Notariële akten ( Gemeentearchief Alphen aan den Rijn )
32.752 notariële akten
sorteren op:
weergave:
Aktedatum | Plaats notaris | Beschrijving | |
---|---|---|---|
![]() | 24-08-1843 | Alphen | Notaris Kluit veilt in de Vergulden Wagen te Aarlanderveen, bij logementhouder W. Schouten, ten verzoeke van Jan Meijburg, schipper en koopman, te Oudshoorn, als lasthebber van Lena van Wieringen onroerende goederen. Perceel 1: een bouwmanswoning met stalling voor 30 koebeesten, een schuur enz., percelen wei- en hooiland en water, te Ter Aar, in de Korteraarse en Bloklandse Polders, groot 42 bunders 12 roeden 33 ellen, kadastraal B 557, 558, 593 tot en met 597, 616 tot en met 622, 487, 488, 530, 535, 575 tot en met 577, 581, 582, 606 tot en met 610, 635 tot en met 638, 644 tot en met 646, 665, 668, 669, 675, 676, 686, 687, 688, 696 tot en met 699, 703, 1354, 1408, 1422, 484, 511 tot en met 520; perceel 2: een erf, te Ter Aar, in de Bloklandse Polder, kadastraal B 1423, groot 14 roeden 95 ellen, in erfpacht uitgegeven aan Gerrit de Roos voor ƒ 10 per jaar; het huisje erop is eigendom van Gerrit de Roos; perceel 3: een huisje, erf, grote tuin en een stuk weiland, in de Bloklandse en korter-Aarse Polder, te Ter Aar, kadasrtaal B 1411, 1412, 1384 en 755; perceel 4: een perceel boshakhout, te Ter Aar, in de Middelpolder, groot 75 roeden 40 ellen, kadastraal A 1228; perceel 5: een huis, erf en tuin, aan de Oudewetering, te Alkemade, kadastraal B 592 (1 roede 40 ellen) en 593 (5 roeden 50 ellen); perceel 6: een huis en erf, waarin een broodbakkerij, een boomgaard, te Nieuwkoop, in de Nieuwkoopse Polder te Noorden, kadastraal Nieuwkoop B 851 (12 roeden 20 ellen) en 852 (10 roeden 40); perceel 7: een perceel boshakhout en weiland en enig water, te Wilnis, provincie Utrecht, groot 6 bunder 27 roeden 90 ellen, kadastraal B 983, 1027, 1028, 1029, 1113, C 86, 139, 143, 144; perceel 8: een tuin en erf, te Wilnis, kadastraal C 527 (2 roeden 40 ellen) en 528 (15 roeden 55 ellen); perceel 9: een tuin en erf, te Nieuwveen, kadastraal A 267 (13 roeden 50 ellen) en 268 (1 roede 20 ellen). De eigendom is verkregen: van perceel 1 op 14-01-1834 voor notaris C. van der |
![]() | 23-05-1865 | Alphen | Bernard Herman Anton Keuss, koopman, te Aarlanderveen, voor zich en als mede-erfgenaam van wijlen zijn ouders, als voogd over zijn vijf nog minderjairge broeder en zusters, genaamd Adelbert, 21 jaar; Marie, 19 jaar; Johanna, 17 jaar; Clara, 15 jaar, en Magdalena, 7 jaar. Voorts Johan Bernard Martin Keuss, koopman, te Aarlanderveen, mede-erfgenaam van zijn ouders, voorts gemachtigd door zijn zuster Ewalde Keuss, echtgenote van Engelbert Zurloh, koopman, te Beverwijk. Genoemde erven willen overgaan tot scheiding van de boedel van wijlen hun ouders Johannes Hermanus Keuss en Anna Cristina Elisabeth Kauling, in leven echtelieden, overleden te Aarlanderveen op 13-11-1864 resp. te Neuenkirchen op 14-11-1857. De inventarisatie is van 01-02-1865 te Aarlanderveen. Johannes Hermanus Keuss was voor een derde deelgenoot in de Firma Gebroeders Kauling, handel in manufacturen. Herman Kauling, koopman, thans te Aarlanderveen, is toeziende voogd over de minderjarigen. Evenzo