de Berkelsewegt, de heer Boon, Sijmon Konijnenburg, Heinderik de Leede, Arij Janse Bon, Arij Willemse de Hoog, den Breënacker of landscheijdinge

[Titel:] Erven, akkers en aandammingen geleegen ten oosten en langs de Noordeindscheweg, van Pissenkade tot aan het dorp Berkel, met aanwijsinge hoedaanig dezelve in conformité van het octroi tot droogmaakinge in dato 8 december 1767 naar het begrip van schout, ambagtsbewaarders en agttemannen van Berkel en Rodenrijs, mitsgaders den molenmeester van over de Lede op de gevoeglijkste manier zouden kunne worden aan den anderen verheeld en daardoor zooveel mogelijk op haar water en buiten de voorsz. bedijkinge gehouden. In loco opgenoomen en aldus gekaarteerd door Cornelis de Graat, geadmitteerden landmeeter in de maanden meij en junij 1774. [Ondertekend:] C[ornelis] d[e] Graat, bijden Hove van Holland geadmitteerden landmeeter. Fecit. [Achterkant:] Erven, akkers en aandammingen langs de Noordeijndseweg van Berkel, 1774. [Tekstblok:] Register van de eigenaaren der boovenstaande erven, akkers en aandammingen: 1. Dirk van Eijk, 2. Gerrit de Bruijn, 3. Arij Gerritse van Rijn, 4. Jan Peeterse Verzijde, 5. Maarten Dros, 6. Pedro Clingh, 7. Denzelven, 8. Arij Gerritsz. van Rijn, 9. Willem Broekhuijsen c.s., 10. Leendert van Wijk, 11. Hendrik Schieri, 12. Leendert Bon, 13. Arij Noordermeer, 14. Jan Noordermeer, 15. Isaac Molenaar, 16. Cornelis van der Vlugt, 17. Cornelis Koot, 18. Denzelven, 19. Jasper van de Rotte, 20. Klaas de Leeuw c.s., 21. Leendert Stappert c.s., 22. Leendert van Wijk, 23. Isaac Molenaar, 24. Willem Gerritsz. van Rijn, 25. Denzelven, 26. Jan de Leeuw c.s., 27. De heer A. Penning c.s., 28. Jan Droog c.s., 29. Jan Vollebregt, 30. Andries Wennekes, 31. Leendert Stappert, 32. Joris van der Elst, 33. Arij Zijdenbos, 34. Cornelis van Wijk, 35. de weduwe van Puffelen, 36. Klaas de Leeuw c.s., 37. Willem Gerritsz. van Rijn, 38. Denzelve c.s., 39. Arij van Velzen, 40. Frank van der Klos, 41. De Roomse Gemeente, 42. Pieter Bollaarts, 43. Pieter Jobz. van Dijk, 44. Klaas de Leeuw, 45. De Roomse Gemeente, 46. De droogmaakerij, 47. Pieter Jobz. van Dijk,

