Tussen 1804 en 1805 werd de bestaande wipmolen vervangen door een ronde schepradmolen, die vlak naast de oude molen werd geplaatst. De molen bleef de polder bemalen, totdat er in 1958 een scheur in de bovenas ontstond en de molen tot stilstand werd gebracht. Het buiten gebruik stellen van de Zwanburgermolen leidde tot de oprichting van de Rijnlandse Molenstichting. In 1960 werd de buiten gebruik gestelde molen verkocht aan de stichting, die zich verplichtte de molen weer in bedrijfsvaardige toestand te brengen om zo nodig als noodbemaling te kunnen dienen. Kort daarna werden er enkele herstelwerkzaamheden uitgevoerd, waarbij onder andere de as werd vervangen. Pas in 1993 werden de romp, de kap en het kruiwerk grondig gerestaureerd.