is Cornelis Saton aanwezig als deelvoogd, voorts mr Andreas Anthonius Weve, kantonrechter, te Alphen. Inventarisatie: onroerende goederen, a. de helft in een koopmanshuis en erf, aan de Lage Zijde, te Aarlanderveen, kadastraal C, 1358, geheel groot 1 roede 70 ellen, waarde ƒ 3.500, de eigendom hiervan is verkegen op 01-12-1838 voor notaris C. van der Lee te Aarlanderveen; b. een derde gedeelte in het koopmanshuis, pakhuis en erf, aan de Gouwe, te Gouda, kadastraal D, 466, 502 en 504, geheel groot 5 roeden 68 ellen, waarde ƒ 2.083,33½, in eigendom verkregen voor notaris Jacob Belonje op 03-11-1847; c. roerende goederen, waarde ƒ 1.092,63 1/6; d. winkelgoederen, waarde ƒ 7.435,38 1/3; e. contanten, ƒ 335,31 2/3; opbrengst van een koopmanshuis te Delft, verkocht voor notaris mr Van Berckel te Delft, opbrengst ƒ 8.700; f. invorderingen ƒ 9.875,66; g. hypotheek ten laste van Anthonius van Bemmelen, koopman, te Aarlanderveen, met rente, groot nog ƒ 675,83; TOTAAL actief ƒ 33.698,15 ½. Passief: schuldig |
![]() | 04-01-1905 | Alphen | Foeko Bakker Schut, kandidaat-notaris, te Alphen, als gemachtigde van Hendrina Johanna Baartmans, weduwe van Hendrik de Grauw, winkelierster, te Alphen, laat onroerend goed veilen. Het betreft: een huis en erf, met pad, te Aarlanderveen, kadastraal C, 60 en 1849, groot 1 are 16 centiaren; het pand is verhuurd voor ƒ 3,50 per week, te betalen per drie maanden. De verkoopster heeft de eigendom verkregen bij akte van 25-11-1904 voor notaris Spruijt. De hoogste bieder is geworden genoemde Foeko Bakker Schut voor ƒ 2.800; daarna nog verhoogd tot ƒ 3.000. Getuigen zijn Jan van Griethuijzen, zonder beroep, te Oudshoorn, en Wessel Carel van Giessen, hotelhouder, te Aarlanderveen. akte 4, d.d. 04-01-1905 Foeko Bakker Schut verhoogt het bod pro forma tot ƒ 3.030. Getuigen zijn Gijsbert Groenendijk, zonder beroep, te Alphen, en Gerard van den Bos, zadelmaker, te Aarlanderveen. akte 6, d.d. 11-01-1905 Foeko Bakker Schut, als gemachtigde van Hendrina Johanna Baartmans, laat na opzet het pand afslaan, er wordt niet gemijnd, waarna de gemachtigde besluit dat er geen eigensdomsoverdracht zal plaatshebben. Getuigen zijn Jan van Griethuijzen, zonder beroep, te Oudshoorn, en Willem Niekerk, makelaar, te Aarlanderveen. |
![]() | 27-12-1858 | Alphen | Scheiding van de boedel van Willem de Rijk, turfschipper, te Nieuwkoop, als echtgenoot en erfgenaam van wijlen zijn huisvrouw Antje Hoogeveen, die te Haarlem is overleden op 14-10-1853; voorts als vader van en voogd over zijn drie minderjarige kinderen, Petrus, 12 jaar; Joannes, 10 jaar en Anna de Rijk, 6 jaar. De inventarisatie is opgemaakt door notaris Cornelis van der Lee van 12-01-1854. Getuige is voorts Huibert de Ruiter, sluiswachter, te Nieuwkoop, als gemachtigde van Petrus Hoogeveen, veenman, te Nieuwkoop, voorts als toeziende voogd over de minderjarigen. Voorts is aanwezig de kantonrechter mr. Cornelis Gerbrand Luzac, kantonrechter, te Woerden. Het actief bevat: a. roerende goederen ƒ 83,00; b. een parlevinkpraam ƒ 165,00; c. een grenen sloep ƒ 10,00; d. goud- en zilverwerk ƒ 121,85; e. contanten ƒ 210,65; f. pretenties ƒ 50; onroerend goed: een