Uw zoekacties: Zoeken in Bestanden

Zoeken in Bestanden ( Het Utrechts Archief )

In deze index doorzoekt u bestanden van archiefstukken die door middel van OCR technieken of het toevoegen van transcripties inhoudelijk doorzoekbaar zijn.

beacon
39  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1993 Maandblad 1993.
Titel:
Maandblad 1993
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
1993
Ga naar dit stuk:
Pagina:
35
Volgnummer:
57 van 188
In het rekenboek van het Utrechtse St. Lucasgil- de staat zijn inschrijving als leerjongen verant- woord in de rekening die vermoedelijk van januari 1630 tot januari 1633 loopt 6. Wie zijn leermees- ter was wordt in deze weinig secuur bijgehouden administratie niet vermeld. Toen zijn vader in mei 1635 overleed was hij nog een jongen. Vermoede- lijk heeft hij zijn leertijd pas later voltooid, waarna mogelijk nog een reis naar Italië is gevolgd. Dit al- thans zou men kunnen afleiden uit het feit dat hij in 1645 tweemaal op zijn Italiaans tekent als 'Bern(h)ardo Zwaerdecroon.'7 Bernard Zwaerdecroon trouwde in maart 1644 in Rotterdam met zijn nicht Willemina Zwaerde- croon, wier vader daar rector van de latijnse school was.8 Omdat zij remonstrants waren werd het huwelijk voor schepenen voltrokken. Het jon- ge paar vestigde zich in Utrecht, waar op 18 janu- ari 1645 in hun huis een testament werd opge- maakt.9 Willemina vermaakte hierin haar schoon- zusterGrietgen Zwaerdecroon de 'goude brasseletten, ringen en andere juweelen' die haar man haar 'bij consummatie hares houwelijcks vereert' had. Of hun eerste kind op dat moment al geboren was wordt uit het testament niet duide- lijk. Hoe het zij, vier dagen later, op 22 januari 1645, werd hun dochter Mechtelt gedoopt. 10 In de eerste jaren na zijn huwelijk vinden we Bernard Zwaerdecroon regelmatig in Utrechtse ak- ten vermeld als schilder of 'conterfeyter.'11 Zo trad hij in mei 1645 op als getuige bij het het opmaken van het testament van de zilversmid Pieter Vi- vant. 12 De andere getuige was de schilder Adam · Willaerts, wiens nicht Anthonetta van Herwijck in
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Utrechts Archief
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1983 Jaarboek 1983.
Titel:
Jaarboek 1983
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
1983
Ga naar dit stuk:
Pagina:
63
Volgnummer:
64 van 200
gers een lapje grond of hoveniersland bewerkten, en dat een groot percentage van de Wijkenaren zelfs geheel afhankelijk was van de landbouw, zegt daaro- ver niets. In de achttiende eeuw was namelijk nog ruwweg de helft van de totale beroepsbevolking in de landbouw werkzaam. Het is in dit opzicht veel belang- rijker te weten hoe gespecialiseerd de plaatselijke beroepsstructuur was. Roes- singh onderscheidde voor zijn Veluwse dorpen een aantal basisambachten die in vrijwel alle dorpen voorkwamen en zich richtten op de dagelijkse behoeften van de bevolking, en daarnaast allerlei andere beroepen waarvoor op het plat- teland geen bestaansmogelijkheid was of die samenhingen met de andere le- vensstijl en levensomstandigheden in de stad8. Voorbeelden van dergelijke ste- delijke beroepen zijn: barbier, loodgieter, schilder, glazenmaker, suikerbak- ker, horlogemaker, zilversmid, apotheker, hoedenmaker, handschoenmaker en pruikenmaker. Natuurlijk waren alle dorpsambachten in Wijk vertegenwoordigd. Men kon er een of meerdere kleermakers, timmerlieden, winkeliers, schoenmakers, mole- naars, smeden, rademakers, huiswevers, dekkers, brouwers, metselaars, chi- rurgijns, klompenmakers en kuipers aantreffen. In 1749 telde het tappers- of lichtmissegilde zelfs dertien leden9. Wijk kende in deze periode maar liefst ze-ven ( zeven ) herbergen, namelijk de Roode Leeuw in de Peperstraat, de Snoeck even buiten de stad aan de Veltpoort, de Witte Swaen, de Roscam en de Keizers- croon, alle op de Markt en verder nog het Roode Hert en het schippershuis. Het aantal tappers en herbergiers was dus enorm. Waarschijnlijk hebben zij zich vooral bezig gehouden met het slijten van bier voor dagelijks gebruik. Bier was de dagelijkse drank van ieder en gezonder dan het vrijwel altijd met ziekte- kiemen verontreinigde drinkwater10. Hetzelfde gilde telde in 1749 trouwens vijf brouwers. Naast het tappers- of lichtmissegilde kende Wijk een smids -, kleermakers -, linnenwevers -, timmermans -, krame
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Utrechts Archief
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1982 Maandblad 1982.
Titel:
Maandblad 1982
Brontype:
Jaargang
Jaar van uitgave:
1982
Ga naar dit stuk:
Pagina:
145
Volgnummer:
153 van 236
Organisatie: Het Utrechts Archief