[Kaart a, Tekstblok:] Caerte ende ontwerp gedaen bij mijn ondergheschreven, door ordre vande edele heeren hooge heemraeden van Delfflant, van zeeckere ackeren ghelegen aende lantscheijdinghe tusschen Delfflant ende Schijelant, beginnende ten westen vande Doenkaede, oostewaertop totaenden drijesprongh van Rijnlandt, welcke voors. ackeren ick de breete gemeten hebbe suijver lant tusschen de sloot ghelegen buijten de caede vande lantscheijdinghe ende de dobbens ofte de naeste slooten aende caedesloot comende. Ende alsoo de ackers op diversse breete zijn door 't affdelven ofte turven, soo hebbe ick meest op alle de naeuste ende smalste plaetssen gemeten ende alle de uuijtsteeckende bouchten verbijgegaen. Ende daer geen sloot langens de caede en is hebbe hetselve tot aende tee vande caede gemeeten ende oock totaende aengevolde ofte aengewassen, sussens nijettegenstaende op eenijge plaetssen daer hout ofte rijssen op stonden. Ende is soo naegedaen als 't doendelijcken was, overmits den baggert, turff ende eenijge rijssen op verscheijden ackers stonden. Maer de lenckten vande ackers zijn nijet gemeten maer uuijt het caertbouckgen van Jan Janssen Stampijoen meest genomen ende noch eenijge bouchten bij 't ooch aengeteijckent, sonder proportije ende meestalle de naemen daerbij gestelt vande eijgenaers dijen de ackers ofte landen toebehooren. Oock de wijte gemeten van alle de oelen comende tegens de voors. lantscheijdinghe in Schijelant. Ende dit alles volgens de aenwijsinghe vande schout ende secretaris van Berckel. Ten orconden desen geteijckent in junij 1659 [Kaart a, ondertekend:] Pieter Floris vander Sallem, gheswooren lantmeter [Kaart a, losse tekst:] Schijeveensewecht, de Sestijenhovensekade, Jan Arentssen Tempel, oel, ontrent een roe, Jan Tempel 1, lant 2, water, Jan Tempel 3, oel, Roosgen 4, oel, Arij Gerritssen, oel, Roosgen 5, Roosgen 6, Huijbrecht Lenaertssen Post 7, Cornelis Claessen 8, Cornelis Claessen 9, Arij Gerritssen, Abraham Cornelis Hooren, nota dese breet

[Cartouche rechtsonder:] Kaarte figuratif der bedijkinge, droogmaakinge, en verkavelinge van zekere zoogenaamde Voor- en Agterafse uitgeveende plassen geleegen binnen de jurisdictie van Berkel en Rodenrijs, geoctroieerd den 8 December 1767. Aldus ten deele volgens locaale meetinge en gedeeltelijk bij extractie uijt de groote kaarten van Delf en Schieland geformeerd en geconcipeerd door ons ondergeteekende bij den edele Hove van Holland geadmitteerde landmeeters in den Jaare 1768,
[Ondertekend:] Pieter Heinsius, C. de Graat
[Losse tekst:] Zuijdeijnde van Delfgauw, Zuijdpolder van Delfgauw, Akkersdijkse polder, Berkelse Nieuwe molen, Noordmolen, nieuw te stellen bovenmolen tot dienst der droogmaakinge, Hoekmolen, Verlaatmolen, Windasmolen, de Zwet, Schieveense polder, Schieveensekade, Schieveensekade en ringdijk, Tempel, Oude Lee, Berkelse polder, Westmeer, Kerfwateringe, Kwakelsloot, ringdijk, schoonsteesloot, Keursloot, kleijlanden, Bijtebiertjessloot, togtsloot, Rodenrijsscheweg teffens dienende tot ringdijk van 't zuijdergedeelte der Agterafse Droogmaakinge, Schiebroek, de Schiebroekseweg en wateringe, Broek- en Bergpolder, Broekkade, de Wildertsekade, Pijnakker, Pijnakkerse polder, Zuijdweg, Klapwijkseweg, Reesloot, Strikkade, Pijnakkersekade, Sliksloot, vogelcooij, Bovenwateringe, Oostmeer, Zijp, Haazensloot, kleijlanden, Voorafse Droogmaakinge, het dorp Berkel, Agterafse Droogmaakinge, landscheijdinge tusschen de hooge heemraadschappen van Delfland en Schieland tegelijk dienende tot ringdijk der droogmaakingen van Berkel en Bleijswijk, Katwijkerlaan, droogmaakinge van Pijnakker, Delfse Walle, scheijdsloot, Stiershoofd, Driemanspolder, Rijlaasdam, Zegwaard, Keulen, Katwijk in de Veur, Pissenkade en ringdijk, ringdijk en landscheijdinge, Oostwateringe, Slingersloot, Munnikkenkade, stadsheul en togtsloot, stadsheul, duijker, Noordeijndscheweg teffens dienende tot ringdijk van het noorder gedeelte der Agterafse Droogmaakinge, nieuw te stellen watermolens, landsche