huis, schuurtje, erf, watering, te Nieuwkoop, kadastraal B, 26, watering, 1 roede 3 ellen; 2209, huis en erf, 3 roeden 90 ellen, totale waarde ƒ 800; totaal aan actief ƒ 1.440,50. De eigendom van het onroerend goed is door Willem de Rijk verkregen op 12-09-1847, huis en schuurtje zijn door hem later opgebouwd. De schulden bedragen ƒ 58,90.Blijft te verdelen: ƒ 1.381,60, waarvan Willem de Rijk ontvangt ƒ 690,80; nalatenschap van de erflaatster bedraagt ƒ 690,80, waarvan ieder van de minderjarige kinderen ontvangt ƒ 230,26 2/3. Willem de Rijk ontvangt zijn aandeel als het volgt: onroerend goed, ƒ 800,00, dus hij moet terug inbrengen ƒ 109,20; de kinderen ontvangen samen ƒ 109,20, de roerende goederen a, b en c, ƒ 379,85, aan contanten ƒ 151,75, de vordering onder f, ƒ 50,00, samen ƒ 690,80. Getuigen zijn Jan Smit, rijksveldwachter, en Arie Vermeulen, rijksveldwachter, beide te Woerden. |
![]() | 24-04-1868 | Alphen | Samuel van Driel, burgemeester en secretaris van Nieuwveen, te Nieuwveen, als gemachtigde van Lijntje van der Breggen, huisvrouw van Frans Heemskerk, metselaar, te Nieuwveen; van Johannes van der Breggen, timmermansknecht, te Nieuwveen; van Willem van der Breggen, metselaarsknecht, te Nieuwveen; Wilhelmina Klazina van der Breggen, huisvrouw van Cornelis Dirk Bout, wagenmakersknecht, te Amsterdam, laat op verzoek van genoemde personen door notaris Kluit veilen een burgerwoonhuis, benevens schuur, erf en tuin, te Nieuwveen, kadastraal A, 762 en 763, groot 10 roeden 75 ellen. Het voorste gedeelte van het huis en een gedeelte van de tuin is in gebruik bij F. Heemskerk, het overige is verhuurd in drie partijen aan P. Kroes, voor ƒ 0,70 per week, aan H. Moore, eveneens voor ƒ 0,70 per week en aan weduwe A. Versluis voor ƒ0,50 per week. Het onroerend goed behoort tot de nog onverdeelde boedel en nalatenschap van wijlen Gerrit van der Breggen en wijlen Trijntje Splinter, in leven echtelieden, overleden te Nieuwveen en nalatende als enige kinderen Lijntje; Wilhelmina Klazina; Johannes en Willem van der Breggen. De eigendom is aan wijlen hun vader bekomen bij akte van 10-11-1827 te Nieuwveen. Tot trekgeld wordt uitgeloofd ƒ 25, dit wordt genoten door Hendrik Stichter, smid, te Nieuwveen, voor het bod van ƒ 1.200. Bij afslag gemijnd op ƒ 210 erboven door genoemde Hendrik Stichter; dus gekocht door hem voor ƒ 1.410. Gedaan ten huize van Cornelis Janmaat, kastelein, met als getuigen Jurrien Verdonk, veldwachter, te Nieuwveen, en Jacobus Leenheer, koetsier, te Alphen. |
![]() | 20-06-1888 | Alphen | Boedelscheiding in tegenwoordigheid van mr. Jacob Maurits van Halmael, ten verzoeke van Catharina van Kessel, weduwe van Pieter Droog, klerenbleekster, te Alphen, voor zich en als moeder van en voogdesse over haar vier enige nagelaten nog minderjarige kinderen, genaamd Wilhelmus Martinus; Wilhelmina Hendrica; Margaretha Geertruida; en Jacobus Hendrikus Droog; ook aanwezig Arnoldus Wilhelmus Kouwets, goudsmid, te Alphen, als gemachtigde van Arnoldus Droog, kapitein van een stoomboot, te Haarlem, als toeziende voogd over de minderjarigen. Wijlen Pieter Droog is te Alphen overleden op 25-02-1888 zonder testament waardoor de vier