[Titel:] PROJECT, TOT BEDYKINGE, EN DROOGMAAKINGE van een groot Gedeelte Uitgeveend, of nog Uitteveenen Water en Land; in de BIESLANDSCHE POLDER [Cartouche:] Begrootinge van het droog te maakene in Biesland volgens meetinge op deeze kaart, welke ten grootsten deele is geëxtraheerd en in een vergroot bestek gebragt uijt de groote kaart van Delfland, namelijk van de Loetwateringe tot de Bieslandsche weg 27:3:94, van de voorsz. weg tot aan de Rijskade 135:3:12, dus in 't geheel groot 163:1:6. Aldus geconcipieerd en gekaarteerd door mij bij den Hove van Holland geadmitt[eerde] landm[ete]r, in nov[ember] 1774 (is getekend) C. d[e] Graat en dus gecopieerd door F.W. Conrad in april 1783 [Losse tekst:] Delft, de Nieuwelaan, Vrijenbansemolen, de twee oude Nooddorpse watermolens, kleilanden onder de poorters der stad Delft, Bieslandsche Molen, het Korft, scheijdinge tusschen de kleij- en veenlanden, Bieslandsche Molensloot, kade en voetpad genaamt de Delfgaauwse weij, de Krommewateringe, gedeelte van de Noordpolder, Wiptje, Kooltuijnsmolen, molensloot, gedeelte van de geprojecteerde droogmaakinge der Kleine Vrijenbansche polder, Vrijenbansekade, Nieuwe Noodd[orpsche] Molen, Lange Wateringe, Bieslanschekade, veenlanden onder de poorterij der stad Delft, de Nieuwe Bieslandsche weg, de Loetwateringe, provisioneele aan- of toedamminge, de Bieslandsche weg en provisioneele aanvollinge, Bieslandschekade te verleggen bij de Lange Wateringe, droog te maakene Bieslandsche polder, nieuwe watermolen, onverveende landen, togt en kavelsloot, Rijskade en ringdijk, Dwarswateringe
het Strijpje, Sint Jansdobbens ofte gedeelte van de geprojecteerde droogmaakinge onder Nooddorp, Sint Janskade en ringdijk, geoctioieerde droogmaakinge van de Helle onder Pijnaker,

verlaat, de oude Nooddorpse watermoolens, de Lange Watering, Vrijenbansekade, de Nieuwe Nooddorpse Moolen, Bieslantsekade, de Zjoet, de Bieslantseweg, Bieslantse polder, het Korf, de Bieslantse Moolen, Delfgauwse weijde, de Noordkade, Sint Janskade

[Bovenste tekstblok:] Concept kaarte figuratif volgens welke het uijtgeveende gedeelte van de Kleijn Vrijenbanse Polder op de minst kostbaarste en bekwaamste manier zoude kunne worden bedijkt, drooggemaakt en drooggehouden. Aldus ontworpen en volgens het onderstaande berigt breeder omschreeven door ons ondergeteekende, bij den edele Hove van Holland geadmitteerde landmeeters d'anno 1767 [Ondertekend:] Pieter Heijnsius, C. de Graat [Onderste tekstblok:] Kort berigt nopens de bovengemelde droogmaakinge. 1e. Ringdijk langs en tegen de Nooddorpse Nieuwe Molenboezem, zooveel mogelijk in een regte strekkinge van A noordwest op tot aan de Dwerskade bij B. 2e. Sloot aan en ten zuijdwesten de Dwerskade, doorgaande wijd en vaarbaar maaken op 12 à 14 voet van B tot C, alsmede de erven en bleijken tot behoudinge van 't buijtenwater van agteren aan den anderen dammen. 3e. Ringdijk en sloot langs de Brasserskade van C tot D. 4e. Ringdijk ten oosten en langs de Korft van D tot A. 5e. Verplaatste Vrijenbansemolen van E bij F aan de Korft, zullende moeten tot Bovenmolen voor de onbedijkte, zoowel als bedijkte landen dienen. 6e. Drie nieuw te stellen molens G, H en I, tot opmaalinge van 't water aan de Bovenmolen F, ten waare men konde goedvinden vijzel, in plaats van schepradmolens te gebruijken, omdat de droogmaakinge maar circa 200 mergen groot zijnde geacht word, eene bekwaame vijzelmolen tot de uijtmaalinge en drooghoudinge vermogend genoeg te zijn [Losse tekst:] de Kerstanje, Delfsevliet en Straatweg, Oude Broeksmolen, Oudebroeksmolensloot of de Zijde, Stads- ofte Brasserskade, Stoffelenkade, Postenkade, tolhek, Kleijn Vrijenbansepolder, Delft, Vrijenbansemolen, 't verlaat, 't Duijvelgat, 't verlaat, de twee oude Nooddorpse molens, Vrijenbansekade, Nieuwe Nooddorpsemolen, Langewatering, Bieslandsekade, Bieslandseweg, bleiken, huijs, erven, wegsloot, Dwerswatering

