Uw zoekacties: Beeld en geluid

Beeld en geluid

Archieven.nl bevat verschillende bronnen waarin Beeld en Geluid centraal staan. Zo kunt u bijvoorbeeld denken aan foto’s, film of een toespraak op een geluidscassette. Op deze pagina treft u al het beeld en geluid aan van diverse archiefdiensten.

 
 

Met deze zoekingang worden al deze beschrijvingen van verschillende archiefdiensten bijeengebracht tot één beeldbank. Vaak is er een bestand aan gekoppeld.
Bij films en audiobestanden is het soms ook mogelijk om afzonderlijke fragmenten te bekijken. Wanneer u de thumbnail aanklikt ziet u daarna de beschikbare fragmenten met een tijdsaanduiding wanneer het fragment start en eindigt.
Niet altijd is een afbeelding online te raadplegen; in het geval van kunt u de studiezaal van de betreffende archiefdienst bezoeken.

Zoeken

Er kan ook een uitgebreide zoekopdracht worden uitgevoerd, hiermee zoekt u specifieker per collectie(s). Uitgebreid zoeken biedt u de mogelijkheid om te zoeken op alle velden en op periode.

Sortering resultaten

U kunt de zoekresultaten sorteren op Laatste wijziging (oplopend/ aflopend).

Weergave resultaten

Rechtsboven in het scherm kunt de weergave van uw zoekresultaten aanpassen. Deze zoekingang maakt gebruik van de Kleine afbeeldingenweergave, de Galerieweergave of de detailweergave.

Gebruik van zoekfilters

U kunt uw zoekresultaten verfijnen door gebruik te maken van de beschikbare filters. Kies bijvoorbeeld een archiefdienst en/of een bron, zoals bijvoorbeeld foto, affiche of prentbriefkaart.

Wildcards

Het gebruik van wildcards vergemakkelijkt het zoeken:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoekt u naar woorden die op elkaar lijken.
beacon
4.020  bestanden
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B020-042 Bord met het wapen van de gemeente Loon op Zand
Toelichting:
Geschenk aan de Congregatie Fraters van O.L.V. van Barmhartigheid bij het afscheid van de congregatie in Loon op Zand op 1 oktober 1974. Het bord is namens de congregatie in ontvangst genomen door frater Remigius Heesbeen.
Datering:
1974
Deelcollectie:
Fraters van Tilburg
Materiaal/techniek:
Rond bord van glas met op de binnenzijde een opdruk
Diameter in cm:
27,5
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B020-041 Tabaksdoos, relatiegeschenk van de KLM voor de Fraters van Tilburg
Toelichting:
Op de bovenzijde van de deksel een voorstelling van verschillende architectonische en natuurlijke symbolen voor verschillende landen. Bovenaan de voorstelling het logo van de KLM en de tekst "uit achting voor het werk van de fraters van Scherpenheuvel". Op de voor- en achterzijde van het doosje de afkorting "K.L.M." en aan de beide zijkanten van het doosje een afbeelding van een vliegtuig. De Fraters van Tilburg waren vanaf 1886 werkzaam op de Nederlandse Antillen. Ze waren betrokken bij de oprichting van het weeshuis te Scherpenheuvel in 1920 en verzorgden er onderdak en onderwijs voor weesjongens.
Achtergronden:
In 1917 namen de Fraters van Tilburg bij Willemstad, in de buitenparochie Santa Rosa, een weeshuis met ambachtsschool over van de Salesianen van Don Bosco. In 1919 werd door meerdere katholieke instanties, waaronder de Fraters van Tilburg, een stichting opgericht met als doel de zorg voor de "verwaarloosde jeugd" van Curaçao. Het lag in de bedoeling van de stichting een Sint Vincentius-gesticht te openen op de voormalige plantage Scherpenheuvel. Na uiteindelijke toestemming van de overheid werd begonnen met de bouw. In de zomer van 1920 betrokken de eerste jongens het huis. De Zusters van Liefde van Schijndel namen de zorg voor de meisjesschool en het weeshuis voor meisjes in Santa Rosa over.