minderjarigen zijn erfgenamen zijn; de boedelbeschrijving is opgemaakt op 22-05-1888 voor notaris Spruijt. Taxateurs voor het onroerend goed waren Herman Christoffel Dijk, makelaar; Anthonie Vlasman, metselaar; en Adrianus Vink, timmerman, alle te Alphen. Baten: 1. onroerend goed, een huis met werkplaats en erf, ingericht tot klerenblekerij, te Alphen, kadastraal B, 1603, groot 10 aren 5 centiaren; de eigendom is de overledene aangekomen op 14-07-1881 voor notaris Kluit, te Alphen, waarde ƒ 7.000; 2. roerende goederen, ƒ 1.225,15; 3. contanten, ƒ 700; 4. vorderingen betreffende de klerenblekerij, ƒ 2.230,65; vorderingen wegens geleend geld, ƒ 1.703,60; totaal aan baten ƒ 12.859,40. Lasten, totaal ƒ 3.017,83½. Saldo van de gemeenschap: ƒ 9.841,56½, waarvan het aandeel van wijlen Pieter Droog, ƒ 4.920,78 minus kosten van begrafenis en successie, ƒ 500,00 resp. 36,57½, resteert te verdelen: ƒ 4.384,20½. Getuigen zijn Johannes Cornelis Zegers, brigadier-majoor titulair, en Teunis Vis, brigadier titulair, beide bij de rijksveldwacht, beide te Alphen. |
![]() | Alphen | Pieter Johannes Weijenbergh, directeur van de n.v. Stoombootmaatschappij Carsjens, voorheen W.D. Carsjens, wonende te Leiden, gemachtigde van Willem Hendrik Warnsinck, commissaris in effecten, te Zandvoort; en Abram en Lyckle van der Schuijt, beiden zijn stoombootreder, wonende te Rotterdam, als commissarissen van de maatschappij. De statuten van de maatschappij zijn vastgelegd voor notaris Pieter van Greuningen, te Oudewetering, op 30-04-1897. De comparanten gaan over tot veiling van onroerend goed te Alphen; de kosten koper bedragen 8%. Bij perceel 3 en 4 behoren goederen tot het maken van blokken en masten. Er bestaan enkele erfdienstbaarheden. Perceel 1: een herenhuis met erf en tuin, te Gouwsluis, gemeente Alphen, gemerkt G, 19, kadastraal oostelijk deel ter grootte van 2 aren 35 centiaren van B, 1554, en een westelijk ter grootte van 2 aren 19 centiaren van B, 1555; Perceel 2: het herenhuis met pakhuis, erf en tuin, als voren, G, 15, kadastraal het oostelijk deel groot 7 aren 7 centiaren van B, 1555, en een zuidoostelijk deel, groot 43 centiaren van 2021; Perceel 3: een mast- en blokmakerij met erf, als voren, kadastraal het noordoostelijk deel, groot 5 centiaren van 1554, het noordwestelijk deel, groot 44 centiaren van 1555, en het oostelijk deel, groot 9 aren 30 centiaren van 2021; Perceel 4: de smederij met koetshuis, houtschuur en erf, alsvoren, kadastraal B, 1249, groot 64 centiaren, het westelijk deel, groot 1 are 63 centiaren, van 1554, en het westelijk deel, groot 4 aren 43 centiaren, van 2021. De percelen zijn door Carsjens verkregen bij akte van 27-02-1902 resp. 06-/07-03-1902 voor notaris Spruijt. Perceel 1: hoogste bieder Jacob Splinter, assuradeur, te Leiden, voor ƒ 3.700; Perceel 2: hoogste bieder Jacob Splinter voornoemd, voor ƒ 4.000; Perceel 3: idem, voor ƒ 4.000; Perceel 4: idem, voor ƒ 2.300. De verkoper verhoogt het bod op perceel 3 met ƒ 400; en verhoogt het bod op perceel 4 met ƒ 200. Getuigen zijn Germain Jacques | |
