Uw zoekacties: Kranten

Kranten ( Het Flevolands Archief )

beacon
41  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Krantenpagina
De Drontenaar, 2015-03-30
Naam krant:
De Drontenaar
Datum:
2015-03-30
Pagina:
20
Jaar:
2015
Auteursrechtelijk beschermd:
Ja
Digitale bestanden:
Alleen te raadplegen in de studiezaal bij de archiefdienst.
Is onderdeel van:
Gevonden alinea's: 1 ( Alleen te raadplegen in de studiezaal bij de archiefdienst.)
Organisatie: Het Flevolands Archief
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Urker Courant, 1929-03-21
Naam krant:
De Urker Courant
Datum:
1929-03-21
Pagina:
4
Jaar:
1929
Auteursrechtelijk beschermd:
Nee
Disclaimer:
Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object. Dit betekent dat het alleen gebruikt mag worden voor privédoelen of om een kort stukje te citeren (met bronvermelding). Voor ander hergebruik moet u nader onderzoek doen naar de auteursrechtelijke status van dit object. U mag in ieder geval een download en/of print van het object maken voor privégebruik, zoals studie, maar u mag de download of print niet verder verspreiden of herpubliceren, niet op papier en niet digitaal, zoals via internet. U mag wel linken naar het object vanaf een eigen internetpagina of social media account. Daarnaast zijn de gebruiksvormen toegestaan die de Auteurswet toelaat, mits aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan. Zo staat de wet toe dat – met bronvermelding – korte passages worden geciteerd ter ondersteuning van een betoog (‘citaatrecht’).
Is onderdeel van:
schap, dat hij van 't dienstmeisje van mijnheer Van Henten niet in de keuken komen mocht, ,,omdat hij wel eens wat weg kon nemen”. En de meisjes, die boodschappen in het dorp deden — moeder zélf wilde het niet meer doen — vertelden, dat de vrouwen in den winkel opeens ophielden met praten, toen zij binnenkwamen en zeiden: „Daar heb je er van.” En vader Waanders zelf voelde in den scheerwinkel de vijandigheid. Er was niemand geweest, die iets tot hem zei. Zelf was hij niet durven beginnen. Als een looden last lag de verdenking op hem. Iets had hem goed gedaan, toen hij van den scheerwinkel kwam. Het was, toen midden in de dorpsstraat, waar veel menschen waren, hij meester Ringelberg ontmoette, die direct op hem aanstevende en hem krachtig de hand drukte. ,,Ga mee zoo ver, Waanders”, zei de hoofd-onderwijzer. ( hoofdonderwijzer. ) .,Ik ben op weg naar den dominee.” En toen had vader Waanders gezegd: „’k Zou er ook wel heen willen, meester. " Wat in, de pastorie besproken werd, wist niemand dan de drie mannen. En — God in den hemel. Die over Zijn kind Waanders het leed gezonden had. Maar zeker was, dat vader Waanders heel wat bemoedigd naar huis terugkeerde: daar waren twee mannen geweest, die hadden ver-zekerd, ( verzekerd, ) dat zij volkomen geloofden aan zijn onschuld. En zij hadden gezegd, dat zij niet alleen waren, maar dat de geheelc kerkeraad er zoo over dacht. En ook vele anderen. Het was wel mogelijk, dat er in de kerk waren, die hem verdachten, maar de meesten werden toch buiten de kerk gevonden; vijanden van God en godsdienst, die het wel eens aardig vonden, dat „zoo’n Christelijke arbeider” eens in het zonnetje werd gezet. (Wordt vervolgd).
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Flevolands Archief
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Urker Courant, 1929-04-03
Naam krant:
De Urker Courant
Datum:
1929-04-03
Pagina:
1
Jaar:
1929
Auteursrechtelijk beschermd:
Nee
Disclaimer:
Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object. Dit betekent dat het alleen gebruikt mag worden voor privédoelen of om een kort stukje te citeren (met bronvermelding). Voor ander hergebruik moet u nader onderzoek doen naar de auteursrechtelijke status van dit object. U mag in ieder geval een download en/of print van het object maken voor privégebruik, zoals studie, maar u mag de download of print niet verder verspreiden of herpubliceren, niet op papier en niet digitaal, zoals via internet. U mag wel linken naar het object vanaf een eigen internetpagina of social media account. Daarnaast zijn de gebruiksvormen toegestaan die de Auteurswet toelaat, mits aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan. Zo staat de wet toe dat – met bronvermelding – korte passages worden geciteerd ter ondersteuning van een betoog (‘citaatrecht’).
