Voormoeder Saripah was van gemengd Javaans-Arabische afkomst. Haar naam Saripah is een Javaanse verbastering van de Arabische naam Sjarifa. Sjarif of Sjarifa is de benaming van een mannelijke of vrouwelijke nakomeling van de profeet Mohammed (hij rustte in vrede) via zijn kleinzonen Hasan en Husein.
Saripah was geboren en getogen te Semarang omstreeks 1812. Volgens een familieoverlevering maakte voorvader Joannes (Jan) Dumas op een dag een wandeling door de stad Semarang (Midden-Java). Zijn aandacht werd gevangen door Saripah die kennelijk voor hem liep en zij struikelde. Dit was het begin van de romance tussen hen. Zij moet destijds 14 of 15 jaar zijn geweest. Toen zij haar eerste kind van Jan Dumas op de wereld zette was zij 16 jaar oud en hij 18 jaar oud.
Als officier van het Oost-Indische leger was het Jan Dumas in de periode van zijn leven (1810-1856) niet toegestaan om te trouwen met een inheemse of Aziatische vrouw. In 1870 was dat nog steeds het geval in Nederlands-Indië. Elk kind dat was geboren uit zijn relatie met Saripah werd door Jan Dumas als het zijne erkend. Na het overlijden van Jan Dumas in fort Kedong Kebo, het Karbouwen Gebouw, te Poerworedjo (Midden-Java), zullen Saripah en haar jongste kinderen financieel en maatschappelijk zijn ondersteund door haar oudste kinderen die al werkzaam waren en/of gehuwd. Omdat Saripah en Jan Dumas niet waren gehuwd, kreeg zij geen pensioen na zijn overlijden. Saripah overleed op ruim 92 jarige leeftijd in het huis van haar zoon Gustaaf Hendrik Dumas te Koetoardjo (Midden-Java) op 28 okt. 1905 en begraven op de Europese begraafplaats te Koetoardjo.

In juli 1948 vertrok mijn vader naar Nieuw-Guinea. Mijn moeder en ik vertrokken pas in november 1948 naar Nieuw-Guinea.