Datering:
1935-1950
Deelcollectie:
Fraters van Tilburg
Vervaardiger:
Tergouw
Plaats vervaardiging:
Gouda
Materiaal/techniek:
Wit en blauw geglazuurd doosje van keramiek, met deksel
Lengte in cm:
16
Breedte in cm:
12
Hoogte in cm:
5,5
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z110-019 Cassette met borduurwerkjes
Toelichting:
Op de cassette het opschrift: 'Institut Ste Marie'. I.M.I. Rotterdam. Het ' Institut Ste Marie' in de Van Vollenhovenstraat te Rotterdam was een school voor uitgebreid lager onderwijs van de Zusters van JMJ. In de 'Pius-almanak' (1911) staat de school als volgt omschreven: "School voor den deftigen stand, uitgebreid lager onderwijs, Fransche-, Hoogduitsche- en Engelsche talen, nuttige en fraaie handwerken, zang en muziek". In het archief van JMJ (map 'Rotterdam St. Mariascholen') is een prospectus van de school aanwezig: 'Institut Ste Marie. Inrichting van opvoeding en onderwijs onder het bestuur der Zusters van het Gezelschap J.M.J. te Rotterdam, Van Vollenhovenstraat No. 10'. Het doel van de school wordt als volgt omschreven: "aan jongejuffrouwen uit den deftigen stand eene godsdienstige en met de eischen van haren stand overeenkomstige opvoeding te geven". Een van de vakken is: "nuttige en fraaie handwerken". De handwerkjes zijn vermoedelijk gemaakt door Maria Mathea (Riet) Strijbos (1907-1989) tijdens haar opleiding op het 'Institut Ste Marie'.
Datering:
1910-1920
Deelcollectie:
Zusters van JMJ
Materiaal/techniek:
Karton, wol, linnen, borduurgaren bevestigd op 19 blauwe kartonnen bladen
Lengte in cm:
35,5 (1); 34 (2)
Breedte in cm:
26 (1); 24,5 (2)
Hoogte in cm:
13 (1)
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z152-072 Kloostercel
Toelichting:
Ook wel chambrette genoemd: een afgeschermd gedeelte op de slaapzaal met slaapplaats voor één persoon. De inventaris bestaat uit: een beddenbak met spiraal, matras (voorheen strozak), matrasdek, onderlaken, kussen, slopen, lakens en sprei. Een gordijn. Een kleine klerenkast met daarin een doosje met onder andere een luizenkam, speldenkussen en schoenlepel. Een celbankje, dat 's avonds voor het gordijn werd gezet met daarop de kleding. Een kaarsenstandaard voor degene die 's avonds later op de slaapzaal kwam. Een waterkan, wasbak en po. Een kruisbeeld en wijwaterbakje. En een rozenkrans, die op het teruggeslagen laken werd gelegd. De bijgevoegde spelden waren nodig om de kap vast te spelden.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Zusters van Liefde (Schijndel)
Materiaal/techniek:
Hout, ijzer, katoen, wol, molton, Indisch zilver (wijwaterbakje), emaille, glas (lamp)
Lengte in cm:
100 (1); 180 (2); 90 (11); 91 13); 64 (14); 16 (16); 30 (16 riem)
Breedte in cm:
142 (1); 80 (2); 65 (3); 60 (4); 30 (5); 40 (6); 120 (13); 14 (14); 20 (16)
Hoogte in cm:
129 (3); 56 (4); 43 (5); 10 (6); 13 (7); 30 (15)
Diepte in cm:
38 (3); 26 (4); 23 (6)
Diameter in cm:
23 (5); 24 (7); 26 (15)
Opmerkingen:
Laken, kussensloop en sprei zijn in tweevoud aanwezig; lamp is incl gloeilamp).
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B021-145 Toog Fraters van Utrecht
Toelichting:
Zwarte toog (1) die aan de voorzijde geheel opengemaakt kan worden middels knopen. Voorzien van twee steekzakken op heuphoogte, een opstaand kraagje aan de hals en grote omslagen aan de mouwen. De binnenzijde is tot de middel gevoerd en voorzien van een binnenzakje op de linkerborst. Over de kraag droegen de fraters een witte boord (2). Als schoeisel droegen de fraters in de beginjaren van de congregatie pantoffels met een leren riempje. Rond 1894 kwam de lage schoen in gebruik, deze moest zo eenvoudig mogelijk zijn en mocht vooral geen 'neus' hebben. Als hoofdbedekking gebruikten de fraters een halfhoge 'kachelpijp'. Rond 1930 kwam de slappe zwarte gleufhoed in gebruik. Vanaf oktober 1954 voldeed ook een zwarte baret, die gemakkelijker in de zak gestoken kon worden. Tot ca. 1950 droegen de fraters onder de toog een pofbroek en een onderhemd van baai. Ook droegen ze een zakhorloge. Begin 1954 werden deze dingen vervangen door een polshorloge, overhemd en lange broek. De cingel moest van dezelfde stof zijn als de toog. De rozenkrans werd in de zak bewaard en niet, zoals bij veel kloostergemeenschappen gewoon was, aan de cingel gedragen. Het kruis dat de fraters aan een zwart koordje om de nek droegen werd óf onder de singel gestoken óf in de binnenzak, in het zogenoemde 'H. Hartkappelletje'. Het kruis van fraters in Nederland was koperkleurig (3), het kruis voor de fraters in de missie zilverkleurig (4). Vanaf ca. 1958 mochten de fraters een zwart pak met wit boordje en een zwart overhemd dragen als ze dat wensten. Aan de vooravond van het vertrek naar de eerste missie van de Fraters te Malang (Indonesië) op 6 februari 1928 gaf aartsbisschop Henricus van de Wetering tijdens zijn bezoek aan dat witte kleding in de missie beter zou zijn. In de missie droegen de Fraters van Utrecht een witte toog (5) en witte cingel.
