Uw zoekacties: Archiefcollectie

Archiefcollectie ( Bedrijfshistorie Nationale-Nederlanden )

De historische collectie van Nationale-Nederlanden bevat de archieven van diverse rechtsvoorgangers en wordt beheerd door de afdeling Bedrijfshistorie NN.

 
 
De jaarverslagen, tijdschriften en circulaires zijn inmiddels gedigitaliseerd en beschikbaar voor onderzoek. In deze collectie treft u de voorgangers van NN waaronder De Nederlanden van 1845, Nationale Levensverzekering-Bank, Eerste Rotterdamsche, Haagsche van 1805, Fatum, Nationale-Nederlanden, Vesta, Victoria, Victoria-Vesta, De Zeven Provinciën, RVS, Amfas, Hollandsche Societeit, Amstleven, Nederlandsche Lloyd, Arnhemsche Verzekeringsmaatschappij, OHRA en Delta Lloyd.

 

beacon
77  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Het Kompas, Nationale, 1932-12-15; p. 2
Titel:
Het Kompas, Nationale
Archiefvormers:
Nationale Levensverzekering-Bank
Jaargang:
11
Datum:
1932-12-15
Jaar:
1932
Pagina:
2
veren lichtreflexen in doen glanzen. Zij leven met palmen en clivia’s, schilderijen zonder gebruiks-aanwijzing ( gebruiksaanwijzing ) en allerlei dierbaar antiek, waar een fluïde vol historie en herinnering van uitgaat. In een modern interieur raken zij uit hun humeur. Zij ruilen voor geen geld hun kamers met drape-rieën ( draperieën ) en Perzische tapijten, hun schouwen met blinkend tin bezet en met oud koper behangen voor die ruimten van glas, kalk, staal, alles hoekig en vierkant, tot het bloempotje toe, waarin een stekelschubbige cactus een vinnigen vinger op-heft ( opheft ) voor een gordijnloos venster, waar onbarm-hartig ( onbarmhartig ) licht uit neerplenst. De ouden vervreemden van een wereld, die onbegrepen aan hen voorbij-gaat ( voorbijgaat ) en waarin zijzelf achtergeblevenen zijn, die wel weten geen rol meer te spelen. Men laat hen ook duidelijk voelen, dat hun levensvlam, die eenmaal mischend oplaaide, nog maar een nawalmend pitje is. Dat is tragisch. Zij durven nauwelijks meer te zeggen, wat zij mooi en goed vinden, uit vrees voor den glimlach, dien zij altijd over zich heen voelen schampen. In het familieleven ergeren de ouderen zich al evenzeer. En aan duizenderlei dingen. Zij bekomen nauwelijks meer van hun verwondering, als zij op den verjaardag van een kleindochter meer vrien-den ( vrienden ) dan vriendinnen aantreffen. Wanneer de meisjes ’s nachts om twaalf uur nog niet thuis zijn van haar bridgeclub en zij schuchter vragen of de paedagogische batterij hunner jongere tijdge-nooten ( tijdgenooten ) niet wat zwak geladen is, zullen zij stellig onaangenaamheden krijgen en voor seniele be-moeiallen ( bemoeiallen ) aangezien worden. Daarom zwijgen zij, zwijgen, dat zoo moeilijk is, als het gaat over dingen, die hun toch zoo’n oneindig, zoo’n eerlijk en onbaatzuchtig belang inboezemen. Zij zijn ge-wend ( gewend ) geraakt te zwijgen over alles. Over den radio-refrein-janker, dien zi
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Schakel, De Nederlanden van 1845, 1939-03-01; p. 9
Titel:
Schakel, De Nederlanden van 1845
Archiefvormers:
De Nederlanden van 1845
Datum:
1939-03-01
Jaar:
1939
Pagina:
9
MEMOIRES VAN EEN POLISKAART. Eigenlijk heet ik polisafschriftkaart, maar in de wandeling noemt men mij poliskaart, hetgeen mij trouwens wel zoo prettig in de ooren klinkt. Als een onbeschreven blad verliet ik de drukkerij om door stevige handen, tezamen met een groot aantal mijner zusters, even smetteloos en onberoerd als ik, op een stapel gelegd te worden. Ik bezat toen nog niets persoonlijks. Op een helderen ochtend werd ik echter plotseling door slanke vingers aangevat en geheel alleen opgetild, waardoor het volle licht mij aan beide zijden overstroomde. In een oogwenk was ik tusschen een omgevouwen blad papier gevat en schikten dezelfde vingers bovendien tegen mijn voorzijde een donker, vettig vlies, waarvan ik de bedoeling niet terstond begreep. Nauwelijks waren wij met elkaar om een soort cylinder gewonden, toen met hevig geraas een heele batterij hamertjes in snelle opeenvolging op ons neerkwam. Tot mijn groote verbazing ontdekte ik dat die hamertikken afdrukken op mij achterlieten, waardoor ik een heel ander aanzien kreeg. Deze ontdekking deed mij tevens beseffen dat ik nu iemand geworden was die meetelde. Onwillekeurig lette ik daardoor ook meer op mijn omgeving dan ik tot nu toe had gedaan. Toen zag ik dat de vingers die mij hadden aangeraakt, dezelfde waren die de hamertjes aandreven en dat zij toebehoorden aan een wezen met blonde lokken en levendige blauw-grijze oogen die mij nu en dan goedkeurend aanzagen. Plotseling verstilden echter de vingers, de hamerslagen hielden op en ik zag dat de blik der heldere kijkers veranderde. Het scheen mij toe dat zij door mij heen naar iets in de verte staarden. Er sprak nu verwachting en blijdschap uit. Lang duurde dit evenwel niet. Alsof zij zichzelf tot de orde riep, schudde mijn vis d vis haar haardos en zagen de oogen mij weer van heel dichtbij aan. Terstond hervatte de hamers hun geratel totdat er blijkbaar genoeg afdrukken op mij stonden en daarna werd ik uit mijn wel wat benauwde positie bevrijd. Na eenige vlu
