In 1958 werd er een dieselgemaal gesticht aan de Leidsevaart naast de Hoogewegsemolen. De oorspronkelijke bemalingsinstallatie bestaat uit een vijzel, met een capaciteit van 18 m3/minuut bij een opvoerhoogte van 0,50 meter, aangedreven door een dieselmotor van het fabricaat Lister, met een vermogen van 6 pk. In 1975 wordt de Lister dieselmotor gereviseerd. In 1990 werd besloten om het gemaal te renoveren. Hierbij werden de vijzel en aandrijving verwijderd en vervangen door een nieuwe vijzel, met een capaciteit van 15,8 m3/minuut bij een opvoerhoogte van 0,70 meter, aangedreven door een elektromotor van het fabricaat Bauknecht, met een vermogen van 5,5 kW. Het gemaal werd in 1991 in gebruik genomen. Tegenwoordig bestaat het uit een elektromotor met een vijzel, met een capaciteit van 19,8 m3/min.

Ter vervanging van de poldermolen werd in 1930 een bemalingsinstallatie bestaande uit een vijzel van het systeem Spaans, aangedreven door een ruwoliemotor, met een vermogen van 6 pk, gesticht op het molenerf. In 1940 is de vijzel gerenoveerd. De ruwoliemotor is in 1957 vervangen door een dieselmotor van het fabricaat Lister en met een vermogen van 6 pk. Tussen 1968 en 1970 zijn er enkele werkzaamheden uitgevoerd aan het gemaal, waarbij onder andere de dieselmotor werd vervangen door een elektromotor met een vermogen van 7,5 pk. Tussen 1988 en 1989 werd het gemaal grondig gerenoveerd, waarbij het onder andere werd geautomatiseerd.