1 Johannes Marsman als last hebbend van Maria Allegonda Suijskens verkoopt aan meestbiedende grote kwantiteit zware opgaande eiken en lindebomen, alsmede een partij schaarhout. Het betreft: witboom aan Hendrik van Brussel; twee witbomen aan Hermanus van Munster; twee eiken aan Peter van der Loo; twee bomen op des kopers gevaar uit de roeijen, dat geen schade aan de schuur of heg werd veroorzaakt aan Guilliam Vissers, twee bomen ut supra [=als boven] aan Gommert Jonkers, twee bomen ut supra aan Martinus Potters, aan Peter Hoes, aan Jacobus van den Dungen, aan Martinus Potters, aan Pieter van Soomeren, twee bomen Andries van Heeswijk, twee bomen Hendricus den Doop, twee bomen aan Nicolaas Teulings, en aan Klaas van de Meijden; Notenbomen: Vier aan Lourens Ridders, twee aan Peeter van Mosseveldt, twee aan de jood Hartogs en een aan Peeter van Mossevelt.; Lindebpmen: vier aan L. Ridders; vijf aan Jan van Biggelaar, vier aan de heer Camps, vijf aan de weduwe Hartmans, aan Hend. Van Brussel; vijf aan Pieter van Vlijmen, vijf aan Meuis den Otter, vier aan Henderik Koole, twee eiken Baas Draeij, drie aan Louis Ridders, drie aan van den Bergh, drie aan Johan van Lieshout, drie aan Willem Heijerman, drie aan Anthonij Marckx, vier aan Henderik van Weert; drie aan Peeter Hoos, vier aan Arn. Vissers, vier aan Hend de Laat, vier aan Cornelis van Oers; Schaarhout: aan Klaas Groenendaal, Klaas van Vleijmen, Arn. Vissers, Peeter van Leusdonk, Pieter van Sommeren, Klaas Groenendaal, Arn. Vermeer, Joseph Janse de Kort, Lammert van Helmont. Anthonij van de Sande, Jan van de Biggelaar, Gommert Jonkers, Peeter van der Staak, Klaas Verhaage.