Lambert Leonard de Splinter en Gerard Janssens, renteniers, te Roermond, willen een remplaçant verschaffen aan hun zoons Pierre Henri de Splinter en Jacques Janssens, lotelingen van het jaar 1810 en zijn overeengekomen met Jean Libert Thijs, geboren te Tongeren, arr. Maastricht, meerderjarige zoon van Libert Thijs en Marie Gertrude Daenen, loteling van 1810, wonende te Tongeren bij zijn vader, dat deze in plaats van een van de genoemde zonen dienst zal nemen indien die wordt ingeloot om dienst te doen in het keizerlijke leger. Hiervoor zal een bedrag van 1777,50 franc worden betaald indien genoemde Jean Libert Thijs in dienst gaat. Over het genoemde bedrag zal jaarlijks 5% rente worden betaald, vanaf de vertrekdag van Jean Libert Thijs. De hoofdsom zal opeisbaar zijn als Jean Libert aan alle militaire verplichtingen voldaan heeft. De rente zal aan Jean Libert per 3 maanden worden betaald, mits hij door een verklaring van in leven zijn, bewijst nog steeds in dienst te zijn. De genoemde vaders beloven aan Jean Libert voor de loting een bedrag van 592,50 franc te betalen. Libert zal dit bedrag ontvangen als hij bij de loting nummer 150 trekt. Als hij een nummer daaronder trekt kan hij het bedrag alleen maar innen als het lotelingenbestand voor 1810 compleet is. Voor goed begrip: het bedrag kan alleen geïnd worden als Jean Libert feitelijk als remplaçant zal optreden. Jean Libert zal binnen 7 dagen na het passeren van deze akte via zijn burgemeester een verklaring van goed gedrag overleggen ten bewijze dat hij nooit tot een boete of gevangenisstraf veroordeeld is geworden. In geval Jean Libert komt te sneuvelen of te overlijden in een ziekenhuis, zal de hoofdsom betaald worden aan zijn ouders. De akte is opgemaakt en verleden te Roermond in het huis van De Splinter op 23 december 1808 in tegenwoordigheid van de getuigen Gerard Paulissen, looier, wonende te Thorn en Jacques Christoph Fleischmann, koopman, wonende te Roermond.