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Lloyd Nieuws, 1939-10-01; p. 6
Titel:
Lloyd Nieuws
Archiefvormers:
Nederlandsche Lloyd
Datum:
1939-10-01
Jaar:
1939
Pagina:
6
Is onderdeel van:
Werker onder de Wapenen. I U kent de Werkers nog wel? Vader en zoon Werker, te-zamen ( tezamen ) vormende de Firma Werker in Assurantiën. U kent ze uit verschillende bijdragen in het Lloyd Nieuws in proza en poëzie en U weet wellicht nog dat wij juist bezig waren den jongen Werker in te wijden in de geheimen van het assurantiewezen in den trant van den Schoolmeester. Welnu! Aan deze aangename en nuttige bezigheid heeft de mobilisatie een wreed einde gemaakt. Werker Jr. is onder de wapenen. En het humeur van Wer-ker ( Werker ) Sr. is onder nul. Als goed Vaderlander schikt Werker Sr. zich en Werker Jr. schikt zich als goed soldaat maar ondertusschen. . . . „Ik red het nooit alleen! Ja, voor 4 weken, voor 4 maanden desnoods, maar hoe lang kan dit wel duren? „Alles wat het minder duurt dan 80 jaren hebben wij vóór op onze voorouders”. Maar deze troost is wat wrang. Ik heb U al vaker afschriften van gevoerde correspondentie laten lezen en ik zend U hierbij afschrift van mijn brief aan Werker Jr. met copie van zijn antwoord. Indien de verdere correspondentie daartoe aanleiding geeft hopen wij deze ook te publiceeren. II Aan den dienstplichtigen Korporaal W. Werker Jnr. Staf 6.R. 6e batterij Veldleger. Per veldpost. Waarde Werker, Bij mijn laatste bezoek aan Uw vader vernam ik tot mijn verbazing dat ge ook s konings rok draagt en onder de wape-nen ( wapenen ) zijt. Er zijn ook diverse collega’s opgeroepen, maar voor- loopig kan ik mij nog ongestoord wijden aan mijn taak, die zelfs wat omvangrijker is geworden, doordat ik voor deze col-lega’s ( collega’s ) een deel van hun rayon waarneem. Uw vader vroeg zich af waaruit het werk dan wel zou be-staan ( bestaan ) en ik verwijs U daarom naar onze circulaire van 30 Augustus, waarvan ik een exemplaar bijvoeg om U een indruk te geven van onze reactie op de gebeurtenissen. U kunt zich voorstellen, dat de vordering van automobielen voor ons het noodige werk heeft medegebracht. Nu de eerste rea
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Schakel, De Nederlanden van 1845, 1940-02-01; p. 1
Titel:
Schakel, De Nederlanden van 1845
Archiefvormers:
De Nederlanden van 1845
Datum:
1940-02-01
Jaar:
1940
Pagina:
1
VAN EN OVER ONZE GEMOBILISEERDEN. Wij ontvangen nog steeds enthousiaste brieven vdn onze gemobiliseerden, die ons telkenmale verzoeken hun dank aan de collega's, die op kantoor hun plichten vervul-len, ( vervullen, ) over te brengen. Wij geven hieraan gaarne gevolg en plaatsen hieronder nog enkele zinsneden uit brieven, waaruit blijkt hoezeer de collegialiteit door de mannen in het veldgrijs op prijs wordt gesteld: A. v. d. B. — „Ik betuig U dan ook mijn groote erkentelijkheid voor alles wat U doet om onze uren van niets-doen een beetje te verkorten".... W. J. de K. — „Hiermede zeg ik U ten zeerste dank voor de aardige verrassing, die het personeel van „de Nederlanden" door Uw toedoen mij bereid heeft in den vorm van het zenden van twee boeken". R. H. v. d. S. — „Het valt mij op, dat het zenden van boekwerken door U samen gaat met het stopzetten van de verloven van ons! Dat is dan zeker als troost bedoeld! Kunt U er echter niet voor zorgen (U is toch in Den Haag, dicht bij den Generalen Staf) dat onze verloven weer spoedig worden verleend? Het valt de meesten van ons niet mee, temeer waar de berichten betreffende al of niet ernstig zijn van den toestand hier te velde zoo schaarsch zijn. Maar wat er ook gebeure, wij zijn paraat en blijven trouw op onze posten, zoodat U zich des avonds met een gerust hart te slapen kunt leggen". P. Gr. — „Terugkomende van verlof vond ik het groote pak tijdschriften, dat in de cantine zeker in de smaak zal vallen. Mede namens de jongens van de batterij betuig ik U veel dank". W. S.— „Ik stel dit blijkgeven van collegialiteit op zeer hoogen prijs". G. C. W. — „Ik ontving Uw zending tijdschriften ten behoeve van de „O. en O." van mijn afdeeling. Ik kan U verzekeren, dat de tijdschriften, die ik op de leestafel van de cantine heb gedeponeerd, groote belangstelling ondervinden. U ten zeerste dankzeggend, ook namens de manschappen...." Mr. W. W. — „Van deze gelegenheid moge ik tevens gebruik maken uw commissie hartelijk te danken vo
Gevonden alinea's: 1