Achtergronden:
De allereerste Fraters van Utrecht gingen in de leer bij de Fraters van Tilburg. Ook hun kleding was identiek aan die van de Fraters van Tilburg, met het verschil dat de cingel van de Fraters van Utrecht geen afhangende stroken had. Iedere frater had een zondagse toog en een doordeweekse toog. Zonder verlof van de overste mocht de zondagse toog niet doordeweeks gedragen worden. De togen werden niet gewassen. Tot oktober 1954 was de regel dat de fraters buitenshuis een hoed droegen als er in die plaats een vestiging van de fraters was. Waren de fraters buiten de gemeentegrens mocht de hoed af. Novicen droegen tot ca. 1940 dezelfde kleding als een geprofeste frater, met het verschil dat zij geen kruis hadden. Postulanten droegen tot de dag van hun inkleding hun eigen (burger)kleding.
Deelcollectie:
Fraters van Utrecht
Vervaardiger:
Gebr. Uppenkamp (2)
Plaats vervaardiging:
Tilburg (2)
Materiaal/techniek:
Zwarte stof van wolmix met voering van gladde grijze stof en knoopjes van kunststof (1); wit kunststof met metalen haakje (2); koperkleurig metaal ingelegd met donkergekleurd hout en koperkleurig metalen corpus (3); zilverkleuring metaal ingelegd met donkergekleurd hout en zilverkleurig metalen corpus (4); wit katoen en met wit katoen overtrokken metalen knoopjes (5)
Lengte in cm:
ca. 163 (1); 13 (3-4); ca. 140 (5)
Breedte in cm:
7 (3-4)
Hoogte in cm:
3,5 (2)
Diameter in cm:
15 (2)
Documentatie:
"100 jarig bestaan van de Fraters van Utrecht, 1873-1973" (Utrecht, 1973), p. 27, 148, 160 en 315; Verslag van een bezoek aan de Fraters van Utrecht op 3 december 2021 door medewerkers van het ENK (documentatiemap voorwerpen)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z117-047 Stempels
Toelichting:
met opschrift "Rel. Ursulinen "Jerusalem" Venray (1); Centrale Bibliotheek "Jerusalem" Venray (2); Lakstempel met gelijkarmig kruis (3) en tussen de armen van het kruis vier kleine kruisjes; Lakstempel met een omkaderd monogram JMJ (4) met daar omheen bloemranken en bovenop het kader een kruis, anker en hart (geloof, hoop en liefde). In de afgesneden bovenste twee hoeken van het stempelvlak twee stralende zonnen. Het huis te Maastricht van de Ursulinen heette J.M.J.; ovalen inktstempel van het "Zed. Lich. "Notre Dame de Lorette" aan de "Grote Gracht 74 Maastricht" (5); ronde lakstempel met daarop de afkorting "O.S.U." (Ordo Sancta Ursula) (6); kleine ovalen lakstempel met daarop het brandend hart van Jezus en in het hart de initialen "T.H." (7); ronde lakstempel met de letters "SC" erop (8); kleine rechthoekige lakstempel met eveneens de letters "SC" (9); (deel van?) een kleine houten lakstempel met daarop Chinese karakters (10); ovalen stempel in hoogdruk met gegutste afbeelding van twee liggende dieren (schapen?) in het stro met daaronder de initialen "M.v.D." (11). Daarbij een soort mesje om de was te kunnen snijden of weghalen(?) (12).
Deelcollectie:
Ursulinen van de Romeinse Unie
Materiaal/techniek:
Hout, rubber, koper, lood
Lengte in cm:
3-12
Breedte in cm:
1-4,5
Documentatie:
Informatie over de naam van het huis te Maastricht komt uit het begeleidende boekje van het Ursulinenspel (zie VW-Z117-001). Daar staan ook de namen van de andere huizen in Nederland genoemd
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z110-018 Portret van pater Mathias Wolff (1779-1857)
Toelichting:
Pater Wolff, geboren in Luxemburg, had zijn priesteropleiding gevolgd in Keulen. Na het herstel in 1814 van de jezuïetenorde trad hij in bij de Vlaamse jezuïeten. In 1816 werd hij benoemd als pastoor in Culemborg, van oudsher een jezuïetenstatie. In Culemborg werd pater Wolff de drijvende kracht achter de oprichting van de Pédagogie Chrétienne, waaruit de congregatie van JMJ is voortgekomen.
