Consent door doorhaling van een hypothecaire inschrijving ten laste van Gijsbert van Wieringen, landbouwer en Geertje van Rangelrooij, echtelieden, beide woonachtig te Woubrugge, ten behoeve van Pieter van Hemeren, rentenier te Leiden, groot in hoofdsom 10.000 gulden, losbaar in 1 termijn op 01-08-1850 en bij langere stilzwijgende voortduring 145.2.01 die tijd, ten allen tijde, binnen drie maanden 145.2.01 de opzegging of waarschuwing, rente 4 gulden 25 cent van iedere ten gulden in het jaar, ingegaan op 01-08-1845. Het onderpand bestaat in gebouwen en landen onder de gemeente van Woubrugge gelegen, benevens het kapitaal der verwaarborgde landen.