Uw zoekacties: Jaarboeken en Maandbladen
beacon
153  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1914; p. 18
Datering:
1914
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
001
Jaar:
1914
Pagina:
18
Eduard van Tsoe-Meiren in Eigen Haard van 1892. Alleen dit zij aangestipt dat het park m 1877 gereed is gekomen en dat de bekende landbouwkundige mr. J. P. Amersföordt van de Badhoeve inde Haarlemmermeer de eerste was, die op 7 Juni van dat jaar het hek aan den Amstelveenscheweg inreed om door het park heen den ouden Buitensingel te bereiken. Op één episode wil ik echter even de aandacht vestigen. Het Bestuur heeft natuurlijk doorloopend met financieele moeielijkheden te kampen gehad en gmg daarom op een gegeven oogenblik handel drijven in bouw-errem. ( bouwerrem. ) Het kreeg de beschikking over weiland ten zuiden van het park • op het voorste gedeelte zou een straat worden aangelegd. Inden zomer van 1871 vroeg het daartoe concessie bij het Gemeentebestuur en een jaar later werd een aanvang gemaakt met die nieuwe straat inden Binnendij kschen-Buitenvelderschen polder. Naast het Vondelpark kwam zoo de Hooftstraat, die de heeren op het Stadhuis gingen noemen languit en erg omslachtig Pieter Corneliszoon Hooftstraat. Natuurlijk dat die naara van acht lettergroepen onpractisch bleek en dat Pécé het gemeen-zame ( gemeenzame ) woord werd. Ik acht het gelukkig. Want is er grooter tegenstelling denkbaar dan tusschen Hooft en zijn straat, die hem zoogenaamd moet eeren? Ik denk, dat de fijnbesnaarde, artistieke en uiterst gedistingueerde drost van Huiden, als hij het wist, zich heel weinig ingenomen zou betoonen met dezen rechten troosteloozen verkeersweg, die een nuttige trambaan blijkt te zijn. Intusschen, de heeren van 1871 hebben dooreen Pécé den groei van het park mogehjk gemaakt en ook daardoor tot stand kunnen brengen, wat zij hebben ge-wild: ( gewild: ) een ruime gelegenheid inde nabijheid van de eigenlijke stad, waar licht en lucht water en bronnen bloemen en planten volop door de burgerij genoten zouden kunnen worden. Dat het langmtgerekte emplacement eensdeels, anderdeels, dat de voort-durende ( voortdurende ) stadsuitbreiding en omb
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Jaarboek Amstelodamum, 1915; p. 120
Datering:
1915
Titel:
Jaarboek Amstelodamum
Jaargang:
013
Jaar:
1915
Pagina:
120
de halve waarde van den gemeenschappelijken muur van het opgetrokken ge* deelte, ter hoogte van acht en ter lengte van 44 voeten, aan haren buurman Lambregt van Notten, een bedrag van 41 gl. 8 st. voldoen. Kort daarop, 18 April 1760, machtigde zij haren schoonzoon Christiaan Schuit om het perceel voor f2IOOO te transporteeren aan haren zoon Daniël Beek; 8 Mei 1760 vond de kwijtschelding ten overstaan van schepenen plaats. Op zijne beurt droeg Daniël Beek het perceel op 24 Mei 1775 over aan den echtgenoot zijner zuster Josina, Hendrik ten Broeke. Hendrik ten Broeke (fin Augustus 1783) en Josina Beek (fin Januari 1795) lieten het huis na aan hunne eenige dochter Levina, gehuwd met Matthijs van Maurik Jansz. Deze, volgens testament van 27 Juni 1777 voor notaris A.J. Vermeer erfgenaam zijner vrouw, verkocht 1 Augustus 1803 het perceel voor fIBOSO aan Hendrik Ferdinand van den Kommer; 9 September 1803 volgde de kwijtschelding. De nieuwe eigenaar bewoonde het huis tot aan zijn over* lijden op 7 April 1816. Hij vermaakte het aan de zusters zijner overledene vrouw, Maria Naraad, met name Margaretha Magdelena, weduwe van Abraham Geurts, en Johanna, weduwe van Gerrit Oyens. Ook dezen bewoonden het. Mevrouw Geurts overleed 16 Juli 1820 en liet hare helft na aan hare zuster, die op 22 Maart 1839 den weg der gansche aarde ging, nalatende twee kinderen: Hendrik Oyens, makelaar, en Magdalena Oyens, gehuwd met Ber* nardus Oostrum de Waal, commissionair, toen wonende Keizersgracht bij de Prinsenstraat. Aan de dochter werd het huis voor f 13000 toebedeeld. Zij testeerde 21 Februari 1840, als weduwe, voor notaris mr. Joh. Commelin, en liet het huis na aan hare kinderen. Dezen negen in getal: Johannes de Waal, assuradeur, Hendrik Ferdinand de Waal, assuradeur, Bernardus de Waal, zonder beroep, Gerrit de Waal, fabrikant te Utrecht, Pieter Adriaan de Waal, med. doctor, Petronella Adriana de Waal, Ida de Waal. Willem de Waal te Utrecht, en Henriëtte Adriana de Waal, meerderjarig verklaard
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Jaarboek Amstelodamum, 1918; p. 156
Datering:
1918
Titel:
Jaarboek Amstelodamum
Jaargang:
016
Jaar:
1918
Pagina:
156
En verder nog: „Dann erweisen die Herren Uns und unserer heiszgeliebten Gemahlin Liebden einen besonderen angenehmen Gefallen, welchen wir mit aller günstnachbarlichen Bezeigung und wohlgeneigtem willen zu erwiedern bereit sein.” Dit vleiende epistel had ten eerste het gevolg, dat het tractaat weder ter sprake werd gebracht en vervolgens, op 17 April, de vroedschapresolutie (bij De Roever) waarbij besloten werd tot de aanbieding van het peterschap en van den rentebrief als pillegift. De Burgemeesters, reeds gunstig voor het denkbeeld vaneen verbond gestemd, hebben inde doopplechtigheid een welkome gelegenheid gezien om mondeling in overleg te treden. Er bleven nog een paar twijfelachtige punten in het concept over en om die uit den weg te ruimen, riepen Burgemeesteren de bemiddeling in van de PrinsessWeduwe Amalia van Solms, schoonmoeder van den Keurvorst en grootmoeder van den doopeling. Bij het doopfeest te Berlijn in April, heeft Burgemeester Huydecoper de onderhandelingen blijkbaar tot een goed einde kunnen brengen. Daarop is, onder den krachtigen en veelvermogenden steun van Amsterdam, op 27 Juli 1655, het tractaat tot wederkeerige hulp en bescherming voor den tijd van acht jaren, tusschen de Republiek en Brandenburg, geteekend'. Na dien termijn is het weder vernieuwd. Mr. de Roever heeft de klacht doen hooren, dat in het Stedelijk Archief te Amsterdam van de wijze, waarop Burgemeesters uitvoering gaven aan de resolutie van 17 April omtrent de pillegift, nagenoeg niets is te vinden. Deze leemte nu wordt door den Heer Voigt voor een groot deel aangevuld met verschillende authentieke bescheiden uit de pruisische archieven. Als antwoord op het verzoek dat de gezant Dr. Weimann hen had over* 1 Dit „Tractaet van Alliancie defensive” tusschen beiden partijen, is afgedrukt bij Aitzema. De ratificatie van Hunne Hoogmogenden is eerst gedateerd van 8 October 1655. Uiteen „sekreet artyckel” blijkt, dat de Republiek zich verbond den Keurvorst, indien hij werd aangevallen,
Gevonden alinea's: 1