Achtergronden:
Het portret is gesigneerd H. Bogaerts, 1912. Het is tot stand gekomen in Kunstinrichting Peinture Bogaerts te Boxtel, vermoedelijk dankzij een techniek waarmee een foto, in dit geval van eerder gemaakt portret, op mechanische wijze in kleurendruk op linnen werd gereproduceerd. Het doek was voorzien van een reliëf van penseelstreken. De kleurendruk werd met olieverf overgeschilderd. Door dit procédé konden meerdere portretten worden gemaakt voor de verschillende huizen van de congregatie.
Datering:
1912
Deelcollectie:
Zusters van JMJ
Vervaardiger:
Kunstinrichting Peinture Bogaerts
Plaats vervaardiging:
Boxtel
Materiaal/techniek:
Olieverf; hout
Lengte in cm:
87,5
Breedte in cm:
73
Diepte in cm:
6,5
Opmerkingen:
Inspiratie voor dit portret is waarschijnlijk een groter portret dat wordt bewaard door het Catharijneconvent te Utrecht.
Documentatie:
A.M.A.J. Driessen en G.P. van de Ven, 'Zusters van JMJ. Geschiedenis van een congregatie 1822-1962 (Hilversum 2015), pp. 21-47. Voor de Peinture Bogaerts, zie: Jan Coppens, Marga Altena, Steven Wachlin, 'Het licht van de negentiende eeuw. De komst van de fotografie in de provincie Noord-Brabant (1997), pp. 178-182
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z117-001 Ursulinenspel
Toelichting:
In het bordspel doorloopt de zuster op speelse wijze haar leven in het klooster via tien ladders van elk tien sporten. Ze begint in het postulaat, komt vervolgens in het noviciaat, daarna in het juvenaat en later in de probatie. Dit zijn de vier fasen in de vorming van de ursulinen: een half jaar postulaat, twee jaar noviciaat, drie jaar juvenaat en dan na ongeveer tien jaar kloosterleven een half jaar probatie. Tijdens het spel moeten er vragen worden beantwoord over de geschiedenis en de spiritualiteit van de ursulinen uit het bijbehorende boekje 'Ursulinenspel'. Bovendien moeten er op de sporten met een rood nummer een vraag 'kloosterlijke tucht' en op de bovenste sport van elke ladder een vraag 'Canonieke visitatie' worden beantwoord. Er zijn 6 verschillende speelfiguren, vormgegeven als zes verschillende zusters: Modesta, Simplicia, Dolorosa, Perseverata, Hilaria en Cordata. Van alle 6 de speelfiguren zijn drie varianten, gebaseerd op de kleding in de verschillende fasen: postulant, novice en geprofeste zuster. De 4 aanwezig spelborden verschillen van elkaar in de afbeelding bovenaan het bord. Op één bord is een gouden kroon weergegeven (1), omhoog gehouden door twee engelen. Links en rechts van de kroon een banderol met de tekst "Wie overwint, hem zal ik de kroon van het leven geven". Op een tweede bord staat bovenaan een godslamp afgebeeld met twee brandende wierookschalen (2). Op een ander bord zit bovenaan links de H. Ursula op een gouden troon in de wolken (3) terwijl vanuit de bovenzijde van de wolken de hoofden van drie gesluierde zusters met kaarsen en vier gesluierde zusters met palmtakken tevoorschijn komen. Aan de rechterkant staat een lege stoel met het embleem van de orde in de rug: de zitplaats waar de zusters om strijden. Het laatste bord lijkt op de voorgaande met het verschil dat de figuren op iets andere wijze zijn weergegeven en rechts is nog een afbeelding van de H. Ursula weergegeven als koningsdochter met kroon en twee pijlen (4).
Datering:
ca. 1950
Deelcollectie:
Ursulinen van de Romeinse Unie
Materiaal/techniek:
Beschilderde triplex spelfiguren, getypte kaartjes van (gekleurd) papier, getypte instructieboekjes van papier, spelborden van beschilderd papier op karton, kartonnen doos
Lengte in cm:
49 (spelbord)
Breedte in cm:
48 (spelbord)
Opmerkingen:
Eén doos bevat in principe: een spelbord, instructieboekje, 2 dobbelstenen, 18 spelfiguren en twee series van 32 vragenkaartjes. Er is één speldoos met twee instructieboekjes, deze wijken licht van elkaar af in paginering. Er is nog een extra doos met extra spelfiguren. Op de meeste spelfiguren is achterop de naam van de zuster genoteerd. Op één van deze figuren staat de naam 'Reflecta', deze naam komt slechts één keer voor. De hoeveelheid aanwezige spelborden en extra figuren doen vermoeden dat ieder huis een eigen spel had. Op één van de speldozen staat "Driebergen" (3).