![]() | 25-02-1817 | Alphen | Inventarisatie van de boedel van wijlen Willem van Vliet, bouwman, wonende NZ nr. 56, te Bodegraven, op verzoek van zijn weduwe Cornelia Agterof, bouwvrouw, te Bodegraven. Willem van Vliet is overleden te Bodegraven op 16-04-1816, zijn testament is van 27-01-1815 voor notaris Joannes Swillens te Nieuwkoop, geregistreerd te Woerden folio 45v. Cornelia Agterof is tevens moeder/voogdes van haar minderjarige kind Meindert van Vliet. Beëdigd schatter is Hermanus de Vroome, bouwman, te Zegveld, toeziende voogd over Meindert van Vliet volgens benoeming op 31-07-1816 te Alphen; getuigen zijn Cornelis Brunt, bouwman, te Bodegraven en Cornelis Griffioen, bouwmansknecht, te Bodegraven; deskundigen zijn Hendricus Wiltenburg, Cornelis Veelenturf, Gerrit de Kruijff, bouwlieden, te Bodegraven, beëdigd op 31-07-1817 te Alphen. Inventarisatie: in de stal; in de schuur; in het voorhuis (o.a. 235 kazen); in de keuken; in de kelder; in het opkamertje; op de zolders; in het achterhuis; in het zomerhuis; op de werf; kelding; zilverwerk; contanten; een testament van 27-01-1815 voor notaris J. Swillens te Nieuwkoop; een akte van transport van 26-08-1814 door Jan Agterof, bouwman, te Nieuwerkerk aan den IJssel voor notaris J. Swillens te Nieuwkoop ten behoeve van Jacob Agterof en Cornelia Agterof, bouwlieden te Bodegraven; een akte van transport van 15-03-1815 door Jacob Agterof ten behoeve van Willem van Vliet voor notaris J. Swillens te Nieuwkoop; onroerend goed: de hofstede met zomerhuis, barg, schuur, stalling enz., nr. NZ 56 met 24 morgen 250 roeden land, binnen Bodegraven, waardig 10.000 gulden. Schulden: aan Jacob Agterof te Bodegraven 3.000 gulden; aan Maria Agterof te Bodegraven 3.000 gulden, voorts p.m. Geregistreerd te Alphen 01-03-1817, deel 2, folio 84v. Toegevoegd: akte van beëdiging van deskundige schatters |
![]() | 28-04-1930 | Alphen | Jacob Eliza Boddens Hosang, burgemeester van de gemeente Woubrugge, wonende aldaar, geeft in bewaring een akte van volmacht, gedateerd 31-03-1930, waarbij Henri Louis Boddens Hosang, bankemployé, te New York, volmacht geeft aan: 1. Jacob Eliza Boddens Hosang voornoemd; en 2. Albert Ascanius Hosang, zonder beroep, te Eindhoven. Getuigen zijn Marie van Vollenhoven, kandidaat-notaris, en Jacobus Abraham Struive, sigarenmaker, beide te Alphen aan den Rijn. N.B. Het betreft de nalatenschap van wijlen Johannes Martinus Hosang, in leven consul-generaal voor Nederland en directeur van het agentschap van de Maatschappij Nederland, gewoond hebbend te Genua en overleden te 's-Gravenhage op 17-02-1930. |
![]() | 23-06-1920 | Alphen | Boedelbeschrijving in tegenwoordigheid van Germain Jacques Stoop, kandidaat-notaris, en Johan Göbel, koster, beide te Alphen aan den Rijn, ten sterfhuize van Jozef Jacob de Leeuw, in leven koopman, te Alphen aan den Rijn, en aldaar overleden op 25-10-1919. Hij was gehuwd met Jetje Hakker. De beschrijving geschiedt ten verzoeke van en in aanwezigheid van: 1. Jetje Hakker, te Alphen aan den Rijn, voor zich als weduwe; en als moeder van en voogdesse over Jacob Jozef de Leeuw, geboren te Aarlanderveen op 12-02-1901; en als uitvoerster van het testament van de overleden Jozef Jacob de Leeuw; 2. Gabriël Jacob de Leeuw, vleeshouwer, te Amsterdam, als toeziend voogd