Uw zoekacties: Kranten

Kranten ( Het Flevolands Archief )

beacon
42  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
URKC_1929 De Urker Courant
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Urker Courant, 1929-05-01
Naam krant:
De Urker Courant
Datum:
1929-05-01
Pagina:
1
Jaar:
1929
Auteursrechtelijk beschermd:
Nee
Disclaimer:
Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object. Dit betekent dat het alleen gebruikt mag worden voor privédoelen of om een kort stukje te citeren (met bronvermelding). Voor ander hergebruik moet u nader onderzoek doen naar de auteursrechtelijke status van dit object. U mag in ieder geval een download en/of print van het object maken voor privégebruik, zoals studie, maar u mag de download of print niet verder verspreiden of herpubliceren, niet op papier en niet digitaal, zoals via internet. U mag wel linken naar het object vanaf een eigen internetpagina of social media account. Daarnaast zijn de gebruiksvormen toegestaan die de Auteurswet toelaat, mits aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan. Zo staat de wet toe dat – met bronvermelding – korte passages worden geciteerd ter ondersteuning van een betoog (‘citaatrecht’).
Is onderdeel van:
De Familie iiiaaaders DOOR HUGO KINGMANS. 27) Kees kon er niet bij. Wat op een dorp niet mocht, mocht toch in een stad ook niet? En op school werd dat toch ook niet ge-leerd? ( geleerd? ) Daar was het precies als bij meester Ringelberg. Neen, neen, daarmee kon hij zich niet vereenigen. Hij ging nu begrijpen, dat vader het bij het rechte eind had: Flip Stroo- band was geen goede kameraad voor hem! Die bracht hem heelemaal op ’t verkeerde pad. Mèt, dat hij aan zijn vader dacht, herin-nerde ( herinnerde ) hij zich ook de woorden van zooeven. ,,Maar wat heeft dit alles nu met mijn vader te maken?” vroeg hij. ,,Heeft vader nu gezegd, dat jij een dief bent, ja of neen. Ik geloof er niets Van.” Flip Strooband kwam wat in de war. ,,Nu, een dief”, zei hij, ..dat misschien niet. Maar toch, dat ik geld had. Dat heb jij na-tuurlijk ( natuurlijk ) verteld. En dat vind ik nu zoo ge-meen. ( gemeen. ) Daar heeft niemand wat mee te maken. ,.Waarom niet? Je hebt mij toch .zelf ge-zegd, ( gezegd, ) dat je dat geld van je moeder krijgt. ,(Krijgen; krijgen”, smaalde Flip. Stomverbaasi^ keek Kees den jongen aan. Zij waren wat op zij geloopen, maar stonden nu vlak vóór het schoolgebouw. Het was op slag van. negenen. „Krijg je het dan niet van je moederf Vroeg Kees. . . ,,Och, jó, zeur niet”, viel Flip ruw uit te laat bemerkend, dat hij zich versproken had. „Krijg je ze dan niet van je moeder, vroeg Kees weer.
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Flevolands Archief
laatste wijziging 28-09-2021
1 gedigitaliseerd
 
 
 
 
 