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z147-001 Grafplaatjes van zuster Agnes en zuster Bonaventura
Toelichting:
Zuster Agnes (Henrica van Doorn, 1817-1892) was de eerste algemeen overste van de Zusters van Sint Jozef. Zuster Bonaventura (Anna Berardina Massop, 1832-1904) was de eerste overste van het ziekenhuis [het St. Elisabeth Gast- of Ziekenhuis?]. Op het plaatje van zuster Agnes de tekst: "De Eerw. Zusters Agnes Algem. Overste der Congregatie van den H. Joseph Geb. te Uithoorn 10 Sept. 1817 Overl. te Amersfoort 12 maart 1892 R.I.P." Op het plaatje van zuster Bonaventura de tekst: "Eerw. Zuster Bonaventura Overl. 6 Nov. 1904".
Achtergronden:
Bij de renovatie van de grafkelders op het O.L. Vrouwe Kerkhof aan de Utrechtseweg te Amersfoort is het plaatje van zuster Agnes gevonden. De grafkelders zijn overgenomen door de Zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort.
Deelcollectie:
Zusters van Sint Jozef
Materiaal/techniek:
Koper
Lengte in cm:
21,5 (1); 10 (2)
Breedte in cm:
15 (1); 15,5 (2)
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z063-058 Staande kandelaars
Toelichting:
Feestset uit de kapel van het moederhuis Mariadal , Vincentiusstraat 5, Roosendaal. Bestaande uit 2 grote lusters (13 kaarsen per kandelaar), 2 kandelaars voor de paaskaars, 6 kandelaars voor het hoofdaltaar en 8 kandelaars voor de zijaltaren. Alle kandelaars hebben druipschaaltjes. Los erbij: set van 26 druipschaaltjes.
Deelcollectie:
Franciscanessen van Mariadal
Materiaal/techniek:
Koper
Hoogte in cm:
178 (1); 105 (2); 80 (3); 46 (4)
Diameter in cm:
89 (1); 37 (2); 28 (3); 119 (4); 18,5 (5)
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z122-061 Tekening van het vertrek van de Reinilda's strijdsters uit de burcht Bethanië
Toelichting:
Het gezelschap van de Vrouwen van Bethanië werd gesticht in 1919 met als doelstelling catechisatiewerk en geestelijke vorming. Het gezelschap bestond in de eerste decennia uit actieve en contemplatieve leden. De actieve leden leefden en werkten buiten het klooster als catechisten. Zij werden 'witten' genoemd, naar de witte sluier die ze droegen wanneer ze in het moederhuis of het studiehuis waren. De contemplatieve leden droegen een paarse sluier en werden derhalve 'paarsen' genoemd. De catechisten kozen de H. Reinilda tot patroonheilige, waarvan wordt verteld dat zij er in de achtste eeuw te paard op uittrok om in Limburg de mensen tot het christelijke geloof te bekeren. Zij wordt meestal afgebeeld samen met haar zuster Harlindis, of in het gezelschap van enkele medezusters. Dit verhaal indachtig zagen de Vrouwen van Bethanië zichzelf als 'Reinildastrijdsters'. Eens per jaar werden de witten door de paarsen in het zonnetje gezet tijdens het Reinildafeest op 21 april. In 1944 werd hen daarbij deze tekening aangeboden. In de kroniek van het moederhuis kunnen we over deze dag: "Aan het ontbijt een grote verrassing. Op de witte muur van de refter hangt een grote schildering van Theo Meyer. Zij is voor dit feest gemaakt, en stelt voor het vertrek van de Reinildastrijdgenoten uit de burcht Bethanië. [...] Maria spreekt aan de hand van de schildering de witten toe. Paardrijdsters moeten we zijn, amazones van Jezus, die op verovering uittrekken voor Hem, en telkens weer terugkomen naar de warme stal, om ons paard (onze wil) te laten verzorgen, voeden, roskammen, om daarna weer met nieuwe durf aan de slag te kunnen gaan.".
Datering:
1944
Deelcollectie:
Vrouwen van Bethanië
Vervaardiger:
Theo Meyer
Materiaal/techniek:
Gemengde techniek (o.a. krijt) op papier, ingelijst achter glas
Breedte in cm:
ca. 150
Hoogte in cm:
ca. 200
Opmerkingen:
De tekening is gebruikt voor de kaft van het boek "Heilig moeten. Radicaal-katholiek en retro-modern in de jaren twintig en dertig" van Marjet Derks.