over genoemde minderjarige; 3. Klarina de Leeuw, te Alphen aan den Rijn; 4. Hijman de Leeuw, koopman, te Leiden, Haarlemmerstraat 315, voor zich en als lasthebber van Aaltje de Leeuw, te Rotterdam, Goudse Singel 239, en van Jeannetta Rosina de Leeuw, te 's-Gravenhage, Lekstraat. Jozef Jacob de Leeuw was gehuwd met Jetje Hakker. Uit hun huwelijk zijn 5 kinderen geboren en in leven: 1. Klarina; 2. Hijman; 3. Aaltje; 4. Jeannetta; en 5. Jacob Jozef de Leeuw. Het testament van de overledene is van 07-01-1914, opgemaakt voor notaris Spruijt; hij heeft daarin zijn echtgenote benoemd tot erfgename van het beschikbare, zijnde 1/4e, deel. De vijf kinderen beschikken over het resterende 3/4, dus ieder voor 3/20ste. Taxateur van de roerende goederen is Jan Hoogteijling, zonder beroep, te Alphen aan den Rijn. 1. Roerende goederen, in de slaapkamer; in de kleine slaapkamer; in de grote slaapkamer; op de voorbovenzolder; in de gang; in de voorkamer; totaal, ƒ 1.488,25; 2. Papieren: 1. vermeld testament; 2. akte van scheiding van 25-06-1884 voor notaris Kluit waarbij de erflater enige huizen met erven, thans te Alphen aan den Rijn, kadastraal Alphen, B, 2277, 2278, 2272 tot en met 2778(?), groot 6 aren 66 centiaren, toebedeeld krijgt; 3. akte van transport van 30-10-1885 voor notaris Hengeveld, te |
![]() | 19-12-1934 | Alphen | Comparanten, 1. Wouter den Hertog Abrahamszoon, electro-techniker, te Alphen aan den Rijn, a. voor zich; en b. als lasthebber van Adriaan Hendrik Leenheer, scheepstechniker, te Rotterdam, Charlois, Boergoense Vliet 81b, gehuwd met Cornelia Jansje Wilhelmina den Hertog; 2. Jan Willem den Hertog, landbouwer, te Alphen aan den Rijn, willen overgaan tot scheiding van de boedel ontstaan door het overlijden van Abraham den Hertog en van diens echtgenote Aartje Kop. Abraham den Hertog is overleden te Alphen aan den Rijn op 18-03-1929, hij is gehuwd geweest met Aartje Kop; uit het huwelijk zijn drie kinderen geboren en nog in leven, te weten: 1. Wouter den Hertog; 2. Cornelia Jansje Wilhelmina den Hertog; en 3. Jan Willem den Hertog; het testament van erflater is van 16-07-1895, verleden voor notaris Krom, te Oudshoorn; hij heeft aan zijn echtgenote nagelaten 7/16e deel van zijn helft en aan de kinderen ieder 3/16e gedeelte; deze onverdeeldheid is echter nooit opgelost; Aartje Kop is te Alphen aan den Rijn overleden op 26-06-1934; zij heeft haar testament laten opmaken op 16-07-1895 voor genoemde notaris Krom, te Oudshoorn, alkle bepaleingen zijn echter door het vooroverlijden van haar echtgenoot vervallen. De nalatenschap komt nu toe aan de drie kinderen, ieder voor een gelijk gedeelte. Baten: 1. Een huis met erf en tuin, te Alphen aan den Rijn, Hooftstraat 164, kadastraal Oudshoorn, C, 2654, groot 3 aren 15 centiaren, door Abraham den Hertog aangekocht bij akt4e van transport van 20-03-1926 voor notaris jonkheer Stoop; 2. de hofstede Oudervrucht c.a. [breed omschreven in akte 211 van 15-12-1934, verkocht voor ƒ 50.000; verhuurd daarna aan Jan Willem den Hertog]; II. Effecten, 1. een aandeel ƒ 250,-- in De Leerhoeve, te Alphen aan den Rijn; 2. twee aandelen, ieder groot ƒ 50,-- Ned. Herv. kerk te Oudshoorn; III. Vorderingen: 1. ten laste van Jan Willem den Hertog thans per resto ƒ 11.000, rentende 4½%; 2. inlage 't Nut, ƒ 54,10; IV. Contanten, ƒ 259,42; V. Roerende |
