Uw zoekacties: Zoeken in Bestanden

Zoeken in Bestanden ( Het Utrechts Archief )

In deze index doorzoekt u bestanden van archiefstukken die door middel van OCR technieken of het toevoegen van transcripties inhoudelijk doorzoekbaar zijn.

beacon
8  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Oud-Utrecht Verzameling Oud Utrecht
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
2012 Tijdschrift 2012.
Titel:
Tijdschrift 2012
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
2012
Ga naar dit stuk:
Tijdschrift 2012.
Pagina:
22
Volgnummer:
22 van 192
D FOTO P. VAN DER WIELEN | COLLECTIE NKS
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 19-03-2024
 totaal 1 bestand
 
 
 
 
 
Oud-Utrecht Verzameling Oud Utrecht
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
2006 Jaarboek 2006.
Titel:
Jaarboek 2006
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
2006
Ga naar dit stuk:
Jaarboek 2006.
Pagina:
195
Volgnummer:
196 van 224
moment nog aan het begin van zijn loopbaan en had hij nog tot dusverre weinig gele- genheid gehad om iets van zijn kunnen te laten zien. Ofschoon geboortig uit de Friese hoofdstad, was hij na aanvankelijke scholing aan de stedelijke Teekenschool voor de Burgerlijke Bouwkunde bij Jaane van der Wielen, de zoon van toenmalig stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858), verder vanaf 1830 opgeleid aan het tekengenoot- schap 'Hierdoor tot Hooger' in Rotterdam, waar hij in 1832 een prijs behaalde en onge- twijfeld met het werk van - de boven al kort als ontwerper van de Winkel van Sinkel in Utrecht genoemde - stadsbouwmeester Pieter Adams kennis heeft gemaakt 115 Aansluitend in september 1833 naar zijn geboortegrond teruggekeerd en op 18 januari 1838 in dienst van Gedeputeerde Staten getreden als 'buitengewoon Opzichter bij de Provinciale Waterstaat en der Publieke Werken in Vriesland', bracht Romein het op 18 november 1843 uit een twintigtal gegadigden na de pensionering van Van der Wielen tot stadsarchitect van Leeuwarden (vanaf 1874 directeur Gemeentewerken) 116. Hij zou er tot de belangrijkste vertegenwoordiger van het neoclassicisme uitgroeien 117. Romein ontwierp in de provinciehoofdstad de raadzaal in het Stadhuis (1845-1847), verbouwde er begin jaren veertig de Westerkerk, de Jacobijnerkerk en de Galileëerkerk, en bouwde er ondermeer het Paleis van Justitie (1846-1851), zijn hoofdwerk, en nog vlak voor zijn dood de Korenbeurs (1878-1880) en het Stadsarmenhuis (1879-1881) 118. Buiten Leeuwarden zette hij behalve ettelijke landhuizen een half dozijn kerken op zijn naam, met als belangrijkste de hervormde in St. Jacobiparochie (1843-1844), een schoolvoor- beeld van neoclassicistische sacrale architectuur 119. Op het moment dat hij in Utrecht
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 19-03-2024
 totaal 1 bestand
 
 
 
 
 