Is onderdeel van:
wordt, zullen we moeten. Maar dan zal het mij nog niet gemakkelijk vallen. Doch waar-over ( waarover ) praat ik? Het zal op den duur wel los- loopen." Hij vergiste zich. Een week later schreef het dagblad weer over het geval. De courant vond het erg zonderling, dat de arbeider 'W. nog maar steeds op vrije voeten bleef en de burge-meester ( burgemeester ) niet ingreep. Er kwam op het dorp zoo nu en dan een openlijke vijandigheid. Zoo lang mogelijk streed vader 'Waanders er tegen. Maar het werd te erg. Zoodat hij, in overleg met den dominee en mijnheer Ringelberg, besloot, naar Rotterdam te verhuizen. De kinderen waren in de wolken. Dat was eens wat! Maar Joost keek, mét vader, som-ber. ( somber. ) En Gerrit huilde, omdat hij zijn tuintje in den steek moest laten. HOOFDSTUK X. ,,Lien! Lien! Waar zit je nu toch?! ” Er kwam geen antwoord. Moeder Waan-ders, ( Waanders, ) die boven aan de trap stond, zuchtte. Waar was dat kind nu toch weer? Zij moest zoo noodig een boodschap doen in de buurt. Straks kwam vader thuis. En dan zou Joost spoedig volgen. Zij liep de kamer binnen, waar klipje en Klaartje aan het spelen waren. Zij stak het hoofd door het geopende raam en ontdekte dan, dat het meisje heel in de verte, op den hoek van de lange straat, met andere meisjes aan het spelen was. Van roepen was geen sprake. Lien zou haar toch niet hooren. Bo-vendien ( Bovendien ) had moeder Waanders danig het land aan dat geschreeuw, dat zij, tot haar ergernis, zoo vaak hier hooren moest. Ten einde raad, want de boodschap moest gedaan worden, besloot zij zelf maar te gaan. ' „Ik moet even, heel even weg, hoor, jon-gens", ( jongens", ) zeide zij, „’k Ben direct terug. Niet van
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Flevolands Archief
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Urker Courant, 1929-08-21
Naam krant:
De Urker Courant
Datum:
1929-08-21
Pagina:
1
Jaar:
1929
Auteursrechtelijk beschermd:
Nee
Disclaimer:
Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object. Dit betekent dat het alleen gebruikt mag worden voor privédoelen of om een kort stukje te citeren (met bronvermelding). Voor ander hergebruik moet u nader onderzoek doen naar de auteursrechtelijke status van dit object. U mag in ieder geval een download en/of print van het object maken voor privégebruik, zoals studie, maar u mag de download of print niet verder verspreiden of herpubliceren, niet op papier en niet digitaal, zoals via internet. U mag wel linken naar het object vanaf een eigen internetpagina of social media account. Daarnaast zijn de gebruiksvormen toegestaan die de Auteurswet toelaat, mits aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan. Zo staat de wet toe dat – met bronvermelding – korte passages worden geciteerd ter ondersteuning van een betoog (‘citaatrecht’).
