Dieselgemaal in de Oostbroekpolder, gebouwd in de jaren dertig voor de bemaling van de Oost- en Westbroekpolder. In 1986 werd het buiten gebruik gesteld na de ingebruikneming van een nieuw elektrisch vijzelgemaal, dat werd gebouwd door de NV Nederlandse Spoorwegen in verband met de verdubbeling van de spoorlijn Leiden-Alphen aan den Rijn en aan het waterschap Noordwoude werd overgedragen. In 1988 werd het oude gemaalgebouw verkocht aan een particulier.

In 1626 werd er aan de Koppelwatering een wipmolen gebouwd, ten behoeve van de bemaling van de Grote polder te Zoeterwoude. In eerste instantie beschikte de molen over een buitenscheprad en waterde het via een voorboezem af op de Oude Rijn. In 1953 is het scheprad vervangen door een vijzel die in de achterwaterloop van de molen werd aangebracht. Daarnaast werd er een dieselmotor van het fabricaat Deutz in de molen geplaatst. Kort daarna, in 1955, werd de molen buiten gebruik gesteld. Molenmaker J.J. Rodewijk had aangegeven dat de molen niet meer kon worden gebruikt voordat het bovenwiel en het bovenschijfloop zouden zijn vernieuwd. De technisch adviseurs van de Vereniging “De Hollandsche Molen” en van de provincie Zuid-Holland deelden deze mening niet. Er zou hooguit iets aan het bovenschijfloop moeten worden gedaan. Gevolg van deze onenigheid was dat er jarenlang niets aan de molen werd gedaan. Pas in 1963 werd de molen hersteld. De voorboezem werd in 1972 afgedamd, waardoor de molen niet meer op de Oude Rijn kon afwateren. De molen werd in 1973 overgedragen aan de Rijnlandse Molenstichting. Tussen 1973 en 1976 wordt de molen grondig gerestaureerd, naar aanleiding van een storm op 2 april 1973. Hierbij brak de koker, waardoor het bovenhuis met wiekenkruis grotendeels werden verwoest. Ook in de periode van 2016 tot 2018 vonden er werkzaamheden aan de molen plaats.