![]() | 29-11-1922 | Oudshoorn | Verkoop: door Gerrit Boot te Alphen aan den Rijn als lasthebber van Jacob de Rijke Hendrikszoon en Leendert de Rijke Hendrikszoon beiden te Zonnemare, samen handelende onder de firma "Gebroeders de Rijke" aan Jan Willem van Beveren te Brouwershaven van de stalen motorboot genaamd "Grevelingen" in 't vervolg te noemen "Twee Gebroeders" groot 52,223 ton met Renes-petroleum motor en verdere inventaris. Koopsom: 10.400 gulden. |
![]() | 13-12-1916 | Oudshoorn | Schuldbekentenis: met hypotheek door Dirk Peeneman te Alphen aan Arie Qualm te Aarlanderveen, wegens geleend geld groot 6.000 gulden. |
![]() | 24-05-1916 | Oudshoorn | Scheiding: tussen 1) Johannes Wilhelmus Theodorus van Niekerk te Alphen, voor zich en als voogd over Wilhelmus Cornelis -, Cornelis Johannes - en Catharina Sophia van Niekerk, van de huwelijksgemeenschap bestaan hebbende tussen sub 1 en zijn echtgenote Sophia Spruit, met haar nalatenschap, gewoond hebbende en overleden te Alphen d.d. 13-02-1916. |
![]() | 23-03-1914 | Oudshoorn | Toestemming: door Willem Johannes Hamerling te Aarlanderveen, als lasthebber van 1) Johanna Huberta Dijkman, weduwe van Lambertus Johannes van Dijk, 2) Petrus Maria van Dijk, 3) Martinus Johannes van Dijk en 4) Maria Wilhelmina van Dijk, allen te Utrecht tot doorhaling ener hypothecaire inschrijving genomen tegen Arie Streng te Alphen. |
![]() | 13-06-1816 | Oudshoorn | Pieter Dirkse Rijnsburger, bouwman in de Ridderbuurt te Oudshoorn, ter ene zijde; Jannetje Rijnsburger huisvrouw van Pieter van Noord, ter andere zijde. Pieter verklaarde als met en benevens Cornelis Janse van Hoorn gewoond te hebben en overleden te Alphen, gewezen voogden over genoemde Jannetje Rijnsburger, ten opzichte van hetgeen dezelve3 uit de boedel van haar grootvader Dirk Klaasze Rijnsburger is aangekomen aan haar in vrije eigendom af te geven: een recepis ten laste van Holland groot 1.000 gulden rentende 2 1/2%. Is geschied. Getuigen: Martinus Johannes Hengeveld en Jan Voorsluis. |
![]() | 22-07-1813 | Oudshoorn | Verpachting van de tienden door Margaretha Spoors, geassisteerd door haar man Simon Eland predikant te Koudekerk, als gemachtigde van Rijnier Zwijgholt, gehuwd met Adriana Catharina Vosmeer. 1e. koren- en smaltienden in de Vrouwgeestpolder tussen de Nieuweweg en de Oudendijksedijk beginnende bij de grens met Koudekerk. Pachter werd Klaas van Heiningen, arbeider te Oudshoorn voor 121 gulden. 2e. in de Gnephoekse Polder tussen de Notweg en Nieuweweg beginnende bij de grens met Koudekerk; pachter werd Klaas van Heiningen voor 169 gulden. 3e. idem tussen Notweg en Ringdijk; pachter werd Dirk van Berkel. veenman te Woubrugge voor 42 gulden. 4e. in de Gnephoekse Polder buitendijks, pachter Arij Dam, broodbakker te Oudshoorn voor 43 gulden. Totale opbrengst 375 gulden. Getuigen: Carel Piek te Oudshoorn en Arij van Grieken te Koudekerk. |