Documentatie:
Offerte restauratie en foto's restauratie ((digitale) documentatiemap voorwerpen)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B020-004 Muurdecoratie Maria met kind Jezus
Toelichting:
Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid, het embleem van de fraters.
Datering:
1981
Deelcollectie:
Fraters van Tilburg
Materiaal/techniek:
Keramiek geglazuurd
Lengte in cm:
20
Breedte in cm:
10
Diepte in cm:
3
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z052-009 Ingelijste doelstelling van de congregatie Franciscanessen van Charitas
Toelichting:
In deze tekst verwoordde moeder Theresia Saelmaeckers haar eigen levensideaal en dat van haar medezusters.
Deelcollectie:
Franciscanessen van Charitas
Materiaal/techniek:
Bedrukt papier achter glas in houten lijst
Lengte in cm:
12
Breedte in cm:
16
Diepte in cm:
1
Documentatie:
"Kongregatie Charitas, Leefregel van de Reguliere Derde Orde van Franciscus van Assisi. Konstituties en Algemene Statuten" (Roosendaal 1985), p.63
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z052-006 Tegeltableau met voorstelling van Maria Boodschap
Datering:
ca. 1950
Deelcollectie:
Franciscanessen van Charitas
Materiaal/techniek:
Keramiek op hout
Lengte in cm:
55,5
Breedte in cm:
71
Diepte in cm:
2
Documentatie:
Inventaris SKKN (2011), nr. 91
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z052-005 Cliché van het fotoportret van Theresia Saelmaeckers (1797-1886)
Toelichting:
Op 1 december 1834 vertrok moeder Theresia (Barbara Saelmaekers) met enkele medezusters vanuit Breda naar Oosterhout, om aldaar in het gasthuis te gaan werken. Moeder Theresia had in 1831 al aan de wieg gestaan van de Gasthuiszusters van Breda, de huidige congregatie van de Franciscanessen 'Alles voor Allen'. In 1845 werden de zusters in Oosterhout een zelfstandige congregatie, onafhankelijk van het moederhuis in Breda, onder de naam: Penitenten-Recollectinen van de Onbevlekte Ontvangenis 'Charitas', later kortweg Franciscanessen van Charitas genoemd. Moeder Theresia was moeder overste van 1845 tot 1853.
Datering:
1875-1925
Deelcollectie:
Franciscanessen van Charitas
Materiaal/techniek:
Ets op zink
Lengte in cm:
10
Breedte in cm:
8
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z052-004 Foto van Theresia Saelmaeckers (1797-1886), stichteres van de congregatie Franciscanessen van Charitas
Toelichting:
Op 1 december 1834 vertrok moeder Theresia (Barbara Saelmaekers) met enkele medezusters vanuit Breda naar Oosterhout, om aldaar in het gasthuis te gaan werken. Moeder Theresia had in 1831 al aan de wieg gestaan van de Gasthuiszusters van Breda, de huidige congregatie van de Franciscanessen 'Alles voor Allen'. In 1845 werden de zusters in Oosterhout een zelfstandige congregatie, onafhankelijk van het moederhuis in Breda, onder de naam: Penitenten-Recollectinen van de Onbevlekte Ontvangenis 'Charitas', later kortweg Franciscanessen van Charitas genoemd. Moeder Theresia was moeder overste van 1845 tot 1853. De foto hing begin 20e eeuw in het portaal van de kapel van het Charitasklooster te Roosendaal.
Datering:
[1980-2000] (reproductie)
Deelcollectie:
Franciscanessen van Charitas
Materiaal/techniek:
Foto achter glas in houten lijst
Lengte in cm:
84 (incl. lijst)
Breedte in cm:
64 (incl. lijst)
Diepte in cm:
5
Opmerkingen:
De originele foto dateert vermoedelijk uit de jaren 1855-1860.
Documentatie:
Inventaris SKKN (2011), nr. 80
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z052-002 Beeld van de H. Franciscus door Omer Gielliet
Achtergronden:
Omer Gielliet maakte voor de Franciscanessen van Charitas ook een ‘Omarming van Maria’ bij gelegenheid van het afscheid van de zusters uit Oostburg in 1998 na 112 jaar aldaar werkzaam te zijn geweest in de zieken- en bejaardenzorg.
