Maria de Fraeye (Middelburg 1605-1682) was een dochter van koopman Jan de Fraeye en Maria Radermacher (ovl.1612), kleindochter van de humanistische koopman Johan Radermacher de Oude (1538-1617) en echtgenote van predikant Willem Thielen (1596-1638), ook bekend onder zijn verlatiniseerde naam Thielenus. Thielenus was na zijn studie theologie gedurende korte tijd voorganger in de Walcherse gemeente Grijpskerke, maar werd in 1624 beroepen bij de Austin Friars, de Nederlandse gemeente te Londen (1624-1630).
- Catechismus: folio 1-13 (volgnr 3-15)
- Persoonlijke aantekeningen uit haar leven: folio 15-26 (volgnr 17-28). De beschrijving begint op 26 september 1625, de dag voordat zij de eerste huwelijkse belofte heeft afgelegd en gaat door met de data en beschrijvingen van haar ondertrouwmaaltijd, huwelijk, verhuizing naar Londen, geboorte en doop van haar kinderen, verhuizingen in Londen en terugkeer naar Middelburg. Het eindigt met het ziek- en sterfbed van haar man en gegevens over zijn begrafenis.
- Spreuken: folio 27-28 (volgnr 29-30)
- Familiegebeurtenissen: folio 28v-50v (volgnr 31-53). Van augustus 1645 tot juni 1681 noteerde zij plaats van handeling, namen van predikanten, doopgetuigen, dragers op begrafenissen en de bijbelteksten waarop de predikaties bij die gelegenheden waren gebaseerd. De laatste gegevens dateren van 19 juni 1681.

Maria de Fraeye (Middelburg 1605-1682) was een dochter van koopman Jan de Fraeye en Maria Radermacher (ovl.1612), kleindochter van de humanistische koopman Johan Radermacher de Oude (1538-1617) en echtgenote van predikant Willem Thielen (1596-1638), ook bekend onder zijn verlatiniseerde naam Thielenus. Thielenus was na zijn studie theologie gedurende korte tijd voorganger in de Walcherse gemeente Grijpskerke, maar werd in 1624 beroepen bij de Austin Friars, de Nederlandse gemeente te Londen (1624-1630).
- Catechismus: folio 1-13 (volgnr 3-15)
- Persoonlijke aantekeningen uit haar leven: folio 15-26 (volgnr 17-28). De beschrijving begint op 26 september 1625, de dag voordat zij de eerste huwelijkse belofte heeft afgelegd en gaat door met de data en beschrijvingen van haar ondertrouwmaaltijd, huwelijk, verhuizing naar Londen, geboorte en doop van haar kinderen, verhuizingen in Londen en terugkeer naar Middelburg. Het eindigt met het ziek- en sterfbed van haar man en gegevens over zijn begrafenis.
- Spreuken: folio 27-28 (volgnr 29-30)
- Familiegebeurtenissen: folio 28v-50v (volgnr 31-53). Van augustus 1645 tot juni 1681 noteerde zij plaats van handeling, namen van predikanten, doopgetuigen, dragers op begrafenissen en de bijbelteksten waarop de predikaties bij die gelegenheden waren gebaseerd. De laatste gegevens dateren van 19 juni 1681.

Maria de Fraeye (Middelburg 1605-1682) was een dochter van koopman Jan de Fraeye en Maria Radermacher (ovl.1612), kleindochter van de humanistische koopman Johan Radermacher de Oude (1538-1617) en echtgenote van predikant Willem Thielen (1596-1638), ook bekend onder zijn verlatiniseerde naam Thielenus. Thielenus was na zijn studie theologie gedurende korte tijd voorganger in de Walcherse gemeente Grijpskerke, maar werd in 1624 beroepen bij de Austin Friars, de Nederlandse gemeente te Londen (1624-1630).
- Catechismus: folio 1-13 (volgnr 3-15)
- Persoonlijke aantekeningen uit haar leven: folio 15-26 (volgnr 17-28). De beschrijving begint op 26 september 1625, de dag voordat zij de eerste huwelijkse belofte heeft afgelegd en gaat door met de data en beschrijvingen van haar ondertrouwmaaltijd, huwelijk, verhuizing naar Londen, geboorte en doop van haar kinderen, verhuizingen in Londen en terugkeer naar Middelburg. Het eindigt met het ziek- en sterfbed van haar man en gegevens over zijn begrafenis.
- Spreuken: folio 27-28 (volgnr 29-30)
- Familiegebeurtenissen: folio 28v-50v (volgnr 31-53). Van augustus 1645 tot juni 1681 noteerde zij plaats van handeling, namen van predikanten, doopgetuigen, dragers op begrafenissen en de bijbelteksten waarop de predikaties bij die gelegenheden waren gebaseerd. De laatste gegevens dateren van 19 juni 1681.

Maria de Fraeye (Middelburg 1605-1682) was een dochter van koopman Jan de Fraeye en Maria Radermacher (ovl.1612), kleindochter van de humanistische koopman Johan Radermacher de Oude (1538-1617) en echtgenote van predikant Willem Thielen (1596-1638), ook bekend onder zijn verlatiniseerde naam Thielenus. Thielenus was na zijn studie theologie gedurende korte tijd voorganger in de Walcherse gemeente Grijpskerke, maar werd in 1624 beroepen bij de Austin Friars, de Nederlandse gemeente te Londen (1624-1630).
- Catechismus: folio 1-13 (volgnr 3-15)
- Persoonlijke aantekeningen uit haar leven: folio 15-26 (volgnr 17-28). De beschrijving begint op 26 september 1625, de dag voordat zij de eerste huwelijkse belofte heeft afgelegd en gaat door met de data en beschrijvingen van haar ondertrouwmaaltijd, huwelijk, verhuizing naar Londen, geboorte en doop van haar kinderen, verhuizingen in Londen en terugkeer naar Middelburg. Het eindigt met het ziek- en sterfbed van haar man en gegevens over zijn begrafenis.
- Spreuken: folio 27-28 (volgnr 29-30)
- Familiegebeurtenissen: folio 28v-50v (volgnr 31-53). Van augustus 1645 tot juni 1681 noteerde zij plaats van handeling, namen van predikanten, doopgetuigen, dragers op begrafenissen en de bijbelteksten waarop de predikaties bij die gelegenheden waren gebaseerd. De laatste gegevens dateren van 19 juni 1681.