Uw zoekacties: Bestanden

Bestanden ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

In deze index doorzoekt u bestanden van archiefstukken die door middel van OCR technieken of het toevoegen van transcripties inhoudelijk doorzoekbaar zijn.

 

beacon
435  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
1372 Commissaris van de Koningin CdK, 1970 - 1986
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
14 Agenda enz, 1979
Datering:
1979
Vindplaats origineel:
Den Bosch
Ga naar dit stuk:
Agenda enz, 1979
Volgnummer:
20 van 77
- De heer Boertien deelt mee, dat de heer Molthoff geen interesse heeft voor Groesbeek.
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 17-04-2015
 totaal 1 bestand
 
 
 
 
 
1372 Commissaris van de Koningin CdK, 1970 - 1986
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
14 Agenda enz, 1979
Datering:
1979
Vindplaats origineel:
Den Bosch
Ga naar dit stuk:
Agenda enz, 1979
Volgnummer:
66 van 77
De heer Geer ts erna vraagt zich af, waarmede de Minister en de Cn.d.K. in feite bezig zijn, als gemaakte afspraken op het punt van het doorstromingsbeleid worden doorkruist. Zo werd b. v. in het geval van de heer De Vries - doorstromer naar Cuijk - niet hij maar een wethouder benoemd. De raad van de gemeente Groesbeek heeft spreker op de hoogte gesteld van het feit, dat er een doorstromer zal komen. De heer Geertsema heeft er zijnerzijds weinig behoefte aan raden tegen de haren in te strijken en~ kandidaten te-moeten teleurstellen, nu blijkt dat tiet systeem niet werkt. Naar aanleiding van het geval waarbij 4e heer Bazen betrokken was, merkt de heer De Wit op, dat hij moeite heeft met het doorstromingsbeleid. De brief _aan-de Tweede- Kamer -valt niet te interpreteren in de richting van de intro- ductie van een automatisch bevorderingssysteem. De inspraak en het profiel van de raden mogen niet worden weggecijferd. Ook de Minister betreurt het, dat af spraken i over doorstroming gemaakt de laatste tijd in het vergeetboek dreigen te raken. Spreker onderstreept dat dit op straffe van ondergang van het systeem niet kan. De heer Rijpstra tieef t de indruk dat een deel van het probleem schuilt in de lijst die de Cn.d.K. in mei jl hebben opgemaakt. Men kan kennelijk niet instaan voor deze lijst; Is kuising niet noodzakelijk? De heer De Wit heeft grote bezwa- ren tegen de mei- lij s t. De in mei gemaakte afspraken zijn zijns inziens daarin te geserreerd weergegeven. Mevrouw Schil thuis vindt een betere systematiek gewenst. Spreekster heeft voorkeur voor de term "suggesties" boven "afspraken". Zij vraagt zich af welke criteria worden gehanteerd: Is het langer zitten dan 2 ambtstermij- nen in dezelfde gemeente nu ook een criterium? De heer Van Dijke doet de suggestie, dat de C. d. K. van een gemeente waarin een vacature ontstaat .een profiel schetst. Dit profiel zou de C. d. K. moeten worden toegezonden, die.een doorstromingskandidaat -onder ~zijn burgemeesters telt. Omge- ke
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 17-04-2015
 totaal 1 bestand
 
 
 
 
 
1372 Commissaris van de Koningin CdK, 1970 - 1986
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
119 Regelen en voorbereiden werkbezoeken en toezending verslagen aan minister van Binnenlandse Zaken, 1971-1985
Datering:
1971-1985
Vindplaats origineel:
Den Bosch
Ga naar dit stuk:
Regelen en voorbereiden werkbezoeken en toezending verslagen aan minister van Binnenlandse Zaken, 1971-1985
Volgnummer:
41 van 68
In het voorjaar van 1981 heb ik het Seniorenconvent toegezegd, dat ik in de loop van dat jaar weer een verslag zou uitbrengen aan provinciale Staten over mijn bevindingen tijdens mijn offi- ciële werkbezoeken aan de Gelderse gemeenten. Ingevolge het bepaalde in artikel 7 van de "Instructie voor de commissarissen des Konings" moet de Commissaris der Koningin met redelijke tussenpozen aan alle gemeenten in de provincie ambts- halve bezoeken brengen. Van bijzondere bevindingen bij zijn bezoek aan een gemeente brengt hij, zo staat er verder in artikel 7, binnen vier maanden verslag uit aan de Minister van Binnenlandse Zaken en doet hij, voor zover voor dat college van belang, mededeling aan Gedepu- teerde Staten. Al vrij kort na mijn ambtsaanvaarding, te weten in januari 1974, heb ik een aanvang gemaakt met het bezoeken van de Gelderse ge- meenten. Op vijf gemeenten na heb ik dat jaar aan alle Gelderse gemeenten ambtshalve een bezoek gebracht. De vijf overgebleven gemeenten, waaronder de vier grote (Apeldoorn, Arnhem, Ede en Nijmegen) die ik met het college van Gedeputeerde Staten een be- zoek bracht, bezocht ik in januari 1975. Op 20 augustus 1975 heb ik van mijn bevindingen tijdens deze be- zoeken via Gedeputeerde Staten verslag uitgebracht aan de staten dezer provincie. In oktober 1975 ben ik - zij het in een veel rus- tiger tempo - gestart met mijn tweede bezoek aan de Gelderse ge- meenten. Aan het einde van het jaar 1979 had ik alle gemeenten op twee na voor de tweede keer een bezoek gebracht. Deze twee gemeenten zijn Groesbeek en Pannerden. Het bezoek aan Groesbeek was aanvankelijk vastgesteld op 2 maart 1979 en later op 18 juni 1979. In verband met de beslommeringen rond de plaatsgehad hebbende herverkiezing van de gemeenteraad op 16 mei 1979 en de daarop gevolge pensionering van de burgemeester per l september 1979 heeft het bezoek aan deze gemeente tijdens mijn tweede ronde uiteindelijk geen doorgang gevonden.
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 17-04-2015
 totaal 1 bestand