Datering:
[1960-1980]
Deelcollectie:
Franciscanessen van Charitas
Vervaardiger:
Omer Gielliet (1925-2017), gesigneerd met "Giel"
Materiaal/techniek:
Terracotta
Lengte in cm:
66
Breedte in cm:
19
Diepte in cm:
18
Documentatie:
Inventaris SKKN (2011), nr. 149; Ton Bakker, "Omer Gielliet in beeld. Priester-kunstenaar" (Aardenburg 2015), p. 103
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z051-001 Herdenkingstegeltje ter herinnering aan het 50-jarig professiefeest van zuster Clementia Vink (1921-2014)
Toelichting:
Zuster Clementia werkte als verpleegkundige, onder meer als hoofd van de afdeling interne geneeskunde, in het Algemeen Burger Gasthuis (Sint Elisabeth gasthuis) te Bergen op Zoom. Van 1967 tot 1972 was ze directeur van het Bejaardenhuis Sint Catharina in Bergen op Zoom. Waarna ze nog korte tijd aanbleef als adjunct-directeur. Daarna was ze jarenlang werkzaam als verpleegkundige in het Liduinaziekenhuis in Hulst.
Datering:
1994
Deelcollectie:
Franciscanessen van Bergen op Zoom
Materiaal/techniek:
Geglazuurd aardewerk
Lengte in cm:
20
Breedte in cm:
15
Opmerkingen:
D. Verhoeven en A. van Heijst, "Zusters van 't Katrientje, 1838-2013. Franciscanessen van Bergen op Zoom" (Nijmegen 2013), p. 33.
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z051-002 Clichés met foto's van werkzaamheden van de Franciscanessen van Bergen op Zoom
Datering:
1933-1940
Deelcollectie:
Franciscanessen van Bergen op Zoom
Materiaal/techniek:
Zinken plaat uitgesneden in hoogdruk
Lengte in cm:
5-6
Breedte in cm:
3,5-4,5
Opmerkingen:
Afkomstig uit het archief van de Franciscanessen van Bergen op Zoom (AR-Z051), oud inventarisnummer: 2011.
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B009-001 Franciskanerkoordje
Toelichting:
Het koordje werd gedragen door de Broeders van de H. Franciscus van Koningslust tot aan hun samenvoeging in 1936 met de Broeders van de H. Joseph. Het diende om een scapulier, bestaande uit een strook stof die over het hoofd werd aangetrokken, en die rug en borst bedekte, op zijn plaats te houden. Het scapulier werd onder het habijt gedragen. In het koordje zijn aan één uiteinde drie knopen aangebracht. De knopen staan voor de drie geloften (armoede, gehoorzaamheid, zuiverheid) die kloosterlingen tijdens hun inkleding afleggen.
Achtergronden:
In een verhandeling over Koningslust staat beschreven dat pater Deerman ofm in 1854 rector wordt van Koningslust. Hij "richtte een vereeniging op van Derde-Ordelingen voor de bewoners van het rectoraat, en de broederschap van het H. Koordje van den H. Franciscus.".
Datering:
1910-1930
Deelcollectie:
Broeders van de H. Franciscus
Materiaal/techniek:
Gevlochten wit-kleurig touw
Lengte in cm:
125
Breedte in cm:
0,5
Documentatie:
M. Arts, "Koningslust" (1941), p. 45. Publicatie aanwezig in het archief van de Broeders van de H. Joseph (AR-B013) onder inventarisnummer 506 en 508
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z079-313 Reliek van moeder Maria Margaretha der Engelen: de heilige non van Oirschot
Toelichting:
Stukje stof bewaard in een zakje dat doordrenkt is van de olie van de H. Maria Margaretha der Engelen (Maria van Valckenissen). Daarbij brief met gedeelte van enveloppe van H. Noijen uit Oirschot gedateerd 21 maart 1911. Brief gaat over toezending van een reliek van de H. Maria Margaretha der Engelen bestaande uit een prop watten, die gedrenkt is geweest in een flesje met olie uit het hart van de heilige.
