Uw zoekacties: Archiefcollectie

Archiefcollectie ( Bedrijfshistorie Nationale-Nederlanden )

De historische collectie van Nationale-Nederlanden bevat de archieven van diverse rechtsvoorgangers en wordt beheerd door de afdeling Bedrijfshistorie NN.

 
 
De jaarverslagen, tijdschriften en circulaires zijn inmiddels gedigitaliseerd en beschikbaar voor onderzoek. In deze collectie treft u de voorgangers van NN waaronder De Nederlanden van 1845, Nationale Levensverzekering-Bank, Eerste Rotterdamsche, Haagsche van 1805, Fatum, Nationale-Nederlanden, Vesta, Victoria, Victoria-Vesta, De Zeven Provinciën, RVS, Amfas, Hollandsche Societeit, Amstleven, Nederlandsche Lloyd, Arnhemsche Verzekeringsmaatschappij, OHRA en Delta Lloyd.

 

beacon
21  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Het Kompas, Nationale, 1923-01-15; p. 8
Titel:
Het Kompas, Nationale
Archiefvormers:
Nationale Levensverzekering-Bank
Datum:
1923-01-15
Jaar:
1923
Pagina:
8
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Het Kompas, Nationale, 1923-02-15; p. 1
Titel:
Het Kompas, Nationale
Archiefvormers:
Nationale Levensverzekering-Bank
Datum:
1923-02-15
Jaar:
1923
Pagina:
1
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Het Kompas, Nationale, 1936-06-15; p. 2
Titel:
Het Kompas, Nationale
Archiefvormers:
Nationale Levensverzekering-Bank
Datum:
1936-06-15
Jaar:
1936
Pagina:
2
Wat de Wetgever niet geregeld heeft In onze dagen, waarin de bemoeiingen van de overheid zich vrijwel over het gehele gebied van de samenleving uitstrekken en aan de vrije wil niet veel ruimte meer gelaten wordt, zal het wellicht menigeen verwonderen, dat er nog iets zou zijn, waarmede de Staat zich niet bemoeit. Een omvang-rijk ( omvangrijk ) weefsel van wetten en verordeningen beheerst ons dagelijks leven, welke den mens voor zijn mede-mens ( medemens ) en voor zich zelf in bescherming nemen en zijn plichten tegenover vreemden en zijn naasten vastleggen. Dat is toch niet nodig, zal men wellicht denken, want er bestaat toch nog zo iets als verant-woordelijkheidsgevoel ( verantwoordelijkheidsgevoel ) jegens anderen en liefde voor het gezin. In de regel is dat zo, doch de wetgever moet rekening houden met de mogelijkheid van een tekort aan deze attributen van den zedelijken mens. Hij doet dat in een groot aantal artikelen, welke alles tot in de kleinste onderdelen regelen. In het kort samengevat komen deze artikelen daarop neer, dat men de materiële belangen van zijn medemensen moet ontzien en aansprakelijk wordt gesteld voor schade, door nalatigheid, schuld of met opzet aan anderen toegebracht, terwijl de door wetten vast-gelegde ( vastgelegde ) verplichtingen tegenover vrouw en minder-jarige ( minderjarige ) kinderen in de eerste plaats bestaan uit het verlenen van huisvesting en zorg voor levens-onderhoud. ( levensonderhoud. ) De bemoeiingen van de overheid houden niet op met het tijdstip, waarop het leven eindigt. Een reeks van wettelijke bepalingen regelt de wijze, waarop de nalatenschap onder de daarvoor in aanmerking komende personen verdeeld moet worden. Ten minste als er iets aanwezig is om verdeeld te worden. Voor dit laatste zorgt de wetgever echter niet, want zou hij daaromtrent iets voorschrijven, dan zou hij aan zijn desbetreffende voorschriften toch geen kracht kunnen bijzetten door strafbepalingen, welke
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Schakel, De Nederlanden van 1845, 1949-12-01; p. 13
Titel:
Schakel, De Nederlanden van 1845
Archiefvormers:
De Nederlanden van 1845
Datum:
1949-12-01
Jaar:
1949
Pagina:
13
genieten, loon na werken. Ook niet compensatie van premie en schade. Denk maar aan de molestonder- lingen. Eerst premie betalen en dan schadevergoeding ontvangen. De jurisprudentie. Uiteraard is het maken en toepassen van wetten niet volmaakt. Als vele rechters de wet toepassen ontstaat de kans, dat het subjectieve inzicht van de ene rechter anders is dan dat van de ander. Dus ontstaat de kans op onderscheiden en onjuiste toepassing der wet, wat in strijd zou zijn met de rechtszekerheid. Vandaar, dat onze rechtspraak de mogelijkheid van ho-ger ( hoger ) beroep kent. Voor civiele zaken bestaan de volgende instanties: de kantongerechten of de rechtbanken (naar gelang van de aard en de om-vang ( omvang ) van de vordering), de gerechts-hoven ( gerechtshoven ) en tenslotte de Hoge Raad. Door de mogelijkheid en toepassing van ho-ger ( hoger ) beroep en cassatie ontstaat in de rechterlijke uitspraken een vaste lijn. Als de Hoge Raad op een principieel punt een uitspraak doet, ligt de juris-prudentie, ( jurisprudentie, ) de rechtsopvatting van het hoogste rechtscollege vast. Ook deze jurisprudentie houdt niet eeuwig stand. Zij verliesf haar waarde, door wetswijziging. Als uit rechterlijke uitspraken blijkt, dat de wet niet of niet meer voldoet aan de bedoeling zal de wetgevende macht door wets-wijziging ( wetswijziging ) verbetering zoeken; doordat de Hoge Raad, zoals dat heet „om” gaat. Zo heeft in 1919 de Hoge Raad blijk gegeven van een andere, ruimere, aan de tegenwoordige be-hoeften ( behoeften ) beter aangepaste opvatting van het begrip onrechtmatige daad. Hij nam toen de visie van Prof. Molengraaff over, volgens welke een onrechtmatige daad is „een handelen of nalaten, dat öf inbreuk maakt op eens anders recht öf indruist hetzij
Gevonden alinea's: 1