Is onderdeel van:
Petersen vader en zoon weer in dienst neemt, ’k Ga straks naar de boerderij er over praten.” „Doe dat, man. En als hij het niet wil, dan praat ik eens met enkele van onze boeren. Geensen was toen ook zeer bereidwillig. „’t Mooiste zou zijn, als zij weer bij Petersen kwamen. Beter eerherstel is er niet, 'k Wil eens gaan praten.” „Doe dat. En kom mij dan nog even den afloop meedeelen.” Het was goed bedoeld van meester Ringel- berg. Maar hij had er vroeger bij moeten zijn. De boerin verteldé hem, dat de boer niet thuis was. Hij was naar Rotterdam, om Waan-ders ( Waanders ) een bezoek te brengen en hem te zeggen, dat hij zoo spoedig mogelijk moest terugkomen. „Gelukkig', zei meester. ,,Ik wilde het hem juist komen vragen.” ,,Dat dacht ik wel”, lachte de boerin. „Mijn man heeft er al lang spijt van. Hoe meer hij er over nadacht, hoe meer hij er zeker van werd, dat Waanders de dief niet kon zijn. Gelukkig is het nu uitgekomen. Zij komen op de boerderij terug en krijgen de woning van Moerland.” „Gaat Moerland dan weg?” „Ja, meester. Naar Zuidwoud. Een flinke woning voor de Waandersen en dichter bij de boerderij. Zij kunnen het niet beter ver-langen. ( verlangen. ) Zij mogen ook wel een vergoeding hebben. Het speet mij dat het zoo geloopen was.” ■ 1 „Dat weet ik, juffrouw Petersen. Als het aan u gelegen had, was hij niet ontslagen”, zei meester Ringelberg. „Maar — de schijn was verbazend tegen Waanders, al heb ik n^oit aan zijn schuld geloofd.” _ ,.Gelukkig is nu alles in orde”, meende de boefin, den onderwijzer goeden avond wenschend. Toen meester Ringelberg den predikant dit heugelijks nieuws had meegedeeld, ging hij naar huis en schreef ’n grooten brief naar Rot- ■ter dam, dien hij dienzelfden avond nog postte. Den volgenden morgen, vóór schooltijd nog, had hij al antwoord. Niet per brief uit Rot-terdam. ( Rotterdam. ) En ook niet op zijn bri^f. Die was er nog niet eens gearriveerd. De zaak was. dat boer Petersen aanschelde en de groeten kwam bren
De boer sprak op vroolijken toon. En hij vergat geheel, dat hij sprak met het hoofd der Christelijke school, van welke school hij niets hebben moest. Als indertijd één het tot stand komen der school had tegengewerkt, dan was het wel boer Petersen geweest! „En zij komen in het huis van Moerland wonen, Petersen?” „LI moet het niet denken, mijnheer.” „O, dat zei uw vrouw.” „Ja, wat wij willen. Maar zij willen niet! Zij willen met alle geweld in hun oude huisje. Nu, zij moeten het weten. Enfin, ik heb mijn boodschap gedaan, mijnheer Ringelberg.' ,.Petersen. Het verblijdt mij zeer, dat je hem weer in dienst neemt. Bij een anderen boer waren zij ook wel terecht gekomen, maar dit is mooier.” „’k Heb niet goed gehandeld met hem. Ik kon wel begrijpen, dat hij geen schuld had. Maar nu is dat alles weer in orde.” Ja, alles was weer in orde. Een week later was het huisje aan den overweg weer bewoond door de \Vaandersen. En nog een week later werd over het geval niet meer gepraat op het dorp. Het was, of zij niet weg geweest waren .... Maar in het huisje werd wèl gepraat. Moeder 'Waanders sprak vaak over de les. die zij gehad had, door al maar naar de stad te verlangen. Het was zóó bitter tegenge-vallen, ( tegengevallen, ) dat zij nu met des te meer dankbaar-heid ( dankbaarheid ) en tevredenheid in Tervooren woonde. En vader Waanders, de man, die altijd op God vertrouwde, had geleerd, dat zoo iemand nooit beschaamd uitkomt. Als hij sprak over het gebeurde, dan was zijn slotsom: „God heeft groote dingen aan ons gedaan.” Met Joost maakte hij weer de dagelijksche wandelingen naar en van de boerderij. Een jaar later waren zij met hun drieën, omdat ook Kees van de partij werd. En Gerrit kwam op de kweekerij van "Van Stralen en werd een bloemist, die zijn vak zoo goed verstond, dat zijn baas hem een goede toekomst voorspelde. En als tante Marie kwam, sprak zij niet meer over Rotterdam. „Ik ken de stad”, zei vader Waanders. ,,Geef mij Tervooren maar. En mijn huisje aan
Gevonden alinea's: 2
Organisatie: Het Flevolands Archief