Gemaal De Putte werd als stoomgemaal gebouwd in 1875 voor de droogmaking van veenplas De Putte. Na de droogmaking bemaalde dit gemaal de ontstane polder De Drooggemaakte Putte en tevens de polder Achterof (die in 1882 met de Drooggemaakte Putte werd verenigd tot de polders Achterof en De Putte) en de Voorofsche polder. Het gemaal bestond uit het principe van dubbele bemaling. Het had vier Bouilleurketels, die in 1896 werden vervangen door twee Cornwallketels. In 1911 werd een van de twee Cornwallketels vervangen door een direct werkende centrifugaalpompmachine met stoomketel en oververhitter volgens het Tandem Compoundstelsel. De andere Cornwallketel werd in 1922 opgeruimd toen het ketelhuis het begon te begeven, waardoor er een eind kwam aan de dubbele bemaling. In 1927 werd er een dieselmotor van het merk Ruston-Stockport geïnstalleerd, waardoor de dubbele bemaling weer hersteld was. In 1933 werd de overgebleven stoommachine vervangen door een elektromotor van de NV Heemaf te Hengelo. Nadat de polder in 1969 opging in polder De Noordplas werd het gemaal buiten gebruik gesteld.