Uw zoekacties: Bestanden

Bestanden ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

In deze index doorzoekt u bestanden van archiefstukken die door middel van OCR technieken of het toevoegen van transcripties inhoudelijk doorzoekbaar zijn.

 

beacon
695  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
1372 Commissaris van de Koningin CdK, 1970 - 1986
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
3 Bij afscheid leden Gedeputeerde Staten, 1982
Datering:
1982
Vindplaats origineel:
Den Bosch
Ga naar dit stuk:
Bij afscheid leden Gedeputeerde Staten, 1982
Volgnummer:
83 van 91
dat het van gro >t helling is. 'ia! de BOM bij (ie start (lieten volgend jaar) a over midde|<n beschikt om df aanvankelijke personeelsformatie van negen, afhankelijk va i de ontwikke ling van het t; kenpakkel, ui! te breiden tot t'vintig. Hetgeen verder gaat dan wat GS m ili i verband voorst ;llen.
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 16-04-2015
 totaal 1 bestand
 
 
 
 
 
1372 Commissaris van de Koningin CdK, 1970 - 1986
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
13 Agenda enz, 1978
Datering:
1978
Vindplaats origineel:
Den Bosch
Ga naar dit stuk:
Agenda enz, 1978
Volgnummer:
73 van 142
De in de brief van 21 maart 1975 voorziene begeleidingscommissie is in 1977 van start gegaan; de departementale stuurgroep is, om de schijn van departe- mentale bemoeizucht te vermijden, vervangen door een informatiecentrum van BiZa en Justitie, dat redelijk functioneert. Sedertdien is de beleidslijn deze, dat plaatselijke initiatieven tot regio- nale bundeling van taakuitvoering, met de Commissarissen der Koningin en Procureurs-Generaal als stimulatoren door de Ministers gehonoreerd worden, terwijl de rijksoverheid zelf het voortouw neemt bij samenwerking ten aanzien van taakaspecten waarvan regeling van landelijke betekenis is (bijvoorbeeld het Landelijk Bijstandsteam voor de opsporing van terroristische misdrijven en de thans van de helling lopende regeling misdaadvoorkoming). Wat de huidige stand van zaken betreft kan gewezen worden op het tot stand komen in 1977 van de regeling voor de Agglomeratie Eindhoven, alsmede op enkele initiatieven om tot een soortgelijke regeling te komen, zoals bijvoor- beeld in Midden-Holland en Friesland. Duidelijk is geworden dat de leiding van het Korps Rijkspolitie problemen heeft met samenwerkingsgebieden die afwijken van de districtsgrenzen van dat korps. In dat verband is het van belang dat de Minister van Justitie zich tijdens de recente begrotingsbehandeling een voorstander van samenwerking heeft getoond. Teneinde bovengenoemde en. andere initiatieven te ondersteunen heeft de Landelijke Begeleidingscommissie een zogenaamde reikwijdtenotitie ontworpen, waarin de mogelijkheden van artikel 30 worden belicht. Deze notitie zal binnenkort aan de betrokkenen in het land ter beschikking worden gesteld, in de verwachting dat de daarin neergelegde gedachten en de discussie daarover een leiddraad zullen opleveren voor de verdere ontwik- keling van de samenwerking. Gemikt dient mijns inziens te worden op het tot stand brengen van integrale RP-GP samenwerkingsverbanden, desnoods met zachte dwang van de rijksoverheid, naar analogie van de
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 17-04-2015
 totaal 1 bestand
 
 
 
 
 