URKC_1929 De Urker Courant
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Urker Courant, 1929-05-15
Naam krant:
De Urker Courant
Datum:
1929-05-15
Pagina:
1
Jaar:
1929
Auteursrechtelijk beschermd:
Nee
Disclaimer:
Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object. Dit betekent dat het alleen gebruikt mag worden voor privédoelen of om een kort stukje te citeren (met bronvermelding). Voor ander hergebruik moet u nader onderzoek doen naar de auteursrechtelijke status van dit object. U mag in ieder geval een download en/of print van het object maken voor privégebruik, zoals studie, maar u mag de download of print niet verder verspreiden of herpubliceren, niet op papier en niet digitaal, zoals via internet. U mag wel linken naar het object vanaf een eigen internetpagina of social media account. Daarnaast zijn de gebruiksvormen toegestaan die de Auteurswet toelaat, mits aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan. Zo staat de wet toe dat – met bronvermelding – korte passages worden geciteerd ter ondersteuning van een betoog (‘citaatrecht’).
Is onderdeel van:
*» COLIJN EN SLOTEMAKER ZONDER ZORG? Een van de partijtjes, die zich opmaken om bij de komende verkiezingen de groote Prot. Chr. partijen concurrentie aan te doen is de Ned. Chr, Arbeiderspartij. Dezer dagen werd te Amsterdam een af- ■■■■■■■■■■ «anamn houden, te zullen schrijven, als iets bekend werd van den werkelijken dader van den dief-stal. ( diefstal. ) Doch er kwam geen brief. Dus was er niets naders bekend. Én zag men in het dorp Waanders nog voor den dief aan. Soms dacht hij, dat hij nooit had moeten weg-gaan ( weggaan ) uit het dorp. Hij had alles maar moeten verdragen. Eenmaal zou God zijn volkomen onschuld toch wel aan het licht doen komen. Maar 'goed beschouwd, neen, hij had er toch ook niet kunnen blijven. De dominee en meester Ringelberg hadden gelijk gehad door te zeggen, dat het voor alles beter was, dat hij ging. En daar kwam nog bij, dat moeder gaarne weg wilde, tóch al, maar nu nog veel meer. Neen, het was toch maar het beste wat hij had kunnen doen: naar Rotter-dam ( Rotterdam ) gaan. Maar och, wat was dat tegengevallen! Hij had er wel iets van verwacht, maar zóó, neen, dat had hij nooit kunnen vermoeden. Het was mogelijk, dat de kinderen, omdat zij nog jong waren, op den duur wel aan het stadsleven zouden wennen. Maar hij zou het niet leeren. En, hij wist het wel zeker, zijn vrouw ook niet. Als het iemand in Rotterdam was tegen-gevallen, ( tegengevallen, ) dan was het moeder! Deze week nog had zij het ronduit gezegd, toen zij beiden alleen waren: 'k wou, dat wij maar weer terug waren in Tervooren; je zit hier net in ,een gevangenis en ik word nog dol van dat stadslawaai. Ja, vader Waanders wist het wel; voor moeder was alle pret er al lang af. Eerlijk verklaarde zij nu: „’k Heb het verkeerd in-gezien, ( ingezien, ) je kunt beter in Tervooren wonen en minder inkomsten hebben, dan in Rotterdam, waar wel meer verdiend wordt, maar alles veel duurder is en — waar heel veel menschen ontevreden zijn. Je kunt het
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Flevolands Archief
laatste wijziging 28-09-2021
1 gedigitaliseerd
 
 
 
 
 