[Tekstblok 1:] Opten IIIe april 1643 ghemeten bij mijn ondergeschreven, ten versoucken vande edele heere hoge heemraeden van Delflant, in presentie van mijn heer Vande Graeff als hooge heemraet van Delflandt, de lenckte vande vaert gelegen buiten de Waterslootse Poorte der stadt Delf, strekende zuijtwestwaert op tot verbij De Hoorn. Ende hebbe oock gemeten de breete tot veel verscheiden plaetssen, doch en raejt niet recht vande ene plaets tot de ander plaets daer de breete gemeten sijn. Ende is op sommige plaetssen wel wijder ende oock wat naeuwer, soodat het gemeten zijn tot aen de bovecante vande platinge. Item 't eijnde de platinge is 't gemeten niet op de hooge canten naer in 't hangen vande canten. Ende alsoo de suijdtoostzijde vande vaert heel affgespoelt is soo sal men deselffde canten moeten aenaerden ende oock de uuijtbouchten wat afsteecken omme alsoo de rechte wat te maken is lanck ende breet als hiernaer volcht, alles gemeten aende suijtoostsijde aende vaert. [Tekstblok 2:] Eerst gemeten de breete ontrent de brugge geteickent met A is wijdt 33 voeten. Noch gemeten van het suidtwesteinde vande vlogel vande brugge get[eickent] met A suitwestewaert op tot aende brugge get[eickent] met B genaemt Jacob Damenbrugge is lanck 96 roe[den] ende 7 voeten. De breete vande brugge is niet gemeten, maer is gerekent op 4 ofte 5 voeten breet ende de vaert is aende suidtwestside vande brugge wijdt 28¾ voet. [Tekstblok 3:] Noch gemeten vande zuijtwestsijde vande voors. brugge get[eickent] met B tot aen de cruijspael get[eickent] met C is lanck 23 roe ende 8 voeten ende de vaert is daer wijdt 23 voeten. Noch gemeten vande Cruispael get[eickent] met C tot aende Bontepael geteijckent D is lanck 37 roe 9 voeten ende is de vaert daer wijdt 28 voeten. Noch gemeten vande Bontenpael get[eickent] met D tot aende suijdtwestsijde vande brugge voorde kruidtmolen get[eickent] met E is lanck 46 roe 1 voet ende is de vaert daer wijt 33 voeten. Noch gemeten vande voors. halve brughe getei

[Achterzijde:] 1 aug[ustus] 1682 [Voorzijde tekstblok:] Geslooten op den 29 augusti. Volgens contract van den jaere 1617 moet den oostduijcker van den dam niet wijder sijn als 11 voet 2 duijm ende nijet hooger als 9 voet 9 duijm, en in acte daeraenvolgende bij die van Delft volgens missieve ges[...] verclaert seer sorghvuldigh geweest en derselver duijcker soo te doen maecken. Dit voor mijn memorij [Losse tekst:] Kasijn vander schotdeur vanden oostduijcker aen den Leijtsen dam, overlegge, hooghte van't waeter, den onderdieppel vanden duijcker, west, booven wijt 12 voet 3½ duijm, 2 voet booven waeter wijt 12 voet 1 duijm, op't water wijt 12 voet, hier staet de schotdeur, den duijcker hier hoog 12 voet 2 3/4 duijm, oost, alles gemeeten opden 1 augusti 1682

Achterzijde: Afteijckeninge van eene steene brugge tot Ouderschie

Kleine Vrijenbansche polder, Lange Watering, Bieslandse kaade, ringdijk, veenlanden onder de poorterij der stad Delft, nog niet drooggemaakte Bieslandsche polder, Nieuwe Bieslandsche weg, de Loetwatering, provisioneele aan- of toedamming, de Bieslandsche wegd en provisioneele aendamminge, nieuwe watermole, togt en kavelsloot, onverveende landen, dwarstogt

Achterzijde: Grontcaerte van een gedeelte van de landen in Papsou, 1650 Losse tekst: de Schie, Krackeelmole, de Papsouse wech, Papsouse laen, pomp, stenen beer, dam, beleickerij, de laen vande belstuijn, dam daer 't water deur loopt, dam van Pieter Siere, dam daer 't water over loopt, dam van Merte Phillipsz., dam van Grote Gerrit, de Kre[keel]polder, houttuijnen, na. Sijbrant Leendertsz., dammen, dam met een pomp daer 't water vande voorlande deur moet werden geloost naer de mole, de ramen, geldeloospadt, kooltuijn, Cartuijsers, sachmolens, de Watersloot, De Hooren