1372 Commissaris van de Koningin CdK, 1970 - 1986
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
13 Agenda enz, 1978
Datering:
1978
Vindplaats origineel:
Den Bosch
Ga naar dit stuk:
Agenda enz, 1978
Volgnummer:
130 van 142
de rechtspositie van de burgemeester, dat overleg met het G.O. onontkoombaar is; de hele rechtspositie moet bij aanvaarding ervan misschien wel op de helling. De heer Boertien vraagt namens de heer Vrolijk om uitstel van behandeling totdat deze aanwezig kan zijn. Gehoord de praktische bezwaren van de Minister daartegen vervolgt hij met te constateren» dat het voorstel niet als interne werkafspraak kan worden aanvaard zonder overleg daarover met externe instan- ties in verband met de gevolgen ervan. Mevrouw Schilthuis heeft uit de notulen van vorige vergaderingen opgemaakt, dat er bij de Cn.d.K. bezwaren bestaan tegen een te^strak en te verfijnd systeem. Er is m.n. een beperking daarvo9r gelegen in devomstandigheid dat de raad zich mag uitspreken over het profiel van een nieuw te benoemen burge- meester. Die inspraak moet niet volledig worden gefrustreerd door een promo- tie- en mutatiesysteem zoals het corps diplomatique dat kent. Ten onrechte wordt dat nu opnieuw gepresenteerd. Er moet ook nieuw bloed in het burgemeesterskorps kunnen komen. Slechts in voortdurend onderling overleg kan ad hoc bezien worden wat er gedaan kan wor- den aan de verbetering van de doorstroming. Pas dan is een evenwichtige ont- wikkeling verzekerd. Het voorstel in huidige vorm is te zeer beredeneerd uit een oogpunt van personeelsbeleid en houdt onvoldoende rekening met de poli- tieke kant van de zaak. In deze vorm is het dan ook niet presentabel. De heer De Wit is erkentelijk voor de systematische beschrijving van het probleem dat al zoveel jaren ongestructureerd in discussie is. De uitwerking van het voorstel is echter te veel gekenmerkt door overwegingen van personeels-
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 17-04-2015
 totaal 1 bestand
 
 
 
 
 
1372 Commissaris van de Koningin CdK, 1970 - 1986
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
16 Agenda enz, 1981
Datering:
1981
Vindplaats origineel:
Den Bosch
Ga naar dit stuk:
Agenda enz, 1981
Volgnummer:
73 van 76
De heer Kremers informeert hoe serieus de Minister het overleg met de Cn.d.K. in dezen voert. Bestaat bij hem al het vaste voornemen in de aangegeven richting te werken? Overijld handelen is uit den boze. Kritiek is nodig op passage uit de discus- sie-notitie van de Minister, waar het heet dat het een goede zaak is zich regel- matig te bezinnen op de vraag of de afgesproken procedures bijdragen tot het bereiken van het gestelde doel, zeker bij de aanvang van een nieuwe regeringsperiode (pag. l onder b). Spreker hoopt dat deze praktijk de Cn.d.K. bespaard blijft. Continuïteit is nodig. Er moeten zeer zwaarwegende redenen zijn om de werkafspraken van 1978 thans op de helling te zetten. Het voorgestelde systeem holt het benoemingsrecht van de kroon uit. Noch voor de C.d.K. noch voor de Minister blijft in de voorstellen een voldoende mate van vrijheid over. Gegeven de grenzen van de nieuwe grondwet kan en mag het voorstel niet tot uitvoering komen. Waarom wil de Minister de gegroeide praktijk wijzigen? Onvrede met de gang van zaken tot nu toe wordt aangevoerd. Waar blijkt dit uit. Waar zijn de gegevens die die gevoelens kunnen staven. Binnenkort arriveren ten depar temen te de 15 aanbevelingen van Zuid-Limburg. In die 15 gemeenten was bij de raden weinig of niets merkbaar van een behoefte aan het soort bemoeienis met de benoeming van de burgemeester als de Minister voorstaat.. Van de mogelijkheden die de ambtsinstructie uit 1972 en de werkafspraken van 1978 bieden, werd en wordt op juiste en indringende wijze gebruik gemaakt. De vraag van de Zeeuwse ambtgenoot is zeer relevant; verwacht de Minister een verbetering van de kwaliteit van het burgemeesterscorps? Spreker wil zijn antwoord op deze vraag wel geven: het politiceren van het ambt van de burgemeester zal een slechte zaak blijken te zijn. De heer Kremers meent recht van spreken te hebben als hij zegt dat het beoordelen van mensen heel moeilijk is. Een C.d.K. en zijn kabinetschef worden door hun respectieve ambten e
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 17-04-2015
 totaal 1 bestand