URKC_1929 De Urker Courant
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Urker Courant, 1929-02-07
Naam krant:
De Urker Courant
Datum:
1929-02-07
Pagina:
4
Jaar:
1929
Auteursrechtelijk beschermd:
Nee
Disclaimer:
Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object. Dit betekent dat het alleen gebruikt mag worden voor privédoelen of om een kort stukje te citeren (met bronvermelding). Voor ander hergebruik moet u nader onderzoek doen naar de auteursrechtelijke status van dit object. U mag in ieder geval een download en/of print van het object maken voor privégebruik, zoals studie, maar u mag de download of print niet verder verspreiden of herpubliceren, niet op papier en niet digitaal, zoals via internet. U mag wel linken naar het object vanaf een eigen internetpagina of social media account. Daarnaast zijn de gebruiksvormen toegestaan die de Auteurswet toelaat, mits aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan. Zo staat de wet toe dat – met bronvermelding – korte passages worden geciteerd ter ondersteuning van een betoog (‘citaatrecht’).
Is onderdeel van:
Kees had vader nog tot moeder hooren zeg-gen: ( zeggen: ) „Ik ga vanmiddag naar den dominee”. HOOFDSTUK VIII. Meester Ringelberg zag de bedrukte ge-zichten ( gezichten ) van Kees en Gerrit, toen zij dien Woensdagmiddag — in Tervooren was het ’s Woensdags den heelen dag school, des Za-terdags ( Zaterdags ) geheel niet — ’t lokaal binnenstapten. Hij begreep er alles van. Als een loopend vuurtje was het over het dorp gegaan, wat er dien morgen voorg^allen was. Zoo was mijn-heer ( mijnheer ) Ringelberg het ook te weten gekomen. Hij zag de bedrukte gezichten van Kees cn Gerrit, die anders .js©o vroolijk de school binnenkwamen, hftj-fiad zich voorgenomen, er niets van te zeggen* iftaar toen hij hen zag, kreeg hij zoo’n medelijden met de jongens, dat hij ze even apart riep. „Hoort eens, jongens”, zei het hoofd der school, „ik weet alles wat er vanmorgen met vadér cn Joost gebeurd is. Neen, schrikt maar niet. Zooiets wordt natuurlijk gauw genoeg bekend.” „Maar het is niet wéér, meester”, barstte Kees uit. Mijnheer Ringelberg glimlachte flauw, om-dat ( omdat ) die jongen het zoo echt verontwaardigd zeide. „Neen, jongen, dat wil ik gaarne gelooven. Ik denk wel, dat de meeste menschen het niet zullen gelooven. Het is alleen jammer, dat de onschuld nog niet bewezen kan worden." „Dat komt wel”, zei Kees. „Vader en Joost zijn geen dieven." ,,Best, jongen. Maar laat me nu eens even uitspreken. Ik bemerk wel, dat het goed is, dat ik eens met jullie praat. Want je bent een echt kruidje-roer-me-niet, Kees! En dat is nu vooral niet goed. De onschuld kan nu nog niet bewezen worden. Wc willen hopen en bidden, dat de Heere spoedig den dader aan-wijst.” ( aanwijst.” ) (Wordt vervolgd).
Gevonden alinea's: 1
Organisatie: Het Flevolands Archief
laatste wijziging 28-09-2021
1 gedigitaliseerd
 
 
 
 
 