![]() | 09-09-1812 | Oudshoorn | Willem Dirkse Tijnsburger, bouwman te Oudshoorn nr. 186, verkocht aan zijn broer Pieter Dirkse Rijnsburger, bouwman te Oudshoorn nr. 205, een vierde deel in diverse partijen drooggemaakt land: 1e. in de Dertigjarige Separatie in de Groote Polder te Oudshoorn, de nrs. 111, 112, 113, 114, 115, 116, 117, 118, 120, 128 en 177 ( op de nieuwe kaart: 89, 116, 117, 147, 148, 181, 196); 2e. idem met een huiserf in de Vierambachtspolder kavel 9, op de nieuwe kaart nr 91 en 92; 3e. een zesde deel liggend als in 2e. kavel 11 nr. 122; 4e. een zesde deel land met hout beplant genaamd de lije in de Groote Polder nr. 38; 5e. een zesde deel in de Gnephoekse Polder nrs. 51, 52, 82, 83 (nieuwe kaart: 52, 53, 96, 133). Koopsom 1.600 gulden contant. Getuigen: Philip Jan Sundorf, logementhouder, en Philippus Johannis Anthonius Wilmes, logementhoudersknecht. |
![]() | 27-06-1762 | Oudshoorn | Testament van Huijg Dirkse Lelijveldt, wonende in de Ridderbuurt onder Oudshoorn, gegoed beneden 20.000 gulden. Hij legateerde aan de kinderen van zijn broer Klaas 1.000 gulden; aan de 2 nagelaten kinderen van zijn overleden zuster Grietje en Evert Ram, t.w. Jan en Leuntje, 1.200 gulden; aan de 2 nagelaten kindskinderen van zijn overleden zuster Neeltje, t.w. Neeltje en Trijntje Janse Lelijveld, 1.200 gulden; aan de Groote HuisArmen 4.000 gulden en Diaconiearmen 2.000 gulden; aan de kerk van Oudshoorn en de Gnephoek 2.000 gulden; aan zijn tegenwoordige dienstmaagd Lijsbet - wanneer zij bij zijn overlijden nog bij hem in huis woont - 1.000 gulden plus een 'ordentelijke rouw'; aan de executeurs envoogden Michiel Willemsz Outshoorn en Dirk Klaasz Rijnsburger ieder 500 gulden. Voor de overige bezittingen stelde hij als enige en universele erfgenamen Dirk, Neeltje, Antje, Cornelia en Ariaantje Pieterse van den Bos (kinderen van zijn overleden zuster Immetje) en ede kinderen van Arij Pietersz van den Bos; alsmede Neeltje, Antje, Dirk, Geertje, Huijg en Jannetje Dirkse Boot (kinderen van zijn overleden zus Fijtje). Getuigen: Anthonij Boer en Jan van Jep (Iep). |
![]() | 27-06-1762 | Oudshoorn | Testament van Huijg Dirkse Lelijveldt, wonende in de Ridderbuurt onder Oudshoorn, gegoed beneden 20.000 gulden. Hij legateerde aan de kinderen van zijn broer Klaas 1.000 gulden; aan de 2 nagelaten kinderen van zijn overleden zuster Grietje en Evert Ram, t.w. Jan en Leuntje, 1.200 gulden; aan de 2 nagelaten kindskinderen van zijn overleden zuster Neeltje, t.w. Neeltje en Trijntje Janse Lelijveld, 1.200 gulden; aan de Groote HuisArmen 4.000 gulden en Diaconiearmen 2.000 gulden; aan de kerk van Oudshoorn en de Gnephoek 2.000 gulden; aan zijn tegenwoordige dienstmaagd Lijsbet - wanneer zij bij zijn overlijden nog bij hem in huis woont - 1.000 gulden plus een 'ordentelijke rouw'; aan de executeurs en voogden Michiel Willemsz Outshoorn en Dirk Klaasz Rijnsburger ieder 500 gulden. Voor de overige bezittingen stelde hij als enige en universele erfgenamen Dirk, Neeltje, Antje, Cornelia en Ariaantje Pieterse van den Bos (kinderen van zijn overleden zuster Immetje) en ede kinderen van Arij Pietersz van den Bos; alsmede Neeltje, Antje, Dirk, Geertje, Huijg en Jannetje Dirkse Boot (kinderen van zijn overleden zus Fijtje). Getuigen: Anthonij Boer en Jan van Jep (Iep). |