Toen in 1875 windbemaling niet voldoende bleek om het polderwater op peil te houden, ging de polder Bloemendaal over op een door een stoommachine aangedreven scheprad. In 1927 werd de stoombemaling vervangen door elektrische bemaling.

Na 1860 was de waterhuishouding van de polder Middelburg ingrijpend veranderd. Door het vergraven van de Potterskade tot een boezem (om zo de droogmaking van de polder te faciliteren), was het voor de polder mogelijk om zelfstandig water op de Gouwe te lozen. Aan het zuidelijke deel van de westelijke ringdijk, langs de Middelburgse weg werd een molen gesticht (benedenmolen) en langs de Gouwe die het water uitsloeg door een brug in de Gouwekade (bovenmolen). Omdat de droogmaking niet wilde vorderen, werden er twee centrifugaalpompen aangedreven door locomobielen in de molens geplaatst. Later werden de pompen aangedreven door stoommachines. In 1872 werden de windmolens afgebroken en werden de voormalige molenvijzels alleen nog aangedreven door stoom. Deze stoommachines werden uiteindelijk vervangen door dieselgemalen en ten slotte door elektrische gemalen.
Sinds 1891 nam polder Middelburg de bemaling van de Tempelpolder op zich. Zodoende bemaalde het gemaal beide polders.

In 1993 werd er een nieuwe bemalingsinstallatie geplaatst, naar een ontwerp van Oranjewoud, met twee Stork verticale schroefpompen beiden aangedreven door twee elektromotoren van het fabricaat Schorch. De eerste heeft een capaciteit van 115 m3/minuut bij een maximale opvoerhoogte van 2,19 meter en wordt aangedreven door een elektromotor met een vermogen van 75 kW. De tweede heeft een capaciteit van 53 m3/minuut bij een maximale opvoerhoogte van 2,85 meter en wordt aangedreven door een elektromotor met een vermogen van 37 kW.

Jaar in bedrijfname: 1990