URKC_1929 De Urker Courant
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Urker Courant, 1929-02-21
Naam krant:
De Urker Courant
Datum:
1929-02-21
Pagina:
3
Jaar:
1929
Auteursrechtelijk beschermd:
Nee
Disclaimer:
Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object. Dit betekent dat het alleen gebruikt mag worden voor privédoelen of om een kort stukje te citeren (met bronvermelding). Voor ander hergebruik moet u nader onderzoek doen naar de auteursrechtelijke status van dit object. U mag in ieder geval een download en/of print van het object maken voor privégebruik, zoals studie, maar u mag de download of print niet verder verspreiden of herpubliceren, niet op papier en niet digitaal, zoals via internet. U mag wel linken naar het object vanaf een eigen internetpagina of social media account. Daarnaast zijn de gebruiksvormen toegestaan die de Auteurswet toelaat, mits aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan. Zo staat de wet toe dat – met bronvermelding – korte passages worden geciteerd ter ondersteuning van een betoog (‘citaatrecht’).
Is onderdeel van:
we hier maar weg waren. Het is zóó geen leven.” „Kom, kom, het slijt wel. En de werkelijke dader wordt wel bekend. Het ergste is, dat ze geen werk hebben. Nu, het beste, hoor.” Buurvrouw vertrok. „Ben je nu al terug van de veearts. Kees?” vroeg moeder, toch even verwonderd. ,,Er waren vanmiddag geen boodschappen, moeder”, zei Kees. Hij had onderweg besloten, er maar niets van te zeggen, dat het dienstmeisje zoo on-vriendelijk ( onvriendelijk ) tegen hem gedaan had. Vader en moeder hadden al verdriet genoeg, vond hij. ,,Waar zijn vader en Joost, moeder?” vroeg hij. ,,Bij den burgemeester”, zuchtte moeder. „Ik weet niet, wat het worden moet. Kees.” De burgemeester zal vader of Joost toch niet gevangen nemen? Dat kan toch niet, als zij geen schuld hebben?” „Ik weet niet, wat er gebeuren zal”, zei moeder Waanders, wie de tranen weer in de oogen sprongen, „'k Wilde, dat we hier maar weg waren. Ieder op het dorp ziet vader toch voor den dief aan.” ,.Ieder niet, moeder”, vond Kees, ,.Meester Ringelberg niet. En vrouw Jaarsma niet. En vele anderen ook vast niet.” ,,Nu ja, ieder. Maar velen toch wel. Wc
had het niet mogen 'gëbeufên. Maar zeker niet. ’ Dat was de korte inhoud van de En mijnheer Ringelberg besloot die handelen. En verder met geen woord pen over het gebeurde van dien morgen, dat het halve dorp in opschudding bracht. ! Toen, om drie uur, de les gelezen werd, daarvoor? j doeling was. 1’ersluiks keken zij al eens naar I Maar, alsof er niets gebeurd was, gingen Kees en Gerrit, maar die stoorden er zich niet Kees en Gerrit zitten in hun bank, de één aan. Zij waren meester Ringelberg dankbaar.
19) „Maar, en dat wilde ik jvllie nu even zeg-gen”, ( zeggen”, ) zoo vervolgde mijnheer Ringelberg, „zoo-lang ( „zoolang ) dat niet gebeurd is, zullen er op het dorp altijd menschen blijven, die het wel gelooven. Wees nu verstandig, jongens, en stoort je er niet aan. Altijd beleefd blijven en nooit geen ruwe woorden terug zeggen of schelden. Het zou ook wel eens kunnen gebeuren, ’k hoop het niet, maar het zou toch kunnen, dat de „ „ een of ander op school jullie last veroor- j vooraan, de ander op bijna de achterste rij,, dat hij juist d i e les liet lezen. zaakte en er wat van zeide. Past dan op, juist, toen het hoofd peinzend binnentrad. ! En vriendelijk, met een blijden klank in de vooral jij. Kees, moet oppassen. Laat ze maar [ Mijnheer Ringelberg was het met zichzelf stem, groetten zij hem, toen om vier uur de praten, dan is het praatje het vlugst uit de ' ' . i ■■ i n.. i , i . , . , , wereld. Als vader en Joost geen schuld heb-ben ( hebben ) — en ik geloof er eenvoudig niets van — dan komt, vroeg of laat, hun onschuld wel aan het licht. Daarvoor zal de Heere wel zorgen. Dus goed begrepen, hé jongens? Laat was nu bang, niet alleen, dat er op het dorp dê’menschen maar praten.” . ■ zouden zijn, die het geloofden, maar ook, die ,,5a, meester”, zeide ze. • dat zóuden laten blijken. Misschien zouden er Maar bij Gerrit kwam dat antwoord er onder de grooteren op school ook zulken zijn. hartgrondiger uit dan bij Kees, dat merkte " ' ' ' ' mijnheer Ringelberg wel. Hij was er wat bang voor geweest; die Kees was zoo’n voort- va?èöde, driftige jongen; die smeet, oprecht als hfj was, er maar van alles uit en ... durfde tegen jongens ook zijn vuisten wel eens ge-bruiken. ( gebruiken. ) Daarom herhaalde mijnheer Ringelberg zijn waarschuwing: „Jij vooral. Kees. Oppassen, hoor. Ook in dat geval ziet God je. Kees kwam toch even onder den indruk. Onder de lange toespraak van meester had hij
Gevonden alinea's: 3
Organisatie: Het Flevolands Archief
laatste wijziging 28-09-2021
1 gedigitaliseerd