Datering:
ca. 1910
Deelcollectie:
Ongeschoeide Karmelietessen
Materiaal/techniek:
Stof in papieren zakje
Lengte in cm:
40
Breedte in cm:
6,5
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P039-054 Schilderij met voorstelling van de devotie van OL Vrouw in het Zand te Roermond
Toelichting:
Rond een altaar staan en knielen enkele redemptoristen en juvenisten. Boven het altaar is het beeld van OL Vrouw in 't Zand. Rechts twee medaillons van de H. Agnes en van de H. Clemens. De afbeelding van de H. Agnes is ongetwijfeld een verwijzing naar Agnes van Heilsbach (1597-1640), die vanaf ongeveer 1624 in Roermond woonde. Zij zou op voorspraak van OLV in 't Zand zijn genezen en zij werd een regelmatige bezoekster van de kapel. Links twee medaillons van de Congregatie van de H. Familie en van de H. Aloysius. Midden onder de tekst "Erga B.M.V. omnes specialem devotionem et tenerum affectum profiteri oportet. Reg. C.SS.R." Dit is een citaat uit de regel van de redemptoristen, deel 2, hoofdstuk 2, paragraaf 2, 'over de oefeningen van elke dag', waarin allen worden opgeroepen een speciale en tedere genegenheid aan de dag te leggen jegens Onze Lieve Vrouw. Links van dit onderschrift is de S. Allfonsusschool aan de Herkenbosscherweg in Roermond afgebeeld, met een deel van het oude juvenaat. Rechts van het onderschrift: uitzicht op de Calvarieberg in het Kruiswegpark. De pater die links van het midden neerknielt met een maquette van de kapel in zijn hand is mogelijk pater Johannes Lohmeyer (1855-1917) die in 1895 de nieuwe kapel bouwde. Rechtsonder gesigneerd: Fons Windhausen 1935. In 1935 werd het vijfde eeuwfeest van OL Vrouw in 't Zand gevierd.
Datering:
1935
Deelcollectie:
Redemptoristen
Vervaardiger:
Fons Windhausen
Materiaal/techniek:
Grotendeels verf op doek, bovenste gedeelte verf op hout. Doek bevestigd op houten paneel. Goud geschilderde houten lijst
Lengte in cm:
213
Hoogte in cm:
143-163
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z079-236 Liturgische gewaden met rozenmotief
Toelichting:
Deze set bestaat uit twee dalmatieken (bovenkleed) door de diaken gedragen tijdens de eredienst, twee manipels (band om de onderarm voor diaken), een stola (band om de nek afhangend voor priester) en een lofvelum (rechthoekige schouderdoek). De bijbehorende kazuifel (bovenkleed priester) ontbreekt. De kledingstukken hebben dik opgelegde gouden rozen. Het lofvelum heeft in het midden een voorstelling van de heilige Theresia van Lisieux als kind, die rozen strooit voor het Heilige Sacrament.Theresia van Lisieux wordt vaak met rozen afgebeeld. Dit heeft te maken met een uitspraak die ze kort voor haar dood gedaan zou hebben: "ik zal een rozenregen op aarde laten neerdalen".
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Ongeschoeide Karmelietessen
Materiaal/techniek:
Textiel geborduurd
Lengte in cm:
126
Opmerkingen:
Geschonken door mevrouw Floor, de moeder van zuster Gertruda (Karmel Den Bosch).
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z141-060 Baldakijn
Toelichting:
Hoogst waarschijnlijk komt dit baldakijn uit Leiderdorp. Daar werd het gebruikt bij kerkelijke hoogtijdagen. De novicen moesten ervoor zorgen dat alle attributen van zolder naar beneden werden gehaald: zware houten blokken die konden dienen als 'rustaltaar' (in het midden van de processie in het bos of op de veranda), kandelaars en andere benodigdheden. 'Met de sacramentsprocessie waren we al een week van tevoren bezig', zo vertelden de zusters. Novicen maakten op de paden bloemmozaïeken, een ciborie met hostie, het Lam Gods. Er is zelfs een jaar geweest waar op ieder neergelegd bloemetje ook een steentje werd gelegd tégen het wegwaaien. Op het kerkhof waren krokussen geplant die de tekst vormden: 'Dat zij rusten in vrede'. Op het baldakijn is de tekst geborduurd uit de hymne 'Lauda, Sion, Salvatorem', gezongen voor het Feest van het H. Sacrament. Het zijn de eerste vier regels uit de 11e strofe: 'Ecce panis angelorum, Factus cibis viatorum, Vere panis filiorum, Non mittendus canibus'.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Zusters van de Goede Herder
Materiaal/techniek:
Hout (staanders); koper en glas (kaarsenhouders op de staanders); geborduurd textiel (baldakijn)
Lengte in cm:
178 (baldakijn) met een rand van 32
Breedte in cm:
138 (baldakijn) met een rand van 32
Hoogte in cm:
210
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z141-035 Processiekruis in standaard
Toelichting:
Gebruikt in het klooster te Leiderdorp, alwaar er een grote traditie was in processies. Novicen hadden bij de voorbereiding ervan een grote rol. Alle 'processiemeubelen' (altaren, bidbankjes, baldakijnen enz.) die langs de route stonden, of meegedragen werden, werden opgeslagen op zolder en voor iedere processie naar buiten vervoerd. De paden zelf en de randen van de paden werden versierd met bloemmozaïeken.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Zusters van de Goede Herder
Materiaal/techniek:
Hout
Breedte in cm:
52
Hoogte in cm:
207
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden