Leonard Theunissen, priester, wonende te Baarlo, departement van de Roer, heeft gezegd en verklaard te hebben verkocht aan juffrouw Marie Agnes Specken, koopvrouw, wonende te Roermond, 2 percelen grond. 1. Een stuk landbouwgrond, gelegen in de gemeente Roermond, groot 3,6 are (= 145 roeden, 80 voet), in het noorden grenzend aan de weg, in het westen aan het gemeentelijk gasthuis, in het zuiden aan [grond van] de heer De Wevelinchoven en in het oosten aan [grond van] de heer griffier Van der Renne. 2. Een stuk weiland gelegen in de gemeente Maasniel, groot 25,31 are (120 roeden, 59 voet), grenzend in het noorden aan Van Kicken, in het westen aan de molenweg [Molenweg?], in het zuiden aan [grond van] de weduwe De Kolcken en in het oosten aan de erven Haex. Het volle eigendom en het vruchtgebruik is aan de koopster per heden [aktedatum]. De [ver]koopsom bedroeg 300 franc. De verkoper verklaart het geld reeds van de koopster ontvangen te hebben in klinkende munt en tegen geldende koers; de minuut van de akte geldt als kwitantie. De verkoper verklaart de gronden te hebben geërfd van wijlen zijn oom Joseph Theunissen, tijdens zijn leven priester te Roermond. De verkoper verklaart tevens dat de gronden vrij zijn van hypothecaire en andere lasten, uitgezonderd de gewone en speciale lasten die vanaf heden voor rekening van de koopster zijn. De akte is opgemaakt en verleden ten huize van de koopster op 27 mei 1811, in het bijzijn van de getuigen Joseph Op de Graeff [ondertek.: op de Graef], schoenmaker, en Joseph Weyckmans, arbeider, beiden wonende te Roermond.