Uw zoekacties: Jaarboeken en Maandbladen

Jaarboeken en Maandbladen ( Genootschap Amstelodamum )

beacon
4  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1920; p. 96
Datering:
1920
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
007
Jaar:
1920
Pagina:
96
fantastisch. Van Raalte's opmerkingen zijn meer gedocumenteerd en houden zich bezig met de karakteristieke taal van het tramper-soneel, ( trampersoneel, ) de woorden, waarmee zij de verschillen-de ( verschillende ) lijnen typeeren en andere termen in het amsterdamsche tramjargon. Lijn vier is over-geslagen ( overgeslagen ) vermoedelijk omdat de daarvoor bestaande uitdrukking in verband met zekere personen, die van deze lijn gebruik maken minder welvoegelijk is. Geen der beide schrij-vers ( schrijvers ) maakt melding van het bekende liedje van Lijn Twee van Clinge Doorenbos. De scène is toch uitstekend juist in deze lijn gelocaliseerd. M. B. Allerheiligenvloed. —Heden, i November ishet3sojaar geleden, dat in 1570 een water-vloed ( watervloed ) ons land teisterde; ook Amsterdam en de naaste omgeving had zijn deel door den storm uit het Noord-Westen die twee etmalen duurde. Op tal van plaatsen werd de Diemer-dijk ( Diemerdijk ) tusschen Amsterdam en Muiden doorge-broken; ( doorgebroken; ) inde stad zelf liepen vele kelders en pakhuizen onder en werd groote scha aan-gericht ( aangericht ) zoo aan koopmanschappen als anders-zins. ( anderszins. ) J. W. E. VRAGENBUS (Antwoorden in te leveren Heerengracht 68 J VRAAG Glvphografie inde Plantage Inde Plantage werd in het begin der achttiende eeuw geopend een nieuwe stadsherberg. Ineen ano-nieme ( anonieme ) Geschiedenis der Flantaadje (Amst. 1 858) wordt bericht; „Later ging zij in handen van particulieren over en werd tot een broodbakke-rij ( broodbakkerij ) op groote schaal ingcrigt, daarna is zij weder tot herberg gebruikt, vervolgens d’ende zij tot kerk en bevatte tegelijkertijd het etablisse-ment ( etablissement ) voor glyphographie en galvanoplast’ek en staat thans, als vleugel van de Fransche 'J uin, opnieuw hare bestemming te wachten”. In het einde van 1848 was door den boek-drukker ( boekdrukker ) M. H. Binger volge
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1920; p. 106
Datering:
1920
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
007
Jaar:
1920
Pagina:
106
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Jaarboek Amstelodamum, 1937; p. 129
Datering:
1937
Titel:
Jaarboek Amstelodamum
Jaargang:
034
Jaar:
1937
Pagina:
129
Joenj Iwanow syn Klink genoemd. Zijn voornaam en vadersnaam zijn dus goed weergegeven 1 ; wat den familienaam betreft, zoo moeten wij in aanmerking nemen, dat wij ook in Nederlandscbe stukken naast de transcriptie Klenck ook die van Clinge en Clinck vinden. Het is waarschijnlijk, dat hij zelf vaak deze schrijfwijze gebruikte. Uhlenbeck 2 neemt aan, dat de Nederlandscbe koopman Oeljan Oel-janow, ( Oeljanow, ) die in Russische stukken genoemd wordt, niemand anders dan Klenck was, dat hij dus in Rusland zoowel Joerij Iwanow als Oeljan Oeljanow genoemd werd. Deze identificatie kan, zooals W. A. Gordt reeds geschreven heeft 3 , moeilijk als vaststaand beschouwd worden. Ondanks de andersluidende mededeelingen bij Scheltema 4 en Uhlenbeck 5 trad Klenck in het begin in Rusland niet zelfstandig op en allerminst als een koopman van groote beteekems; hij was er eenvoudig factoor van Marcus Justuszoon de Vogelaer, voor wiens rekening hij in Ruslandzaken dreef. Dit blijkt o.a. uiteen brief van Isac Massa aan tsaar Fjodor Michajlowitsj, gedateerd 21 Maart 1629, waarin wijde volgende passage vinden: „Dank zij den handel m kaviaar is Klenck bijna even rijk geworden als zijn vroegere patroons, de gebroeders De Vogelaer” 6 . Na den dood van Marcus Justuszoon bekleedde Klenck dezelfde positie bij diens zoon, Marcus Marcuszoon de Vogelaer. Na eemgen tijd werd hij als compagnon inde firma opgenomen. Later wist Klenck, naar Massa mededeelt, het vertrouwen van patriarch Filaret te winnen en dat heeft hem m staat gesteld voor eigen rekening zaken te drijven. heeren, waaronder Marcus Vogelaer, eerst in 1608 een voorloopig contract hebben aangegaan, tot het oprichten vaneen maatschappij om den handel op de Witte Zee te doen drijven, op den voet der Engelsche sociëteit. De hier genoemde Marcus de Vogelaer is natuurlijk Marcus Justuszoon de Vogelaer, die vaak in Russische stukken genoemd wordt. 1 Joerij Iwanow syn beteekent Joris (of Jurjen) Janszoon. Dit komt overeen met hetgeen wij i
Gevonden alinea's: 1