Oud-Utrecht Verzameling Oud Utrecht
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
2000 Jaarboek 2000.
Titel:
Jaarboek 2000
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
2000
Ga naar dit stuk:
Jaarboek 2000.
Pagina:
156
Volgnummer:
157 van 210
der Wielen bij zijn berekening als voorwaarde gesteld had dat hij dan wel stenen mocht gebruiken van de firma Arntz & Terwindt. Die bakstenen waren blijkbaar een stuk goedkoper dan andere. De pastoor vroeg Van der Wielen monsters ervan naar Tepe te bren- gen, zodat deze kon oordelen of
het kerkbestuur naar gemeenschappelijke projecten, maar als er financiën voor de kerk nodig waren lag het financieel veel meer armslag hebbende armbestuur vaak dwars. De vergrotingsplannen voor de kerk hadden in Smorenburgs ogen door de rigide hou- ding van het armbestuur schipbreuk geleden. Nadat in principe akkoord werd gegaan met een scheiding van de eigendommen, stond niets de bouw van een nieuwe vleugel meer in de weg. De plannen waren inmiddels bij- gesteld. Aan de nieuwe vleugel zou een kapel worden gebouwd. Op 4 mei 1899 volgde de inschrijving van aannemers. Het arm- en kerkbestuur - het project werd nog wel gezamenlijk ondernomen - hadden f 18.000 ,- beschikbaar voor de bouw. Er waren zes inschrijvingen die alle ver boven het streefbedrag kwamen. Het werk kon niet gegund worden. Architect Tepe en zijn opzichter Dijkstra gingen op 9 mei voor crisisberaad naar de pastorie. Zij dachten dat de discrepantie tussen het begrotingsbedrag en de inschrijvingen een gevolg was van de recente stijging in baksteenprijzen. Met die mededeling was wellicht de oorzaak bloot gelegd, maar nog geen oplossing gevonden. Kerkmeester Van Bemmel wist echter te vertellen dat aannemer Van der Wielen uit Cothen ook had willen inschrijven, maar dat hij daar van afgezien had vanwege de gestelde termijnen van oplevering. Als de termijnen gewijzigd zouden worden, was Van der Wielen wellicht bereid een berekening te maken. Van Bemmel werd gevraagd direct contact op te nemen met de aannemer. Nog diezelfde dag gaf Van der Wielen de som op waarvoor hij de nieuwe vleugel kon bouwen. Ook hij zat ver boven het streefbe- drag. Aangezien Van der Wielen werk genoeg onder handen had, had onderhandelen over de prijs weinig zin. De pastoor schreef nog in de avond van de negende mei een brief naar de laagste inschrijver, C.N. Willemse te Vreeswijk. In de brief verzocht hij de aannemer het werk voor het begrote bedrag aan te nemen met een extra van f 500 ,- ter compensatie voor de gestegen prijzen van ba
Gevonden alinea's: 2
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 19-03-2024
 totaal 1 bestand
 
 
 
 
 
Oud-Utrecht Verzameling Oud Utrecht
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1979 Maandblad 1979.
Titel:
Maandblad 1979
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
1979
Ga naar dit stuk:
Maandblad 1979.
Pagina:
56
Volgnummer:
62 van 178
De provincie Utrecht is een historische vereniging rij- ker: de Historische Kring Nieuwegein. Als ik de tel sinds 1976 niet ben kwijt geraakt, is dit de 18de kring in onze provincie. Een heel aantal ondertussen. De oprichting vond plaats op 4 september van het vo- rig jaar. Doelstelling van de kring is „het wekken van belangstelling voor de geschiedenis in het algemeen en voor die van het gebied gelegen binnen de grenzen van de gemeente Nieuwegein in het bijzonder". Dat dit bericht ruim een kwartaal na de oprichtingsda- tum pas in ons maandblad verschijnt, vindt zijn reden in het feit dat de Nieuwegeinse kring in januari met het eerste nummer van haar periodiek uitkwam; een periodiek die overigens nog geen echte naam draagt. Het ligt in de bedoeling dat het blad iedere drie maan- den zal verschijnen. In de gemeente Nieuwegein vinden we de vroegere gemeenten Jutfaas en Vreeswijk verenigd. Vooral met bijdragen over de Jutfase geschiedenis is dit eerste nummer gevuld. Uitvoerig gaat G. de Waard in op de „Historie van de Stoomkorenmolen „De Batavier“. Om de Jutfase molen blijkt heel wat te doen te zijn geweest getuige een gedicht van Stalpaart van der Wielen erop en het zegde „Dat hem het hoofd draaide als de Jutfase molen"
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 19-03-2024
 totaal 1 bestand